Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 21501-04 nr. 160 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 21501-04 nr. 160 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2014
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 19 mei 2014.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Post 2015
De Raad sprak over de opportuniteit van een nieuwe EU mededeling in dit stadium van de onderhandelingen over het post-2015 raamwerk. Doel van een mededeling zou zijn de EU positie – zoals vastgelegd in de Raadsconclusies van 25 juni 2013 – nader uit te werken. Een aanzienlijke groep lidstaten waaronder Nederland benadrukte dat een nieuwe mededeling beter op zijn plaats was als de onderhandelingen in de Open Working Group on Sustainable Development Goals (OWG) waren afgerond om te voorkomen dat deze onderhandelingen – nu al – zouden verstarren langs de lijnen van de gebruikelijke VN-blokken. Andere lidstaten vroegen de Commissie zo snel mogelijk met een nieuwe mededeling te komen zodat de daarin gereflecteerde EU denkbeelden het synthese rapport van de Secretaris Generaal van de Verenigde Naties dat eind 2014 zal verschijnen kunnen beïnvloeden. Inmiddels heeft, op 2 juni jl., de Commissie een mededeling uitgebracht getiteld «A decent life for all: from vision to collective action»1. De Commissie heeft het belang van transparantie over de inzet van de EU laten prevaleren.
Hoewel het risico aanwezig is dat invloedrijke G77-landen (de BRICS) nu nog meer de rangen zullen sluiten, en het proces verder onder spanning komt te staan, komt deze nieuwe mededeling inhoudelijk goed overeen met de Nederlandse positie. Bijzonder positief is de opname van een target ten aanzien van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Ook de concrete aandacht voor ongelijkheid en milieudoelstellingen (inclusief doelen op oceanen en duurzame productie en consumptie) is positief. Uw Kamer zal over de inhoud van deze mededeling en de Nederlandse positie per BNC-fiche worden geïnformeerd. De Raad zal te zijner tijd conclusies aannemen over een gezamenlijk standpunt, waarvoor deze mededeling de basis biedt. Nederland zal er op blijven letten dat de EU zichzelf niet buiten spel zet door in een te vroeg stadium met een te weinig flexibel standpunt te komen.
Het is nu zaak te zorgen dat de EU een open dialoog blijft aangaan met andere partijen, en ook met burgers en maatschappelijke organisaties. Commissaris Piebalgs wees tijdens de Raad op de voorbereidingen die getroffen worden in het kader van het uitroepen van 2015 als Europees Jaar voor Ontwikkelingssamenwerking.
Lidstaten waren het er over eens dat de voortgang in de OWG bemoedigend was; de EU prioriteiten waren tot nu toe over het algemeen goed gereflecteerd in de output van de OWG covoorzitters. De rol van Hongarije als covoorzitter van de OWG werd hierbij geprezen. Er werd ook gewezen op de kwetsbaarheid van het proces. Vooral milieudoelstellingen (als onderdeel van duurzaamheid), «vrede en instituties» en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten lagen in de internationale arena onder vuur. Verschillende landen steunden Nederland met betrekking tot het belang van een goede dialoog met derde landen, vooral ook met niet gelijkgezinde landen. Ik heb de EU gevraagd de coördinatie van deze «outreach» op zich te nemen en hieraan strategisch invulling te geven. Ik heb benadrukt dat Nederland hieraan graag zal bijdragen.
Agenda for Change
Commissaris Piebalgs informeerde de Raad over de programmering van ontwikkelingssamenwerking voor de begrotingscyclus 2014 – 2020. Hij wees erop dat de principes van zijn hervormingsagenda, de «Agenda for Change», met succes worden geïmplementeerd en dat de nadruk in de agenda op armoedebestrijding, goed bestuur en private sector goed gereflecteerd zijn in de programmering. Fragmentatie wordt tegengegaan door te focussen op maximaal drie sectoren. Op het gebied van gezamenlijk programmeren worden goede vorderingen gemaakt. Hij sprak de verwachting uit dat door een meer coherent optreden de EU meer impact zal hebben. Hij onderstreepte dat gezamenlijk programmeren geen exclusief karakter heeft, en wees op Rwanda en Ethiopië waar ook met niet-EU lidstaten wordt samengewerkt. Commissaris Piebalgs zei dat de strategische dialoog die voor het eerst plaats vindt met het Europees Parlement over de programmering goed verloopt. Hij deelde mee dat aan het einde van het jaar het EU resultatenraamwerk officieel zal worden aangenomen en dat op basis hiervan jaarlijks gerapporteerd zal worden over de resultaten die behaald worden met EU ontwikkelingssamenwerking. Hij sprak de hoop uit dat er gekomen zou worden tot een gezamenlijk aanpak met betrekking tot resultaatmeting. Er vond onder dit agendapunt geen discussie plaats.
Onder verwijzing naar het algemeen overleg van 15 mei jl. met uw Kamer in aanloop naar de Raad, wil ik uw Kamer laten weten dat de cijfers met betrekking tot de begrotingssteun die de EU in 2013 heeft verleend eerst beschikbaar komen in augustus 2014, wanneer het jaarrapport over de Europese ontwikkelingssamenwerking voor 2014 (over 2013) wordt gepresenteerd. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer hierover bij gelegenheid nader informeren.
Private sector in ontwikkelingssamenwerking (PSO)
Commissaris Piebalgs presenteerde de mededeling over private sector in ontwikkelingssamenwerking die op 13 mei is uitgekomen2. In de consultatiefase voorafgaande aan de publicatie van deze mededeling was informatie ontvangen van meer dan 200 stakeholders. Ook lidstaten hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de mededeling onder andere door hun deelname aan expert bijeenkomsten. De mededeling geeft nadere invulling aan het accent dat de Agenda for Change legt op private sector ontwikkeling. De mededeling bevat enkele concrete doelstellingen waarop de EU meerwaarde heeft, zoals het verbeteren van het ondernemingsklimaat. Commissaris Piebalgs wees op het belang van blending van private en publieke middelen vanwege de katalyserende werking die van dit soort instrumenten uitgaat, en van publiek-private partnerschappen. Hij sprak de hoop uit dat de mededeling zou resulteren in duidelijke richtlijnen waarop de EU haar toekomstige interventies in partnerlanden kan baseren. Uw Kamer zal per BNC-fiche worden geïnformeerd over de Nederlandse positie ten aanzien van deze mededeling.
Commissaris Piebalgs werd door de Raad gesteund in het belang van de private sector voor ontwikkeling. Opgemerkt werd dat dit een belangrijke innovatie betrof en dat hiervoor veel oude reflexen moesten worden overwonnen; waar de private sector in het verleden nog met argwaan werd benaderd werd deze nu omarmd. De private sector speelt een essentiële rol onder andere in het creëren van werkgelegenheid: zonder de inbreng en betrokkenheid van de private sector zouden de post 2015 doelstellingen niet gehaald kunnen worden.
Ik heb benadrukt dat ik als Minister voor zowel buitenlandse handel als ontwikkelingssamenwerking verheugd ben met de mededeling die goed de Nederlandse inzet reflecteert. Ik heb op het belang gewezen om met alle relevante stakeholders aan tafel te zitten. Door het bedrijfsleven en daarmee handelsaspecten te betrekken in de dialoog is er sprake van een meer gelijkwaardige relatie. Ik heb ook aandacht gevraagd voor het creëren van duurzame waardeketens. Met het drama van Rana Plaza nog vers in het geheugen werd in de discussie tussen lidstaten het belang van sociale standaarden benadrukt en het initiatief van de EU verwelkomd om een zogenaamd «flagship project» te entameren. De belangrijke rol van vrouwen bij private sector ontwikkeling werd benadrukt, zo ook de rol die de diaspora kan spelen bij het opzetten van private ondernemingen in het land van oorsprong. Het belang van snelle afronding van de onderhandelingen over de Economische Partnership Agreements (EPA) werd opgebracht, waarop de Commissie bevestigde er alles aan te doen dit proces tot een goed einde te brengen. Verder heb ik er voor gepleit dat de EU daadwerkelijk geïntegreerd zal optreden met betrekking tot TTIP zodat – door goed georkestreerde samenwerking tussen de Handelsraad en de Raad Ontwikkelingssamenwerking – dit verdrag positief zal uitwerken voor ontwikkelingslanden.
Global Partnership
Commissaris Piebalgs rapporteerde over de succesvol verlopen eerste High Level Meeting van het Global Partnership for Effective Development Cooperation die op 15 en 16 april jl. in Mexico plaatsvond. Hij wees op de participatie van nieuwe donoren en de mogelijkheid van synergiën vanwege de pluriformiteit van actoren in het Partnership: overheden, private sector, multilaterale en regionale organisaties, maatschappelijke organisaties en fondsen, die zich als gelijkwaardige partners verenigen. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt het Verenigd Koninkrijk te bedanken voor de uitzonderlijke inspanningen die het geleverd heeft als voormalig covoorzitter om van Mexico een succes te maken. Als nieuwe covoorzitter heb ik lidstaten opgeroepen zich actief in te zetten voor het partnerschap; om de verwezenlijking van de post 2015 agenda dichterbij te brengen door gezamenlijk zo effectief mogelijk op te treden, nu er voor het eerst in de geschiedenis de mogelijkheid bestaat extreme armoede binnen één generatie uit te bannen.
Rights Based Approach
Hoge Vertegenwoordiger Ashton wees op de «toolbox» die aangenomen was en noemde de «Rights Based Approach» een stap in de richting van goed donorschap. Commissaris Piebalgs benadrukte de rol die de «Rights Based Approach» heeft in de implementatie van de Agenda for Change en in de uitwerking van het post 2015 raamwerk. Er vond geen discussie plaats onder dit agendapunt.
Zuid-Sudan en de Centraal-Afrikaanse Republiek
De Raad sprak over Zuid-Sudan. Ik heb aangegeven dat Nederland de inzet van middelen herziet – conform de brief aan uw Kamer van 19 mei jl.3 – en de extra middelen die hierdoor vrijkomen ter beschikking zal stellen voor humanitaire hulp in Zuid-Sudan en de opvang van Zuid-Sudanese vluchtelingen in de regio. De Raad was eensgezind dat het geen «business as usual» kan zijn zolang de Zuid-Sudanese regering zich onvoldoende inspant voor het vinden van een vreedzame politieke oplossing en het staakt-het-vuren blijft schenden en dat er een gezamenlijke lijn tegenover de Zuid-Sudanese regering getrokken moet worden. Diverse lidstaten gaven aan net als Nederland extra humanitaire middelen te zullen inzetten. De noodzaak om straffeloosheid in Zuid-Sudan tegen te gaan werd algemeen onderschreven, evenals het belang van goede en veilige toegang van humanitaire medewerkers.
De EU kondigde extra inzet aan om de grote problemen in de Centraal-Afrikaanse Republiek te lijf te gaan. De EU wil – in goede afstemming met andere donoren – hiertoe een speciaal EU trust fund opzetten, dat snellere en meer flexibele steun mogelijk moet maken. Het trust fund zal een geïntegreerde benadering van de EU in de CAR moeten bevorderen, zodat alle instrumenten die de EU in de CAR inzet (naast humanitaire hulp en reguliere steun de aanwezigheid van EUFOR CAR) in samenhang worden bezien. Ik heb aangegeven dat een dergelijk trust fund goed kan werken in de CAR. De CAR is geen Nederlands partnerland, maar een trust fund biedt mogelijkheden bij te dragen. Frankrijk gaf tijdens de Raad al aan een bijdrage te zullen leveren.
Oostelijk Partnerschap
Naar aanleiding van de ontwikkelingen in Oekraïne werd op verzoek van enkele lidstaten ook het Oostelijk Partnerschap besproken. De Hoge Vertegenwoordiger gaf een overzicht van haar uitgangspunten richting het Oostelijk Partnerschap, in lijn met de recente voortgangsrapportage van EDEO en Commissie over het Europees nabuurschapsbeleid (kabinetsappreciatie hiervan ging uw Kamer op 6 mei jl. toe4). Ten eerste wees zij op het belang van flexibiliteit en snelheid bij het aanpakken van de problemen. Zij noemde Oekraïne als goed voorbeeld van deze nieuwe snelle, flexibele, aanpak. Een ander uitgangspunt betreft de «incentive based approach», waarbij meer steun ter beschikking kan worden gesteld aan landen die hervormingen voortvarend oppakken. Ten derde wees zij op het belang van steun aan maatschappelijke organisaties zodat deze in staat zijn besluitvorming in het partnerland te beïnvloeden. Tot slot wees zij op het belang van zichtbaarheid van de EU.
De Raad was eensgezind over deze aanpak. Commissaris Piebalgs wees er op dat de omvang van de allocaties voor Oekraïne wel tot gevolg heeft dat de reserves snel zullen zijn opgebruikt. In de discussie die volgde onderstreepte een aantal lidstaten het belang van ontwikkelingssamenwerking, gezamenlijk programmeren, maar ook steun aan landen bij het openen van hun markt en eerlijke, duidelijke communicatie.
Overige punten
De Raad sprak kort over de situatie in Nigeria. Frankrijk gaf een toelichting op de Top die op 17 mei was gehouden in Parijs over de strijd tegen Boko Haram en de verslechterende situatie in Noord Nigeria. De Top was een belangrijke stimulans geweest voor versterking van de regionale samenwerking om de problemen effectief aan te pakken. Vooral de betrokkenheid van buurland Kameroen werd als een succes aangemerkt. Commissaris Piebalgs gaf aan dat middelen uit het Europees Ontwikkelingsfonds beschikbaar zouden worden gemaakt ter ondersteuning van de inspanningen.
Duitsland bracht de slechte humanitaire omstandigheden in Syrië op. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, wezen op de noodzaak voor humanitaire toegang en wederopbouw in Syrië. Er werd toegezegd dat hierop tijdens een toekomstige Raad in meer detail zou worden teruggekomen.
Ook lagen er Raadsconclusies over de EU-jaarrapportage 2013 voor. Commissaris Piebalgs sprak naar aanleiding van de ODA-cijfers over 2013 zijn zorg uit dat de collectieve doelstelling van 0,7% BNP in 2015 niet zal worden gehaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-04-160.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.