Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2011
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij de geannoteerde agenda aan te bieden van de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking die op 24 mei in Brussel zal plaats vinden.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen
Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking (RBZ/OS) op 24 mei 2011.
Op 24 mei vindt een korte RBZ/Ontwikkelingssamenwerking plaats onder voorzitterschap van Hoge Vertegenwoordiger Ashton. Op
de agenda staan vier onderwerpen: Soedan, de ODA-prestaties (Official Development Assistance) van lidstaten, water en Ivoorkust.
Soedan
Commissaris Piebalgs zal de Raad informeren over de beoogde gezamenlijke programmering van EU-hulp in Zuid-Soedan, dat op
9 juli 2011 de onafhankelijkheid zal uitspreken. Zowel in Khartoum/Juba als in Brussel wordt op dit moment gewerkt aan een
gezamenlijk document van de betrokken lidstaten en de Commissie/EDEO waarin de strategische prioriteiten en de werkverdeling
voor de hulpverlening worden vastgesteld.
Nederland acht het van groot belang dat de hulp van lidstaten en Commissie in Zuid-Soedan vanaf het begin zoveel mogelijk
op basis van onderlinge afspraken wordt ingezet, in overleg met andere internationale donoren zoals de VN en de Wereldbank,
en dat de inzet aansluit bij de prioriteiten van de regering van Zuid-Soedan.
ODA-prestaties lidstaten
De Europese Commissie publiceerde op 19 april jl. de jaarlijkse mededeling over de mate waarin de lidstaten tegemoet komen
aan hun afspraken op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (COM (2011)218). De Raad zal de ODA-prestaties in 2010 bespreken
en daarover conclusies aannemen in de vorm van een rapport aan de Europese Raad van juni 2011. Dit vanwege de afspraak dat
de Europese Raad zich jaarlijks zal buigen over de ODA-prestaties.
De totale ODA van de EU-lidstaten nam in 2010 toe tot bijna EUR 54 miljard. Dit is een stijging van EUR 4,5 miljard, tot 0,43%
BNI (tegenover 0,42% in 2009 en 0,40% in 2008). De collectieve doelstelling om in 2010 0,53% van het BNP aan ODA te besteden,
werd daarmee echter niet gehaald.
Evenals in voorgaande jaren zijn de verschillen tussen de lidstaten groot. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk
gaven significant meer uit aan ODA in 2010. Vooral Duitsland bleef echter met 0,38% BNI nog ver onder de doelstelling. Italië
presteert van de «oude» lidstaten het slechtst en zakte weg naar 0,15% BNI. Spanje viel terug tot 0,43%, na jaren van forse
stijging. Nederland zat in 2010 op 0,81% en is daarmee samen met Luxemburg, Zweden en Denemarken één van de vier landen die
al aan de 0,7% doelstelling voor 2015 voldoen. België nadert deze kopgroep nu snel (0,64% BNI), gevolgd door het VK (0,56%
BNI).
Nederland zal benadrukken dat de huidige situatie met zeer grote verschillen tussen de inzet van de lidstaten onwenselijk
is. Landen die achterlopen op de doelstelling zouden een plan moeten presenteren – zoals ook de Commissie aanbeveelt – hoe
zij de komende jaren hun ODA-uitgaven op het afgesproken niveau gaan brengen.
Naast de kwantiteit is de kwaliteit van de hulp van groot belang, ook om draagvlak te behouden. Langs lijnen van het spoeddebat
met uw Kamer op 27 april jl. en mijn brief ter zake van 26 april 2011, zal ik Commissaris Piebalgs aansporen om veel aandacht
te schenken aan verdere verbetering van de kwaliteit van Europese ontwikkelingssamenwerking.
Water
Hongarije wil tijdens zijn voorzitterschap de aandacht vestigen op het belang van water bij ontwikkeling. Het voorzitterschap
wil watervraagstukken beter integreren in het toekomstige EU-OS beleid en het beleid van de EU op het gebied van water en
armoede versterken. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn de rol van water in de landbouw, energievoorziening en veiligheid
in ontwikkelingslanden. Het voorzitterschap wil de Commissie oproepen om een breed beleidsraamwerk voor water en ontwikkeling
op te stellen met instrumenten om invulling te geven aan dit beleid.
Nederland steunt de inzet van het Hongaarse voorzitterschap voor meer integrale aandacht voor de waterproblematiek. De laatste
mededeling van de Commissie over dit onderwerp verscheen in 2002. In het verlengde van de kabinetsreactie op de toekomst van
het EU OS-beleid (kamerstuk 22 112, nr. 1121) meent Nederland dat daarbij met name naar het snijvlak met de thema’s landbouw/voedselzekerheid, infrastructuur en energie
moet worden gekeken.
Ivoorkust
Onder het agendaonderdeel «wat verder ter tafel komt» zal Commissaris Piebalgs verslag doen van zijn recente besprekingen
met president Ouatarra. Hij zal toelichten welke acties de Commissie onderneemt om de wederopbouw van het land en de verankering
van democratie en veiligheid te ondersteunen. De EU heeft circa EUR 125 miljoen beschikbaar voor Ivoorkust vanuit bestaande
middelen onder het EOF.