21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 144 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2020

In mijn brief «Vijfde en zesde aanvullende EU-begroting 2020»1 van 15 juni informeerde ik u over het voorstel van de Europese Commissie voor de vijfde aanvullende EU-begroting (DAB5). In deze brief informeer ik u over de wijziging in het besluitvormingsproces van DAB5. In aanvulling daarop treft u in deze brief nogmaals een korte beschrijving van de inhoud van de aanvullende begroting aan en de Nederlandse inzet.

Wijziging besluitvormingsproces

Ten tijde van het opstellen van de hierboven benoemde brief was de verwachting dat de Raad in juli via een schriftelijke procedure zou stemmen over DAB5. Inmiddels heeft de Europese Commissie, in overleg met het Europees parlement, de schriftelijke procedure vervroegd vanwege de urgentie van de problematiek en de wens om de middelen op korte termijn beschikbaar te kunnen stellen. De schriftelijke procedure is reeds gestart en eindigt nu op woensdag 24 juni.

Voorstel vijfde aanvullende EU-begroting 2020

De Europese Commissie stelt in DAB5 voor om in totaal 585 miljoen euro aan additionele middelen in vastleggingen beschikbaar te stellen voor additionele steun aan vluchtelingen in Jordanië en Libanon (100 miljoen euro) en voor het zekerstellen van urgente humanitaire hulp aan vluchtelingen in Turkije (485 miljoen euro). In de voorgaande brief bent u ook geïnformeerd over het voornemen van het kabinet om in te stemmen met deze aanvullende begroting.

Gevolgen voor de Nederlandse afdrachten

DAB5 heeft geen gevolgen voor de raming van de Nederlandse afdrachten voor 2020. Voor de gedetailleerde beschrijving van DAB5 verwijs ik u naar mijn brief van 15 juni.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-03, nr. 142 Vijfde en zesde aanvullende EU-begroting 2020.

Naar boven