21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2012

Op 12 december jl. stemde het Europees Parlement plenair in met het onderhandelingspakket voor een aanvullende EU-begroting 2012 en de EU-ontwerpbegroting voor 2013. De Raad was hier op 6 december1 al mee akkoord gegaan. Hiermee is er nog voor het einde van dit jaar een overeenkomst bereikt over de EU-begroting 2013 en een aanvullende EU-begroting voor 2012.

De EU-begroting 2013 is uiteindelijk vastgesteld op 132,8 miljard euro in betalingen. Hoewel dit 5 miljard euro lager is dan het oorspronkelijke Commissievoorstel, is dit een stijging van 2,9% ten opzichte van de oorspronkelijke EU-begroting 2012. De verplichtingen zijn om en nabij vastgesteld op de hoogte van het Commissievoorstel; 150,9 miljard euro (een stijging met 2%). Voor 2012 is een aanvullende begroting van 6,1 miljard euro aangenomen, waarvan 100 miljoen euro via herschikking binnen de EU-begroting is gevonden. Hier tegenover staat een meevaller van 3,1 miljard euro. Per saldo leidt dit tot extra afdrachten voor Nederland (138 miljoen euro).

Nederland is van mening dat het uitzonderlijke economische tijden zijn waarin ook de EU bezuinigingen moet doorvoeren. In de financiering van verplichtingen die in het verleden zijn aangegaan en nu tot betaling leiden, zou moeten worden voorzien door elders binnen de EU-begroting minder te doen. Samen met een grote groep gelijkgezinde lidstaten is opgetrokken om de bedragen die de Commissie voorstelde voor zowel 2012 als 2013 terug te brengen. Dit leidde tot stevige discussies binnen de Raad en het Europees Parlement. Hierdoor is het gelukt om lagere betalingen dan de initiële voorstellen te realiseren.

De overeengekomen begrotingen zijn echter in zowel betalingen als verplichtingen nog altijd veel hoger dan hetgeen het kabinet aanvaardbaar acht en dus heeft Nederland met een aantal gelijkgezinde lidstaten, conform het eerder overeengekomen mandaat met de Kamer, tegen het gehele onderhandelingspakket gestemd. De EU-jaarbegroting wordt echter op basis van gekwalificeerde meerderheid vastgesteld.

Toelichting

Proces

Na het mislukken van de begrotingsraden op 9 en 13 november (u bent hierover geïnformeerd in Kamerbrief 21 501-03-64) presenteerde de Commissie op 26 november een nieuw voorstel voor de EU-begroting 2013. Dit voorstel verschilde nauwelijks van het initiële voorstel2. Voor de aanvullende begroting voor 2012 heeft de Commissie geen nieuw voorstel gedaan.

Direct na de presentatie van dit voorstel heeft een aantal informele trilogen tussen de Commissie, Raad en het Europees Parlement plaatsgevonden. Op basis hiervan is een Raadspositie bepaald waarmee het Europees Parlement kon instemmen. Hierdoor was er geen formele conciliatie noodzakelijk. Nederland heeft in deze onderhandelingen duidelijk gemaakt niet te kunnen instemmen met een aanvullende begroting voor 2012 of een stijging van de begroting 2013, conform de lijn die ik eerder met uw Kamer heb besproken.

Begroting 2013

Nederland heeft met succes met een grote groep gelijkgezinde lidstaten de Raad weten te houden aan de oorspronkelijke Raadspositie ten aanzien van het gewenste betalingsniveau. Dit kwam daarmee uit op 132,8 miljard euro (+0,1 miljard ten opzichte van de originele Raadspositie), ca. 5 miljard euro lager dan het Commissievoorstel. Het stijgingspercentage komt daarmee uit op 2,9% ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2012 (de originele Raadspositie was +2,8%). Het Europees Parlement kon dit betalingsniveau alleen accepteren als de vastleggingen werden vastgesteld rond het Commissievoorstel en deze komen uit op een bedrag van 150,9 miljard euro (+2,0%). Nederland stemde hier tegen, maar een gekwalificeerde meerderheid in de Raad is hier mee akkoord gegaan. Tabel 1 geeft een overzicht van de verdeling van het uiteindelijke onderhandelingspakket.

Bij de EU-begroting 2013 is door de Raad en het Europees Parlement een verklaring aangenomen dat als zich volgend jaar betalingsproblemen voordoen, er zo snel mogelijk een aanvullende begroting moeten worden geaccepteerd. Aangezien deze verklaring onderdeel uitmaakt van het onderhandelingspakket, waar Nederland tegen heeft gestemd, voelt Nederland zich hier niet aan gebonden. Samen met een aantal andere gelijkgezinde lidstaten heeft Nederland dit ook schriftelijk laten vastleggen.

Tabel 1: Overzicht posities EU-begroting 2013
 

Commissievoorstel 26/11

Initiële Raadspositie

Initiële positie EP

Uitkomst onderhandelingen

 

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

1a Concurrentiekracht

16,1

13,6

15,6

11,7

16,2

13,6

16,2

11,9

1b Cohesiebeleid

54,5

49,0

54,4

47,4

54,5

49,0

54,5

47,2

2 Landbouwbeleid

60,3

57,8

60,0

57,4

60,3

57,9

60,1

57,5

3a Veiligheid&Justitie

1,4

0,9

1,4

0,9

1,4

0,9

1,4

0,9

3b Burgerschap

0,7

0,7

0,7

0,6

0,7

0,7

0,7

0,6

4 Extern beleid

9,6

7,3

9,3

6,3

9,6

7,3

9,6

6,3

5 Administratie

8,5

8,5

8,4

8,4

8,5

8,5

8,4

8,4

Totaal

151,1

137,8

149,8

132,7

151,2

137,9

150,9

132,8

Aanvullende begroting 2012

Als gevolg van overschrijdingen bij onderwijs, onderzoeksprogramma’s, het landbouwbeleid en met name het cohesiebeleid (structuurfondsen), verzocht de Commissie op 23 oktober om additionele middelen voor een bedrag van 9 miljard euro (zie tabel 2). Nederland heeft er samen met gelijkgezinde lidstaten op aangedrongen dit bedrag binnen de bestaande EU-begroting 2012 te vinden door te snijden in andere uitgaven. De Commissie gaf aan hier weinig mogelijkheden voor te zien en kon slechts een bedrag van 100 miljoen euro op die manier opvangen. Wel is het uiteindelijke bedrag mede onder druk van Nederland verlaagd naar 6,1 miljard euro.

Hierbij is een aparte verklaring opgenomen dat het bedrag waarmee de aanvullende EU-begroting uiteindelijk is verlaagd (2,9 miljard euro) niet mag leiden tot problemen met de implementatie van de 2013 en dat hiervoor in 2013 zo snel mogelijk een aparte aanvullende begroting moet worden aangenomen. Nederland heeft ook hier tegen gestemd en aangegeven zich niet gebonden te voelen aan deze verklaring. Volgend jaar zal er, als een dergelijke aanvullende begroting wordt gepresenteerd, op worden ingezet dat eerst wordt gekeken of de middelen hiervoor kunnen worden gevonden binnen de EU-begroting 2013.

Tabel 2: Overzicht gevolgen aanvullende EU-begroting 2012
 

Initiële

Begroting 2012

6e Aanvullende begroting 20121

Uiteindelijke Begroting 2012

 

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

vastleggingen

betalingen

1a Concurrentiekracht

15,4

11,5

-

0,6

15,4

12,1

1b Cohesiebeleid

52,8

43,8

-

4,4

52,8

48,2

2 Landbouwbeleid

60,0

57,0

-0,1

1,0

59,9

58,0

3a Veiligheid en Justitie

1,4

0,8

-

0,1

1,4

0,9

3b Burgerschap

0,7

0,7

-

-

0,7

0,7

4 Extern beleid

9,4

7,0

-

-

9,4

7,0

5 Administratie

8,3

8,3

-

-

8,3

8,3

Totaal

147,9

129,1

-0,1

6,1

147,8

135,1

X Noot
1

De eerste 4 aanvullende begrotingen konden binnen de begroting worden opgelost, de 5e aanvullende begroting diende ter financiering van het solidariteitsfonds (670 miljoen euro), een fonds dat buiten de begroting is geplaatst.

Bij dit verzoek presenteerde de Commissie ook een meevaller aan de inkomstenkant van 3,1 miljard euro. Netto zal er dus nog in 2012 voor een bedrag van in totaal 2,9 miljard euro additioneel door de lidstaten moeten worden afgedragen. Deze extra afdrachten worden op basis het relatieve bruto nationaal inkomen (BNI) van een lidstaat in de EU omgeslagen over de lidstaten. De Nederlandse BNI-sleutel bedraagt momenteel 4,8%, hetgeen neerkomt op een bedrag van 138 miljoen euro. Deze extra afdrachten zijn inmiddels via een Nota van Wijziging verwerkt in de tweede suppletoire begroting van Buitenlandse Zaken. De Nota van Wijziging treft u aan in de bijlage.

Ik hoop u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Hamerstuk Raad Justitie en Binnenlandse Zaken.

X Noot
2

Het vastleggingenniveau werd gesteld op 151 miljard euro (was 150,9 miljard in april), het betalingenniveau op 137,8 miljard euro (was 137,9 miljard). De stijgingspercentages ten opzichte van de initiële EU-begroting 2012 kwamen hiermee uit op 2,1% voor de vastleggingen en 6,8% voor de betalingen.

Naar boven