21 501-04 Ontwikkelingsraad

Nr. 146 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2012

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 15 oktober 2012.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Verslag Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking van 15 oktober 2012

Op 15 oktober 2012 vond de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking plaats. De punten die ik met uw Kamer besprak tijdens het Algemeen Overleg van 4 oktober jl. indachtig, doe ik u graag verslag van deze Raad.

Oriëntatiedebat over de post-2105 ontwikkelingsagenda en follow-up Rio

De Raad had een oriënterend debat over de post-2015 ontwikkelingsagenda en follow-up Rio. Voorafgaand aan de Raad had een zestal lidstaten, waaronder Nederland, Hoge Vertegenwoordiger Ashton opgeroepen een actieve rol van de EU in de post-2015 ontwikkelingsagenda te bevorderen (in bijlage brief van 4 oktober jl.)*).

In het licht van de uitkomst van de Rio+20 conferentie, heeft Nederland de EU opgeroepen zich goed voor te bereiden op de post-2015 discussie en zich creatief en flexibel op te stellen. Ik heb er bij de Hoge Vertegenwoordiger Ashton op aangedrongen om de MDGs in het breder perspectief te zien van de drie pijlers van duurzaamheid, maar ook van vrede en veiligheid. Tevens heb ik het belang benadrukt van leiderschap van EDEO, onder andere waar het de outreach naar andere landen en nieuwe actoren betreft. Een inclusief proces is immers een sine qua non voor een succesvolle uitkomst van het post-2015 proces: de EU moet zich niet isoleren. Deze notie werd in de Raad breed gedeeld.

Nederland heeft zich wederom uitgesproken voor een moderne benadering van ontwikkelingsvraagstukken en er op gewezen dat een herziening van de rol van ODA hiervan onlosmakelijk deel uitmaakt.

Het belang van de MDGs voor armoedebestrijding en de resultaten die op sommige MDGs zijn bereikt, werd op de Raad benadrukt. Ministers onderstreepten het belang van een korte coherente lijst toekomstige duurzaamheidsdoelen (SDGs) en MDGs, waarbij ook een duidelijke plek diende te worden ingeruimd voor mensenrechten.

Transitie

De Raad had een oriënterend debat over transitie in instabiele landen en zwakke staten op basis van een Mededeling van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie van 3 oktober 2012.1 De Kamer ontvangt over deze Mededeling nog een BNC-fiche.

De Raad sprak zich uit voor een duidelijke verankering van het principe van more for more (landen die hervormingen voortvarend uitvoeren, verdienen meer steun dan landen waar hervormingen stagneren of achterwege blijven) met betrekking tot landen in transitie. In het nabuurschapbeleid van de Unie wordt dit beginsel reeds in praktijk gebracht, mede op Nederlands aandringen. Vooral de lidstaten uit Oost- en Midden-Europa benadrukten hun eigen recente ervaring met ingrijpende transitieprocessen: de EU zou hiervan gebruik kunnen maken. Het belang van een alomvattende aanpak – om versnippering en fragmentatie tegen te gaan – werd breed onderschreven. Hoge Vertegenwoordiger Ashton opperde de mogelijkheid om een EU platform voor uitwisseling van informatie over transitie op te richten. Door sommigen werd dit idee verwelkomd; anderen benadrukten weinig behoefte te hebben aan het oprichten van nieuwe instituties.

Weerbaarheid

De Raad had een oriënterend debat over weerbaarheid op basis van een Mededeling van de Commissie van 3 oktober 2012.2 De Kamer ontvangt over deze Mededeling nog een BNC-fiche.

Eurocommissaris Georgieva (Humanitaire Hulp) onderstreepte het belang van preventief optreden bij dreigende humanitaire crises. Zij wees erop dat de meest kwetsbaren het hardst werden getroffen en elke euro die in een vroeg stadium werd uitgegeven ruim 20 maal zo effectief was als wanneer de crisis eenmaal in volle gang was.

De Raad vroeg om sneller te handelen en meer flexibiliteit bij herprogrammering van hulp. Benadrukt werd dat er geen nieuwe organisaties werden opgericht, maar dat bestaande structuren gebruikt werden om het beleid uit te voeren.

Overig

De Raad nam conclusies aan over ontwikkelingsfinanciering; sociale bescherming in EU-ontwikkelingssamenwerking; maatschappelijk engagement in het extern beleid van de Unie; en het jaarverslag EU-ontwikkelingssamenwerking. Over deze conclusies vond geen nadere discussie meer plaats.

Mede in antwoord op de (bijgevoegde) brief van een zestal landen, waaronder Nederland, aan HV Aston, sprak zij haar intentie uit in de toekomst de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking en de reguliere Raad Buitenlandse Zaken op twee verschillende dagen te organiseren om zo effectiever gebruik te kunnen maken van de RBZ/OS.

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

JOIN(2012)37 van 3 oktober 2012

X Noot
2

COM(2012)586 van 3 oktober 2012

Naar boven