21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2015

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 9 en 10 december 2015. Conform mijn toezeggingen aan uw Kamer op 3 december jl. tijdens het Algemeen Overleg voorafgaand aan deze Raad, koppel ik hierin specifiek terug over de activiteiten van de Europese Investeringsbank gericht op de migratiecrisis en de samenwerking tussen de EU en Pakistan op het gebied van terugkeer.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking van 9 en 10 december 2015

Op 9 en 10 december kwamen de Europese ministers van Ontwikkelingssamenwerking op uitnodiging van EU Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini bijeen tijdens een informele Raad in Luxemburg. Ook Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking (Mimica), de president van de Europese Investeringsbank (Hoyer), en de voorzitter van de Commissie ontwikkelingssamenwerking van het Europees parlement (McAvan) waren aanwezig. Het doel van de bijeenkomst was een informele gedachtewisseling over de COP21 onderhandelingen, de implementatie van de Global Goals, migratie en de activiteiten van de Europese Investeringsbank.

COP21

Tijdens het werkdiner voorafgaand aan de informele Raad koppelde de Luxemburgse Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Infrastructuur, Camille Gira, terug over de onderhandelingen van de COP21 klimaatconferentie in Parijs, die op dat moment nog in volle gang waren. De Franse Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en Francofonie, Annick Girardin, gaf een korte toelichting via een rechtstreekse verbinding vanuit Parijs. Er was veel waardering voor van Frankrijk als voorzitter van de COP21, en voor de inzet van Luxemburg en de Commissie tijdens de onderhandelingen namens de EU. De lidstaten onderstreepten het belang van deze conferentie en spraken de hoop uit voor een ambitieus nieuw mondiaal klimaatakkoord. Uw Kamer zal deze week separaat geïnformeerd worden over de resultaten van de klimaatconferentie.

Global Goals – gedachtewisseling met Concord

In het kader van de discussie over de implementatie van de Global Goals was NGO-koepelorganisatie Concord uitgenodigd voor een gedachtewisseling. De Nederlandse zorgen over de inperking van de politieke ruimte voor het maatschappelijk middenveld werden door Concord bevestigd. Het is van belang dat de EU hier aandacht voor blijft vragen in de politieke dialoog met derde landen. Over de Global Goals legde Concord een belangrijke vraag op tafel: wie legt verantwoording af aan wie over wat en hoe? Zowel Concord als de lidstaten waren van mening dat overheden, de EU en internationale organisaties, verantwoording moeten afleggen aan hun burgers en andere landen voor hun aandeel in de uitvoering. Ook bedrijven en maatschappelijke organisaties spelen een belangrijke rol in de uitvoering. In dit kader werd het belang van goede indicatoren en een krachtig monitoringsraamwerk door velen onderstreept. Voortgang moet meetbaar worden gemaakt. Concord waarschuwde ervoor dat de eerstejaars opvang van asielzoekers in Europa ten koste gaat van de aanpak van grondoorzaken van migratie. Veel lidstaten bevestigden dat hun ODA begrotingen inderdaad onder druk zijn komen te staan door de toenemende kosten voor eerstejaars asielopvang.

Global Goals

Er rust een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de EU voor de verankering en uitvoering van de Global Goals. Dat werd door iedereen erkend. Veel lidstaten, waaronder Nederland, riepen de EU op leiderschap te tonen. HV Mogherini verzekerde de lidstaten hier concrete opvolging aan te geven en spoedig met een «roadmap» te komen.

Verschillende lidstaten lichtten toe hoe op nationaal niveau gewerkt wordt aan de verankering van de Global Goals. Beleidscoherentie werd door iedereen benoemd als cruciale factor voor een effectieve implementatie. Ook Nederland benadrukte dat het niet alleen gaat om wat we geven, maar juist ook hoe we leven. Meerdere beleidsterreinen hebben invloed op de ontwikkeling van derde landen, niet enkel ontwikkelingssamenwerking. Naar aanleiding van het Algemeen Overleg met uw Kamer voorafgaand aan de Raad op 3 december jl., heeft Nederland hierbij specifiek het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) gememoreerd, naast andere terreinen, zoals handel, TRIPs (Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights) en medicijnen, belastingontwijking, verduurzaming van waardeketens, klimaatverandering en migratie.

Overigens beaamt de Commissie dat het GLB in het verleden invloed had op bijvoorbeeld voedselzekerheid, maar via vergaande hervormingen in de periode 1992–2013 is sterke vooruitgang gerealiseerd. Zo zijn dankzij de hervormingen de exportsubsidies gereduceerd van 10 miljard Euro in 1993 naar nul in 2014. Exportsubsidiering was een bij uitstek handelsverstorend element van het GLB, waarbij de effecten in ontwikkelingslanden overigens verschillend waren voor consumenten (lagere prijzen) en producenten (lagere prijzen, verlies van afzetmarkten). Daarnaast hebben ook de hervormingen van de binnenlandse steun aan de Europese boeren resultaat gehad, waardoor er nauwelijks meer handels- of marktverstorende effecten vanuit gaan. Bijna 90 procent van deze steun viel in 2011/2012 in de zogenaamde groene box van de Wereldhandelsorganisatie (kenmerk: geen of minimale handelsverstoring), tegenover 40 procent in 2002/2003. Het GLB (en ook het EU handelsbeleid ten aanzien van landbouwproducten) is daardoor steeds ontwikkelingsvriendelijker geworden, aldus de Commissie. Overigens laat de Commissie het EU-beleid op het gebied van beleidscoherentie volgend jaar evalueren, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan de thema’s handel en voedselzekerheid.

Migratie

In haar opening lichtte HV Mogherini toe welke belangrijke stappen de afgelopen tijd zijn gezet, zoals de Valletta-top en het EU-Turkije Actieplan migratie. Ze omarmde het eerdere Nederlandse verzoek – gesteund door veel lidstaten – om ook met Libanon en Jordanië de samenwerking te intensiveren. Er was eensgezindheid over de noodzaak voor het ontwikkelen van partnerschappen op het gebied van migratie, waarin het brede palet aan EU instrumenten (handel, ontwikkelingssamenwerking, veiligheid, politieke dialoog) kan worden ingezet.

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 3 december jl., heeft Nederland aandacht gevraagd voor de moeizame samenwerking op terugkeer – en overname met Pakistan. De EU is actief in gesprek met Pakistan over de implementatie van de terugkeer- en overnameovereenkomst die de EU en Pakistan in 2009 hebben gesloten. Commissaris Avramopoulos bracht eind november een bezoek aan Islamabad om hierover te spreken. Desondanks verloopt de gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar Pakistan allerminst soepel. Zo werd op 2 december jl. bij een gezamenlijke terugkeervlucht een deel van Pakistaanse terugkeerders de toegang tot Pakistan geweigerd. De EU zal de implementatie van de terug- en overnameovereenkomst opnieuw bespreken in het EU-Pakistan «Gemengd Comité Overname» (voorzien voor 12 januari 2016) en aandringen op snelle actie. Het kabinet zal de situatie blijven volgen.

Volgens Commissaris Mimica ligt de oplossing van de migratiecrisis in dialoog en ontwikkeling. De Valletta-top was een goed startpunt en de oprichting van het noodtrustfonds voor Afrika een belangrijke stap. Nu is het tijd voor actie, aldus Mimica. Nederland pleitte samen met een aantal andere lidstaten voor spoedige uitwerking van het fonds, zonder de kwaliteit van de programma’s en het belang van samenwerking met derde landen uit het oog te verliezen. De Commissie verwachtte de eerste projecten begin 2016 te kunnen starten. HV Mogherini concludeerde naar aanleiding van de discussie dat snelheid, politieke relevantie en gezamenlijk eigenaarschap centraal moeten staan bij de uitwerking van het fonds.

Het Verenigd Koninkrijk kondigde aan op 4 februari 2016 in Londen een Syrië-conferentie te organiseren, samen met Duitsland, Noorwegen en mogelijk Koeweit. Geheel in lijn met de Nederlandse inzet moet de conferentie leiden tot een structurele oplossing voor de opvang van Syrische vluchtelingen. Aanpassingen zijn daarvoor noodzakelijk, zowel in de regio als in Europa. Zo moeten vluchtelingen legaal aan het werk kunnen in landen als Libanon en Jordanië, om hen een perspectief te kunnen bieden in de regio. De EU moet op haar beurt bijdragen aan economisch herstel en werkgelegenheid in die landen, bijvoorbeeld door aanpassingen op het terrein van handelspolitiek.

Europese Investeringsbank

Tijdens een lunchbijeenkomst bij de Europese Investeringsbank (EIB) presenteerde president Hoyer een overzicht van de activiteiten van de bank buiten Europa (10 procent van alle financiering), gericht op duurzame ontwikkeling, klimaat en energie in 130 landen. Deze komen ten goede aan de ontwikkeling van de lokale private sector en economische en sociale infrastructuur en betreffen voornamelijk het verstrekken van leningen. De EIB zal ook bij de uitvoering van de Global Goals een belangrijke rol spelen.

Enkele lidstaten, waaronder Nederland, waren geïnteresseerd in de inzet van de EIB bij de aanpak van de huidige migratiecrisis. Voor een structurele oplossing zijn enkel humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking niet voldoende. Om bij te dragen aan duurzame economische groei in landen die getroffen worden door de migratiecrisis moeten ook mogelijkheden worden onderzocht om ODA middelen in te zetten via katalyserende en revolverende mechanismen. De EIB kan hierin een belangrijke partner zijn. De EIB is nauw betrokken bij de invulling van het EU noodtrustfonds voor Afrika en werkt aan initiatieven gericht op grondoorzaken van migratie in Afrika. In 2016 zal bijvoorbeeld een project van start gaan gericht op het stimuleren van innovatie en ondernemerschap in samenwerking met onder andere de African Development Bank. Daarnaast heeft de EIB de (medefinancierings-)voorwaarden versoepeld voor projecten met een migratiecomponent. Het gaat om leningen voor activiteiten met name gericht op het verbeteren en aanpassen van de stedelijke infrastructuur en publieke faciliteiten voor vluchtelingenopvang. Nederland heeft de EIB opgeroepen om, in nauwe samenwerking met de Commissie, additionele, innovatieve manieren te onderzoeken om ODA middelen als hefboom in te zetten ter ondersteuning van landen die grote aantallen vluchtelingen opvangen. Hier werd positief op gereageerd. Het gesprek met de EIB hierover wordt voortgezet.

Digitalisering

België vroeg opnieuw aandacht voor een centrale rol voor digitalisering in EU ontwikkelingsbeleid. Velen, waaronder Nederland, erkennen het belang van deze agenda en steunden het Belgische voorstel voor een expertbijeenkomst en een inventarisatie van wat er in lidstaten op dit thema gebeurt. Doel is om bestaande activiteiten in kaart te brengen en gebruik te maken van de expertise in lidstaten om deze agenda verder te brengen. Nederland verwees in dit verband naar de high-level bijeenkomt van de Algemene Vergadering van de VN op 15 en 16 december 2015 over de herziening van afspraken tien jaar na de World Summit on the Information Society (WSIS).De WSIS-agenda kan een belangrijke rol spelen in het bereiken van de Global Goals.

Naar boven