nr. 927
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2009
Graag bieden wij u hierbij aanvullende informatie op de geannoteerde agenda
aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 26 en 27 oktober
2009.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
F. C. G. M. Timmermans
In aanvulling op de geannoteerde agenda berichten wij
u dat het voorzitterschap een drietal onderwerpen aan de agenda van de RAZEB
heeft toegevoegd.
EDEO
De Raad zal de voorbereiding van de inrichting van de Europese Dienst
voor het Externe Optreden (EDEO) bespreken. De lopende discussie in Raadskader
over dit onderwerp heeft tot doel de uitgangspunten voor de totstandkoming
van de EDEO te formuleren. Deze uitgangspunten zullen worden meegegeven aan
de Hoge Vertegenwoordiger als inbreng van de Raad voor het EDEO-Raadsbesluit
dat de nieuwe HV zal voorbereiden. Het bedoelde besluit zal, na inwerkingtreding
van het verdrag van Lissabon, door de Raad met eenparigheid van stemmen worden
genomen, na raadpleging van het Europees Parlement en na instemming van de
Commissie. De inzet van de regering ten aanzien van deze dienst is uw Kamer
meegedeeld in onze brief van 5 oktober jl. (Kamerstuk 31 384).
Albanië
De Raad zal spreken over de EU-lidmaatschapsaanvraag die Albanië
op 28 april 2009 heeft ingediend bij het toenmalige Tsjechische voorzitterschap.
Het voorzitterschap wil bespreken of, en zo ja, wanneer de Raad de Commissie
moet vragen om een avis over deze lidmaatschapsaanvraag.
In de discussie zullen de jaarlijkse voortgangsrapportage van de Europese
Commissie over Albanië en het ODIHR-rapport over het verloop van de Albanese
parlementsverkiezingen (28 juni jl.) worden meegenomen. De meeste lidstaten
vinden dat het verzoek om een avis een procedureel
besluit is dat dientengevolge met gewone meerderheid in de Raad kan worden
genomen. Nederland is van oordeel dat een dergelijk besluit wel degelijk een
politieke lading heeft en derhalve bij unanimiteit moet worden genomen.
Gelet op het gestelde in het ODHIR-rapport en de voortgangsrapportage
van de Commissie, alsmede de waarneembare progressie die Albanië in de
laatste jaren heeft gemaakt bij de organisatie en het verloop van verkiezingen,
en met inachtneming van het krachtenveld in Brussel, kan Nederland instemmen
met een besluit van de Raad de Commissie te verzoeken een avis te schrijven over de Albanese lidmaatschapsaanvraag. Dit verzoek
zal – net als bij de avis-aanvraag voor
Montenegro (april 2009) – gepaard moeten gaan met stevige Raadsconclusies
waarin de conditionaliteiten van de uitbreidingsstrategie van december 2006
in herinnering worden gebracht.
Sri Lanka
De Raad zal spreken over de humanitaire situatie in Sri Lanka, waar nog
ongeveer 240 000 ontheemden onder soms erbarmelijke omstandigheden in
kampen verblijven. De kampen staan onder militair beheer en de ontheemden
hebben nauwelijks bewegingsvrijheid. Bovendien zijn familieleden vaak van
elkaar gescheiden. In september zijn duizenden ontheemden die uit het grootste
kamp in het noorden (Menik Farm) waren vrijgelaten, alsnog overgebracht naar
transit-kampen. Door een daling van het waterniveau begint een gebrek aan
schoon water te ontstaan in de kampen. Met de komst van de moesson zal de
kans op overstromingen stijgen, met vervuiling van het weinige drinkwater,
verspreiding van ziektes en problemen met de huisvesting in tenten als gevolg.
De humanitaire situatie dreigt hierdoor verder te verslechteren.
De ministers zullen bespreken hoe de EU de Srilankaanse overheid ertoe
kan bewegen ernst te maken met de terugkeer van de ontheemden. Er zijn Raadsconclusies
voorzien, waarin opgeroepen wordt tot spoedige en veilige terugkeer van de
ontheemden, een constructieve dialoog over de situatie van de ontheemden in
de kampen en een inclusief verzoeningsproces. Nederland onderschrijft de Raadsconclusies
en hecht vooral aan een onmiddellijke, veilige en vrijwillige terugkeer van
ontheemden. Hiernaast is het vergroten van de bewegingsvrijheid van de ontheemden
binnen en buiten de kampen van belang. Ook hecht Nederland aan een duurzame,
inclusieve politieke oplossing van het conflict en een nationaal verzoeningproces.