Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2011
Bij deze informeer ik u over het besluit dat de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (A-punt) op dinsdag 13 december jl. heeft
genomen inzake de financiering van extra middelen voor het internationale kernfusieproject ITER (International Thermonuclear
Experimental Reactor). Dit internationale project, waaraan naast de Europese Unie (EU) ook China, India, Rusland, Zuid-Korea
en de Verenigde Staten deelnemen, richt zich op de ontwikkeling van energie via kernfusie. Om voornamelijk technische redenen
zijn de kosten van dit project hoger uitgevallen. Hiervan dient de EU via de EU-begroting € 1,3 mld voor zijn rekening te
nemen. Er is een verschil tussen het moment waarop de vastleggingen worden gedaan en het moment waarop de betalingen volgen.
De extra kosten vallen in vastleggingen in 2012 en 2013 en leiden vanaf 2013 tot extra betalingen. Als niet uiterlijk voor
het einde van het jaar een oplossing zou worden gevonden voor de financieringsproblematiek dreigde de voortgang van het project
vertraging op te lopen. Tijdens de Begrotingsraad op 18 november jl. legden de Europese Commissie, de Raad van Ministers en
het Europees Parlement een verklaring af voor het einde van het jaar een akkoord te bereiken over de financiering van deze
extra kosten. Over de uitkomsten van de Begrotingsraad heb ik u ook per brief geïnformeerd op 25 november 2011 (kamerstuk
21 501-03, nr. 59).
Uiteindelijk is er tussen de Raad en het Europees Parlement een akkoord gesloten waarin is afgesproken dat het begrotingsplafond
van de categorie waaronder ITER valt, categorie 1A (Concurrentiekracht), in vastleggingen wordt verhoogd met in totaal € 840 mln
voor de jaren 2012 en 2013. Met eenzelfde totaalbedrag worden de plafonds voor de categorieën 2 (Landbouw) en 5 (Administratie)
voor de jaren 2011 en 2012 verlaagd. Dit heeft geen gevolgen voor de uitgaven in die categorieën omdat er alleen ongebruikte
ruimte onder de plafonds wordt gebruikt. De resterende € 460 mln dient te worden gevonden binnen categorie 1A. Voor 2012 is
€ 100 mln reeds gevonden in de begroting 2012. De dekking van de overige € 360 mln zal bij de begroting 2013 moeten zijn ingevuld.
Omdat de extra vastleggingen die nodig zijn pas vanaf 2013 tot betalingen leiden, heeft het besluit geen gevolgen voor de
op 18 november 2011 overeengekomen EU-begroting 2012 in betalingen.
Het kabinet hecht aan voortgang met het project ITER, maar voor het kabinet was het tevens belangrijk dat bij een besluit
over de financiering van de extra kosten voor ITER primair gekeken zou worden naar mogelijkheden om deze kosten binnen de
eigen categorie te dekken. Nederland is teleurgesteld dat het niet gelukt is daarmee verder te gaan dan € 460 mln. Bovendien
is de dekking van de € 360 mln in 2013 nog onbekend. In de onderhandelingen heeft Nederland zich ingezet om een blokkerende
minderheid van lidstaten achter een verklaring te krijgen die stelt dat de € 360 mln alleen via harde ombuigingen kan worden
gevonden. Na steun voor deze verklaring van Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Oostenrijk heeft Nederland
zich uiteindelijk onthouden van stem.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager