21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2018

Het lid Hijink verzocht in juni 2017 via een motie1 om een onderzoek naar het bedrag dat de EU jaarlijks uitgeeft aan de uitvoeringskosten van de EU-begroting. In deze brief ga ik in op dat verzoek.

Voor de beantwoording van de motie hanteer ik de Commissiedefinitie van administratieve uitgaven op de EU-begroting die nodig zijn om de EU te laten functioneren, aangezien deze cijfers publiek beschikbaar zijn. Niet al deze administratieve uitgaven hebben echter een directe relatie met de beheers-, management- en controlelasten van de EU-begroting. Dit geldt bijvoorbeeld voor de kosten van Europese scholen en het Economisch en Sociaal Comité. Voor de volledigheid heb ik alle administratieve uitgaven meegenomen in de beantwoording van de motie.

De administratieve kosten van de Europese Unie worden grotendeels verantwoord op categorie 5 van de Europese begroting. Deze categorie bestaat uit alle administratieve uitgaven van de instellingen die onder de EU-begroting vallen (bijv. salarissen, uitgaven aan gebouwen), de pensioenen en de Europese scholen. Tabel 1 geeft een overzicht voor de gemiddelde uitgaven in de periode 2014–2016. Met uitzondering van de uitgaven van de Europese Commissie bestaan de begrotingen van de instellingen enkel uit administratieve uitgaven. Aangezien de EU-begroting aparte budgetten bevat voor elke instelling geeft de tabel tevens een overzicht van de totale betalingen per instelling. Instellingen als de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Investeringsbank (EIB) zijn onderdeel van de Europese Unie, maar vallen niet onder de EU-begroting en zijn daarom niet meegenomen.

De EU-begroting onderscheidt vastleggingen en betalingen. Vastleggingen zijn verplichtingen die de Commissie aan kan gaan en die in hetzelfde jaar of in latere jaren tot betaling kunnen komen. Betalingen zijn daadwerkelijke kasbetalingen in een jaar. In de tabellen zijn betalingen opgenomen, aangezien deze relevant zijn voor het niveau van de Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting.

Bron: Financial Report EU budget 2014, 2015 en 2016

De agentschappen van de Europese Unie vallen op de Europese begroting niet onder categorie 5 voor administratieve uitgaven, maar onder de beleidsinhoudelijke categorieën waaruit ze een bijdrage uit de Europese begroting ontvangen. Daarnaast financieren een aantal agentschappen zich (deels) zelf via heffingen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) en het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA).

Tabel 2 geeft een overzicht van de gemiddelde betalingen van agentschappen in de periode 2014–2016. Voor de volledigheid zijn alle typen uitgaven van de agentschappen opgenomen.

Tabel 2: uitgaven agentschappen gemiddeld 2014–2016 (in miljoenen euro)
 

Betalingen

Werknemers

964

Administratieve uitgaven

344

Operationele uitgaven

1.549

Totaal

2.856

Bron: Consolidated Annual Accounts of the European Union 2014, 2015 en 2016

Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1244.

Naar boven