21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2017

In deze brief informeer ik u over de Raadspositie over de EU begroting 2018 en de 4e aanvullende begroting op de Europese begroting van 2017.

Op 12 juli hebben de EU-lidstaten een compromis bereikt over de positie van de Raad ten aanzien van het Commissievoorstel voor de EU-begroting van 2018. De Begrotingsraad die gepland stond op 24 juli komt daarmee te vervallen. Het bereikte compromis is voldoende in lijn met de Nederlandse uitgangspunten voor de onderhandelingen, waarover ik u op 31 mei heb geïnformeerd.1 Om deze reden ben ik voornemens om in te stemmen met de Raadspositie. In de voorliggende brief informeer ik u over de inhoud van de Raadspositie, de gevolgen voor de Nederlandse afdrachten en het verdere onderhandelingsproces.

Raadspositie EU-begroting 2018

De Europese Commissie heeft op 30 mei een begrotingsvoorstel voor 2018 gepresenteerd met een totale omvang van ruim 160 miljard euro aan vastleggingen en ruim 145 miljard euro aan betalingen (zie bijlage 1). De totale besparing, die in de Raadspositie is gerealiseerd ten opzichte van het begrotingsvoorstel van de Europese Commissie, bedraagt daarmee in vastleggingen 1,8 miljard euro en in betalingen 1,0 miljard euro. Het Commissievoorstel blijft zowel in betalingen als in vastleggingen onder de respectievelijke plafonds uit het Meerjarig Financieel Kader (MFK).

Nederland heeft samen met gelijkgestemde lidstaten de afgelopen weken ingezet op extra besparingen ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie, om meer ruimte aan te houden voor het reageren op onvoorziene omstandigheden. De overige lidstaten in de Raad, buiten de gelijkgestemde lidstaten, zetten in op het behoud van de voorgestelde omvang van de betalingen, met name voor het Cohesiebeleid, en zagen geen ruimte voor verdere besparingen. Dit beperkte de mogelijkheden voor besparingen. De Raadspositie heeft een omvang van bijna 159 miljard aan vastleggingen en ruim 144 miljard aan betalingen (zie bijlage 1). De totale besparing die ten opzichte van het begrotingsvoorstel van de Europese Commissie is gerealiseerd, bedraagt daarmee in vastleggingen 1,7 miljard euro en in betalingen 1,0 miljard euro.

Voor 2018 geldt dat de Raadspositie een betalingenniveau voorstelt dat 10,1 miljard euro onder het betalingenplafond (inclusief speciale instrumenten) in het MFK ligt. Zoals toegelicht in de Kamerbrief over het begrotingsvoorstel wordt de raming van de Nederlandse afdrachten aangepast om rekening te houden met deze omvangrijke marge. 2 Bij het eerstvolgende begrotingsmoment wordt u geïnformeerd over de verwerking van de gevolgen voor de Nederlandse afdrachten in de Nederlandse begroting.

Vierde aanvullende begroting 2017

Op 27 juni heeft de Europese Commissie een vierde aanvullende begroting gepubliceerd. 3 Dit voorstel betreft de mobilisatie van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) om voor een bedrag van 1,2 miljard euro hulp te bieden aan Italië naar aanleiding van een reeks aardbevingen. De Commissie stelt voor om de extra vastleggingen toe te voegen aan de overeengekomen totale vastleggingen van de begroting van 2017. Er wordt voorgesteld om dit in betalingen in de algemene begroting van 2017 te dekken via de verwachte onderuitputting door vertragingen bij implementatie van het cohesiebeleid. Vanuit deze onderuitputting wordt ook de eerdere inzet van het solidariteitsfonds gefinancierd, die is overeengekomen met de eerste aanvullende begroting.4 Deze vertraging kan mogelijk in latere jaren van het MFK ingelopen worden; dit kan de Commissie te zijner tijd meenemen in begrotingsvoorstellen. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle aanvullende begrotingen tot nu toe.

De vierde aanvullende begroting heeft in principe geen gevolgen voor de raming van de Nederlandse afdrachten voor 2017, aangezien de totale betalingen in 2017 ongewijzigd blijven. Nederland steunt de inzet van het solidariteitsfonds, aangezien het van belang is om andere Europese landen te kunnen ondersteunen na natuurrampen.

Proces

De lidstaten hebben overeenstemming bereikt over de Raadspositie over de EU-begroting van 2018. Instemming van de Raad zal plaatsvinden via een schriftelijke procedure, welke tot 4 september 2017 loopt. Naar verwachting zullen alle lidstaten instemmen met het Raadspositie. Vervolgens verloopt het onderhandelingsproces als volgt:

  • 1. Positie Europees Parlement: Het Europees Parlement heeft vanaf het vaststellen van de Raadspositie 42 dagen om amendementen in te dienen. Als deze amendementen door de Raad binnen 10 dagen worden geaccepteerd is er een begrotingsakkoord. In de regel is dat niet het geval.

  • 2. Conciliatie Raad en Europees Parlement: Als geen akkoord is bereikt, start een conciliatieperiode van 21 dagen. Meestal slagen het Europees Parlement en de Raad er aan het eind van deze periode wel in om een akkoord te bereiken. De afsluitende Begrotingsraad is voorzien voor november. Indien in conciliatie geen akkoord wordt bereikt, moet de Commissie een nieuw begrotingsvoorstel indienen.

De lidstaten hebben eveneens ingestemd met twee amendementen op de EU-begroting voor 2017: de derde aanvullende begroting5 en de vierde aanvullende begroting. Dit akkoord zal spoedig formeel door de Raad bevestigd worden, waarna de aanvullende begrotingen voorgelegd worden aan het Europees Parlement.

Uw Kamer wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen van de onderhandelingen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Bijlage 1: Raadspositie EU-begroting 2018

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de EU-begroting voor 2017, het voorstel van de Europese Commissie voor de begroting voor 2018 en het Raadspositie voor 2018.

   

Begroting 2017

Begroting EC 2018

Raadspositie 2018

Verschillen Raadspositie met voorstel EC

 

Categorie

Vast.

Betal.

Vast.

Betal.

Vast.

Betal.

Vast.

Betal.

1.a

Concurrentie kracht

21,31

19,32

21,84

20,08

21,09

19,89

– 0,75

– 0,19

1.b

Cohesiebeleid

53,59

37,20

55,41

46,76

55,41

46,52

 

– 0,24

2

Landbouw beleid

58,58

54,91

59,55

56,36

59,28

56,09

– 0,27

– 0,27

3

Veiligheid Burgerschap

4,28

3,79

3,47

2,96

3,44

2,94

– 0,03

– 0,02

4

Extern beleid

10,16

9,48

9,59

8,95

9,50

8,93

– 0,09

– 0,02

5

Administratie

9,39

9,39

9,68

9,68

9,63

9,63

– 0,05

– 0,05

Totaal1

157,32

134,03

159,55

144,81

158,35

144,01

– 1,2

– 0,8

Speciale instrumenten2

0,60

0,46

1,09

0,62

0,57

0,42

– 0,52

– 0,2

Totaal incl. spec. instr.

157,93

134,49

160,64

145,43

158,92

144,43

– 1,72

– 1,0

Marge3

– 1,69

8,42

– 0,04

9,14

1,16

10,14

1,2

1

Totaal MFK plafond

155,63

142,91

159,51

154,57

159,51

154,57

0

0

X Noot
1

Inclusief inzet flexibiliteitsinstrument

X Noot
2

Betreft hier: Noodhulpreserve, Solidariteitsfonds en Globaliseringsfonds.

X Noot
3

Op basis van de Nederlandse definitie dat de speciale instrumenten niet worden meegerekend onder het vastleggingenplafond, maar wel onder het betalingsplafond.

Bijlage 2: Overzicht aanvullende begrotingen in 2017

Omschrijving

Uitgaven

Inkomsten

 

Vastlegging

Betaling

 

DAB1 – Solidariteitsfonds VK, Cyprus, Portugal

70,4

70,41

DAB2 – Surplus

6.404,6

DAB3 – Jeugdwerkgelegenheid (YEI)

500,0

DAB4 – Solidariteitsfonds Italië

1.166,8

– 70,4

X Noot
1

In de initieel voorgestelde aanvullende begroting was de inzet van het solidariteitsfonds 71,5 miljoen euro. Dit is neerwaarts aangepast in de finale aanvullende begroting, vanwege reeds uitgekeerde voorfinanciering. http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:32017B0851&from=EN


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-03, nr. 106

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-03, nr. 106

X Noot
3

In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle aanvullende begrotingen van 2017 tot nu toe

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1416

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-03, nr. 106

Naar boven