21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2017

Op 12 april presenteerde de Europese Commissie de tweede aanvullende begroting voor 2017 (Draft Amending Budget 2, DAB2). Met deze aanvullende begroting wordt het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de Europese begroting over 2016 (het surplus) in de begroting voor 2017 verwerkt.

De uitvoering van de EU-begroting voor 2016 heeft een surplus van 6,4 miljard euro opgeleverd. Het surplus wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de uitgaven 4,9 miljard euro lager zijn uitgevallen dan verwacht, vooral vanwege vertragingen bij de implementatie van het cohesiebeleid. Daarnaast zijn de ontvangsten per saldo 1,7 miljard euro hoger uitgekomen dan verwacht, grotendeels door hogere boete-ontvangsten en rente op late betalingen.

Voor Nederland leidt het surplus in 2017 tot 0,3 miljard euro lagere afdrachten. Naar verwachting zullen de vertragingen aan de uitgavenzijde van de EU-begroting in 2016 in latere jaren van het MFK ingelopen worden, hetgeen in die jaren tot een even grote verhoging van de afdrachten leidt. Voor de zomer geeft de Commissie naar verwachting meer informatie over het doorschuiven van uitgaven naar latere jaren van het MFK. Daarna zal uw kamer worden geïnformeerd over de effecten hiervan op de (raming van de) Nederlandse afdrachten in 2018–2020 en wordt het totale effect verwerkt in de Nederlandse begroting. De begroting van Buitenlandse Zaken bevat een uitgebreid overzicht van mutaties op de raming van de EU-afdrachten.

Het kabinet steunt de tweede aanvullende begroting voor 2017 en zet in op een spoedige aanname door de Raad en het Europees Parlement.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven