21 501-02
Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

21 501-20
Europese Raad

nr. 608
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 8 maart 2005

De vaste commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 15 december 2004 overleg gevoerd met de minister-president, minister Balkenende van Algemene Zaken en minister Bot van Buitenlandse Zaken over:

– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 december inzake het verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 13 en 14 december 2004 (21 501-02, nr. 597);

– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 december inzake de agenda van de Europese Raad van vrijdag 17 december (21 501-20, nr. 267);

– de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 december 2004 over de EU-China Top (21 501-02, nr. 598).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van Baalen (VVD) benadrukt dat het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije dient te gebeuren op basis van de heldere afspraken uit het rapport van de Europese Commissie. Dit rapport moet integraal onderdeel uitmaken van de besluitvorming in de Europese Raad aangaande toetredingsonderhandelingen met Turkije. De Engelstalige conceptconclusies van de Europese Raad zijn vaag en voor meerdere uitleg vatbaar. Daarom stelt de heer Van Baalen de regering een aantal vragen.

– punt 4: Betekent de frase «verwelkomen van het Commissierapport over Turkije» dat dit rapport wordt overgenomen als onderhandelingskader?

– punt 5: Betekent het in herinnering roepen van de absorptiecapaciteit dat Turkije niet kan toetreden voordat de EU zichzelf heeft hervormd?

– punt 17: Moet Turkije geheel of gedeeltelijk voldoen aan de politieke Kopenhagen-criteria?

– punt 18: Hoe monitort de Europese Commissie de mensenrechtensituatie? Worden de onderhandelingen met Turkije pas geopend na aanname van het wetgevingspakket? Zijn deze wetten reeds aangenomen? Zo nee, welke wetten moeten nog worden aangenomen?

– punt 23: Wat betekent de «maximale rol» van de lidstaten bij het tot stand brengen van vrij verkeer van personen? De heer Van Baalen is van mening dat een beslissing tot het opheffen van de blokkade voor vrij verkeer na het afsluiten van de onderhandeling in IGC-kader moet worden genomen. Hoe permanent is de permanente vrijwaringclausule? Over de mensenrechtenhandrem wordt met gekwalificeerde meerderheid besloten. De lidstaten in de IGC besluiten «without prejudice to the general requirement for unanimity in the IGC». Wat betekent dit voor het veto? Wat wordt er verstaan onder een «open-ended process»? Betekent dit dat Turkije niet toetreedt, indien het land niet voldoet aan de Kopenhagen-criteria? Of betekent het dat toetreding zelfs niet zeker is als Turkije wél aan deze criteria voldoet?

Welke rol speelt de impliciete dan wel expliciete erkenning van de Republiek Cyprus voor het starten van het onderhandelingsproces? De mensenrechtensituatie in Turkije is nog niet van dien aard dat Turkije toe kan treden, maar er is voldoende progressie geboekt om de onderhandeling te kunnen starten. Van toetreding kan pas sprake zijn na 2014, wanneer de Financiële Perspectieven zijn afgesloten.

De heer Van Baalen vindt het onwenselijk dat Turkse burgers in Nederland op grote problemen stuiten, bijvoorbeeld door verlies van het erfrecht, indien zijn de Turkse nationaliteit afstaan ten gunste van de Nederlandse. De Nederlandse regering moet er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de Turkse regering aan deze praktijk een einde maakt. Het is onwenselijk dat Turkse staatsorganen, zoals Diyanet, zich bemoeien met de godsdienstbeleving van Turkse of voormalig Turkse onderdanen in Nederland.

De heer Van Baalen heeft veel vertrouwen in de regering van de Bulgaarse premier Simeon van Saksen-Coburg-Gotha. Hij is verheugd dat de onderhandelingen zijn afgesloten, dat er in 2005 een verdrag wordt gesloten en dat Bulgarije in 2007 kan toetreden als het land aan alle voorwaarden voldoet. Het is voorts verheugend dat Basescu de presidentsverkiezingen in Roemenië heeft gewonnen, want dat geeft vertrouwen in de politieke hervormingen en de bestrijding van corruptie. Met een verzwaard monitoringsregime en een vrijwaringclausule moet ook Roemenië in 2007 kunnen toetreden. Voor Kroatië is vereist dat het land volledige medewerking verleent aan het Joegoslavië-tribunaal.

Na de uitbreiding met Bulgarije, Roemenië, Kroatië en Turkije zou er een moratorium moeten komen op het openen van nieuwe toetredingsonderhandelingen. De EU heeft weliswaar verplichtingen tegenover andere landen, maar heeft tijd nodig om zichzelf te stabiliseren.

Hoewel de heer Van Baalen verheugd is dat het EU-wapenembargo tegen China niet is opgeheven, is hij verbaasd dat tijdens aan eerder algemeen overleg is gesproken over het niet afgeven van positieve signalen, terwijl deze wél zijn afgegeven. Wat is de positie van de regering nu en na het einde van het voorzitterschap?

De heer Van Dijk (CDA) heeft de indruk dat de discussie over de toetreding van Turkije zich eerder richt op het eindresultaat, dan op de hoofdvraag in hoeverre Turkije voldoet aan de politieke criteria. Op dit moment voldoet Turkije nog niet aan de politieke criteria. Daarom moeten er maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat Turkije aan deze criteria gaat voldoen. De onderhandelingen met Turkije kunnen starten op het moment dat het wetgevingspakket bestaande uit zeven wetten in werking is getreden en er werk is gemaakt van de aanpak van intimidatie van christenen en martelingen. Deze elementen moeten in voldoende mate terugkomen in de Raadsconclusies. De heer Van Dijk heeft vertrouwen in de belofte van de regering dat zij zich hiervoor met hartstocht zal inzetten. Als Turkije aan de politieke criteria voldoet, kan het land aan het einde van het proces volwaardig lid van de EU worden.

In een eerdere versie van de Raadsconclusies stond dat iedere lidstaat een beroep kan doen op de noodremprocedure waarna hierover bij gekwalificeerde meerderheid wordt besloten. Nu moet hiertoe een verzoek worden gedaan door eenderde van de lidstaten. Kan de minister dit toelichten?

De heer Van Dijk is niet tevreden over de reactie van de Turkse minister Gül op de brief van de regering over godsdienstvrijheid. Wil de regering hier nogmaals de aandacht van de Turkse regering voor vragen?

Wat vindt de regering van het rapport van de heer Eurlings over de toetreding van Turkije, dat in stemming wordt gebracht in het Europees Parlement? Het gaat de heer Van Dijk vooral om paragraaf 59, waarin een aantal elementen betreffende de onderhandelingen worden genoemd.

Het heeft de heer Van Dijk verbaasd dat de minister tijdens een algemeen overleg op 7 december aangaf niet te verwachten dat de onderhandelingen met Roemenië de volgende dag zouden zijn afgerond, terwijl dit wel het geval is geweest. Klopt het dat de feitelijke toetreding met een jaar wordt uitgesteld als een aantal benchmarks in oktober 2005 niet is gehaald? Zo ja, waarom staat dit niet in de Raadsconclusies? Hij kijkt de minister aan tegen de door Roemenië bepleitte heropening van een aantal hoofdstukken? Er wordt gesuggereerd dat het verdrag al in mei 2005 zal worden ondertekend. Is dat verstandig gezien het feit dat de benchmarks pas voor oktober 2005 op de agenda staan? De onderhandelingen met Kroatië kunnen alleen worden geopend op het moment dat er volledig wordt samengewerkt met het Joegoslavië-tribunaal.

In het kader van de Financiële Perspectieven neigt men volgens de regering naar een plafond voor eigen middelen van 1%. In de Raadsconclusies staat echter: «The European Council endorsed the Commission proposal to maintain the ceiling for the own resources at the current level of 1,24% of EU GNI.» Wat is er nu echt afgesproken over de Financiële Perspectieven?

De heer Timmermans (PvdA) onderstreept het belang van drie punten in het voorstel van de Commissie met betrekking tot de toetreding van Turkije. Er is een noodremprocedure. Er is sprake van een permanente vrijwaringclausule en dus een overgangstermijn sine die voor het vrije verkeer van personen. Voorts moet het de inzet zijn dat Turkije volwaardig lid wordt van de Europese Unie. Het verloop van de hervormingen in Turkije en van het onderhandelingsproces moet uitwijzen of deze drie punten ook gerealiseerd kunnen worden. Deze kernpunten uit het document van de Commissie moeten dan ook helder zijn vervat in de conclusies van de Europese Raad. Voordat een volwaardig lidmaatschap van Turkije mogelijk is, zal de Turkse samenleving de eigen geschiedenis inzake de Armeense kwestie moeten verwerken. Dit is echter geen taak van Europa, maar een zaak van de Turkse samenleving zelf. Hoe zal de EU Turkije kunnen helpen om deze pijnlijke geschiedenis te erkennen?

De overwinning van Basescu bij de presidentsverkiezingen biedt de Roemenen een kans om corruptie nog harder aan te pakken. Gezien de omvang van het probleem is de heer Timmermans echter blij dat het mogelijk is toetreding met een jaar uit te stellen. Mede als gevolg van de toenemende kritiek van het Joegoslavië-tribunaal op Kroatië, nemen de twijfels van de heer Timmermans over toetreding van dit land toe.

Ten aanzien van China heeft de Kamer zich uitgesproken voor harmonisatie van het wapenexportbeleid van de EU-lidstaten. De heer Timmermans heeft niet de indruk dat de regering zich heeft ingespannen om dat ook daadwerkelijk tot stand te brengen.

De heer Van Bommel (SP) vraagt de regering te reageren op de verkiezing van Basescu tot president van Roemenië. Waarschijnlijk kan er nu voortgang worden geboekt met de bestrijding van corruptie. De onderhandelingen over de laatste twee openstaande hoofdstukken, namelijk JBZ en mededinging, zijn voorlopig afgesloten. Er is echter aangedrongen op heronderhandelingen over enkele andere punten. Wat vindt de regering daarvan? De heer Van Bommel vraagt aandacht voor het goudmijnproject in de vallei van Rosia Montana. De exploitatie dreigt te leiden tot gedwongen evacuatie van 2100 mensen en een permanente verwoesting van een uniek natuurgebied. Er zou sprake zijn van strijdigheid met EU-richtlijnen op het gebied van milieueffectbeoordeling en bescherming van grondwater. Is dat project een aandachtspunt in de gesprekken met de Roemeense overheid?

Voorwaarde voor het openen van toetredingsonderhandelingen met Kroatië moet volledige medewerking met het Joegoslavië-tribunaal zijn. Deelt de regering de zienswijze van hoofdaanklager Del Ponte dat de Kroatische regering geen volledige medewerking wil verlenen en zelfs bescherming biedt aan personen die zich voor het Joegoslavië-tribunaal zouden moeten verantwoorden?

In de media en buiten de officiële kanalen zijn de toetredingsonderhandelingen met Turkije eigenlijk al gestart. Dat is zorgelijk omdat de status van zaken die nu worden gewisseld, onduidelijk is. Klopt het dat er vóór de Europese Raad sprake moet zijn van een volledige erkenning van Cyprus? Of voldoet ook een erkenning de facto door het ondertekenen van een protocol bij het douaneverdrag door Turkije? De Armeense kwestie moet voortdurend onderwerp van gesprek zijn in de contacten met Turkije. Welke eindsituatie vindt de regering wenselijk: een gedeeltelijk lidmaatschap, een onvolwaardig lidmaatschap of een volwaardig lidmaatschap? De heer Van Bommel hoopt dat de regering tijdens de komende Europese Raad inzet op een concrete startdatum voor toetredingsonderhandelingen.

Ondanks de recente proliferatie van Iran worden de onderhandelingen over een handels- en samenwerkingsovereenkomst mogelijk in januari 2005 hervat. Is de regering echt overtuigd van de goede wil van Iran? In de Kamer is er steeds op gehamerd dat de EU-gedragscode moet worden aangescherpt alvorens kan worden gesproken over opheffing van het wapenembargo tegen China. Waarom is deze koppeling niet terug te vinden in de conclusies van de EU-China Top? Denkt de regering nog steeds serieus na over een koppeling tussen opheffing van het wapenembargo en de mensenrechtensituatie in China?

Mevrouw Lambrechts (D66) is voorstander van toetreding van Turkije tot de EU en is van mening dat het land zich heeft gekwalificeerd voor het starten van de toetredingsonderhandelingen. Zij hoopt dat deze onderhandelingen in 2005 kunnen starten. Omdat een volwaardig lidmaatschap het uitgangspunt moet zijn, is het jammer dat er, anders dan bij andere kandidaat-lidstaten, is gekozen voor het opnemen van een permanente vrijwaringclausule. Zij begrijpt echter dat het in dit geval noodzakelijk is om extra waarborgen te geven. Zet ook de regering in op een volwaardig lidmaatschap? Is de vrijwaringclausule een slimme zet om degenen over de streep te trekken die bedenkingen hebben over toetreding van Turkije, of zet het uiteindelijk de deur open voor een permanente status aparte? Dat laatste zou mevrouw Lambrechts betreuren.

Acceptatie van een aanvullend protocol bij het douaneverdrag door Turkije zou door mevrouw Lambrechts worden gezien als erkenning de facto van Cyprus. Openstelling van de grenzen met Armenië zou voorts de facto gezien kunnen worden als erkenning van de genocide van 1915 en interne verwerking van de Armeense kwestie.

Mevrouw Lambrechts heeft met verbazing kennis genomen van het feit dat er kennelijk is besloten dat de toetredingsonderhandelingen met Kroatië in april kunnen starten en dat toetreding, als alles goed verloopt, in 2009 kan plaatsvinden. Er zijn concrete data genoemd, terwijl zij de stellige indruk had dat dit niet zou gebeuren, noch voor de start van de onderhandelingen, noch voor de toetreding. Wie gaat er beoordelen of Kroatië volledige medewerking verleent aan het Joegoslavië-tribunaal? Mevrouw Lambrechts is van mening dat het Joegoslavië-tribunaal dit zelf moet beoordelen.

Het is jammer dat de toetreding van Bulgarije en Roemenië nauw met elkaar in verband wordt gebracht, terwijl Bulgarije veel meer vooruitgang boekt dan Roemenië. Is er nog enige ruimte voor een aparte behandeling van deze twee landen? Zijn de noodremprocedure en het jaar extra dat voor Roemenië nodig zou zijn, uit het zicht verdwenen?

De heer Herben (LPF) waarschuwt dat toetreding van Turkije tot de EU de blunder van de eeuw zal zijn, omdat het volkrijkste en machtigste land van de EU qua geografie, historie, religie en cultuur niet of nauwelijks tot Europa mag worden gerekend. Uit onderzoek is gebleken dat 23% van de Turkse bevolking van plan is om elders in de EU werk te zoeken, zodra Turkije lid is geworden van de EU. Hoe gaat de regering deze Turkse migratie tegenhouden? Toetreding van Turkije is een blunder, omdat Europa hierdoor gevaarlijke landen als Syrië, Irak en een kernmacht in wording als Iran als nieuwe buren krijgt. Hoe gaat Europa deze nieuwe buitengrenzen zodanig bewaken dat terroristen en andere ongewenste personen buiten worden gehouden? Toetreding van Turkije is voorts bezwaarlijk omdat in de besluitvorming geen rekening is gehouden met de Nederlandse bevolking, die in meerderheid tegen Turkse toetreding is. Waarom stemt de regering wél in met een referendum over het Europees grondwettelijk verdrag en niet met een referendum over de toetreding van Turkije?

Als er nu niet op de rem wordt getrapt gaat de EU onderhandelen met een land dat een economische blokkade heeft opgeworpen tegen buurland Armenië, dat zijn eigen genocide op 1,5 miljoen Armeniërs zelfs een kleine eeuw na dato nog niet onder ogen kan zien en dat een van de 25 huidige lidstaten, namelijk de Republiek Cyprus, weigert te erkennen. Waarom pikt de regering dat, terwijl iedereen de mond vol heeft van Europese waarden en normen? Is de regering bang dat een «nee» tegen Turkije zal leiden tot een toename van het islamitisch terrorisme, zoals de Turkse premier Erdogan voorspelde? Hoe beoordeelt de regering deze waarschuwing van premier Erdogan? In een interview met de Franse krant Le Monde liet premier Erdogan weten dat alleen de Verenigde Naties (VN) het recht hebben om Turkije te vragen Cyprus te erkennen. Is de regering bereid de VN, mede namens de andere EU-lidstaten, te verzoeken hier werk van te maken?

De lat voor kandidaat-lidstaten wordt voortdurend lager gelegd. Voor Turkije gold aanvankelijk dat het land moest voldoen aan de politieke Kopenhagen-criteria. Nu moet Turkije «in voldoende mate» aan deze criteria voldoen. Ook in het geval van Roemenië, waar corruptie nog steeds een groot probleem is, wordt gemarchandeerd met de criteria. Overigens heeft de heer Herben geen principiële problemen met toetreding van Roemenië.

De heer Van der Staaij (SGP) is van mening dat de fundamentele discussie over de wenselijkheid van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie onvoldoende is gevoerd. Er is onvoldoende aandacht besteed aan de consequenties voor het integratiebeleid, het buitenlandbeleid en de financiën van de EU, terwijl te veel aandacht uitgaat naar de bestuurlijke discussie of al dan niet is voldaan aan bepaalde criteria. De heer Van der Staaij is geen voorstander van toetreding van Turkije tot de EU, aangezien hij dit een onverantwoord avontuur acht. Hij is en blijft dan ook tegenstander van de onderhandelingen met Turkije. Wordt er op de top gesproken over de weerstand tegen toetreding van Turkije bij de inwoners van verschillende EU-leden? Wat betekent de democratische waarborg dat een toetredingsverdrag steun van een meerderheid van de parlementen nodig heeft? Hoe zal de spanning die zich in diverse landen aftekent, doorwerken op de conclusies van de Europese Raad? Onderschat de regering het probleem niet als zij meent dat het voldoende is om noodremmen en uitzonderingsclausules in de procedures op te nemen?

Als er uiteindelijk voor wordt gekozen om Turkije te laten toetreden, moet geloofwaardig worden getoetst aan de Kopenhagen-criteria. Op dat terrein zijn er nog diverse zorgpunten. De tekortkomingen op het terrein van godsdienstvrijheid zijn bijvoorbeeld nog niet weggewerkt. De heer Van der Staaij hoopt daarom dat er niet wordt gesjoemeld met de criteria. De regering legt terecht nadruk op de kwestie-Cyprus. Ook de Armeense genocide dient nadrukkelijk aan de orde te komen. De manier waarop wordt omgegaan met de Armeense kwestie kan dienen als een lakmoesproef voor de manier waarop minderheden worden bejegend en de manier waarop vrijheid van meningsuiting in Turkije functioneert.

Formeel zijn de onderhandelingen met Roemenië afgerond. De heer Van der Staaij is van mening dat de vooruitgang op de terreinen justitie, grensbewaking en corruptiebestrijding niet zodanig is, dat dit vanzelfsprekend is. Hij verwacht echter dat de mogelijkheid om toetreding met een jaar uit te stellen, voldoende handvaten biedt om het land te bewegen tot drastische hervormingen.

De mensenrechtensituatie in China lijkt alleen maar slechter te worden. De heer Van der Staaij is blij dat de regering wil spreken over de positie van bijvoorbeeld de christelijke huisgemeente, maar vindt het absoluut niet op zijn plaats als de EU een positief signaal afgeeft richting China.

Mevrouw Karimi (GroenLinks) complimenteert de minister-president met zijn inzet om de besluitvorming rond de toetreding van Turkije tot een goed einde te brengen. Voordat de onderhandelingen kunnen worden geopend, moet Turkije hebben voldaan aan de politieke criteria. Als er een datum wordt genoemd voor het begin van de onderhandelingen, moet duidelijk zijn aan welke andere voorwaarden Turkije moet hebben voldaan. Daarom steunt mevrouw Karimi de inzet van de Nederlandse regering. Mevrouw Karimi is net als de heer Herben bezorgt over extremisme. Zij geeft echter de voorkeur aan een Turkije als sterke bongenoot om gezamenlijk tegen extremisme te kunnen optrekken. Omdat er onder de Europese bevolking veel discussie is over toetreding van Turkije, zou het goed zijn om hierover een Europees referendum te organiseren en dit in een vroeg stadium met Turkije te bespreken.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister-president is het met de woordvoerders eens dat tijdens de Europese Raad fundamentele beslissingen moeten worden genomen ten aanzien van de uitbreiding van de EU. Hij wijst er voorts op dat er zal worden gesproken over terrorisme. Nederland heeft tijdens het voorzitterschap gewerkt aan bijvoorbeeld de uitwisseling van informatie en de aanpak van financiële stromen in het kader van het Haagse programma. Ook volgend jaar moet dit beleid worden doorgezet.

De posities inzake de Financiële Perspectieven lopen zeer uiteen, bijvoorbeeld wat betreft financiële stromen, hervorming van het landbouwbeleid en de financiële ruimte. Het is de taak van de voorzitter om te werken aan de «principles and guidelines». De minister is ermee ingenomen dat de Europese Commissie het door het Nederlandse voorzitterschap geëntameerde waardendebat voortzet.

Ten aanzien van de toetreding van Turkije mag consistentie worden verwacht van de EU, aangezien al veertig jaar met Turkije wordt gesproken over toetreding. Een «nee» tegen Turkije vindt de minister dan ook niet op zijn plaats. Er moet wel worden vastgehouden aan de vastgestelde toetredingscriteria. Dat betekent onder andere dat er scherp moet worden gelet op zaken als vrijheid van godsdienst en marteling, waarover terecht zorg bestaat. Daarom wordt er ook monitoring ingesteld van de mensenrechtensituatie. In het oog moet echter worden gehouden dat er de laatste jaren veel ten goede is gekeerd. Tijdens de Europese Raad wordt besloten of wordt gestart met formele toetredingsonderhandelingen. Indien Turkije het groene licht krijgt, moet er worden besloten over een datum. Voorts moet worden besloten wat er gebeurt als zich na het starten van de onderhandelingen problemen voordoen.

Onderhandelingen met Turkije moeten in de eerste plaats zijn gericht op een volwaardig lidmaatschap van de EU. Aangezien de onderhandelingen een open-einde-karakter hebben, kan de uitkomst echter niet op voorhand worden gegarandeerd. Het is de taak van het voorzitterschap om de uiteenlopende posities binnen de EU bijeen te brengen, zodat er een proces voor de komende jaren kan worden uitgezet. Dit vraagt een grote subtiliteit.

De erkenning van Cyprus door Turkije ligt voor beide landen erg gevoelig. De ondertekening door Turkije van het protocol bij het douaneverdrag betekent een de facto erkenning van Cyprus. Het voorzitterschap streeft ernaar dat deze stap ook wordt gezet door Turkije. Daarna kan worden gewerkt aan normalisatie van de verhoudingen tussen beide landen. Ten aanzien van Turkije, een land met 72 miljoen inwoners, is opname van een permanente vrijwaringclausule betreffende vrij verkeer van personen van belang teneinde verstoring van de arbeidsmarkt tegen te gaan. Op lange termijn is het echter de bedoeling een vrij verkeer van personen te realiseren. Permanent betekent dus niet «definitief», maar «gedurende langere tijd». Het is inderdaad een overgangstermijn zonder einddatum.

Voordat Turkije daadwerkelijk zal kunnen toetreden, moet er nog veel gebeuren. Niet alleen moet Turkije zelf nog de nodige veranderingen doorvoeren en moet daarvoor een monitoringsmechanisme in het leven worden geroepen, maar ook de EU zelf zal klaar moeten zijn. Dit betekent dat toetreding van Turkije binnen vijf à zes jaar logistiek gezien ondoenlijk lijkt.

De minister is geen voorstander van een referendum over Turkije, omdat hij hecht aan de werking van de representatieve democratie. Ten aanzien van de toetreding van Turkije wordt de normale democratische procedure gevolgd. Dat neemt niet weg dat het in een dualistisch stelsel mogelijk is dat het parlement het initiatief neemt tot de organisatie van een referendum. Een referendum over de toetreding van Turkije zal pas kunnen plaatsvinden nadat de onderhandelingen zijn afgerond en kan dus pas op langere termijn aan de orde komen. De minister vindt dat de nadruk op dit moment moet liggen op consistentie van besluitvorming en «fair play» ten aanzien van Turkije. Los van dit principiële bezwaar, zijn er ook praktische bezwaren tegen een Europees referendum. De constitutionele posities van de verschillende lidstaten lopen bijvoorbeeld zeer uiteen. Sommige landen kennen een bindend referendum, terwijl andere landen alleen werken met raadplegende referenda.

De minister benadrukt dat hij er als minister-president voor moet zorgen dat er voldoende draagvlak in het parlement is voor de inzet van Nederland tijdens de Europese Raad. Dat betekent ook dat hij rekening moet houden met de zorgen die bij verschillende fracties leven. De minister meent dat de conceptconclusies in behoorlijke mate tegemoet komen aan de inbreng van het parlement. Hij ervaart dan ook in belangrijke mate steun van verschillende woordvoerders voor zaken die tijdens de Europese Raad aan de orde zullen worden gesteld. Tijdens het plenaire debat over de uitkomsten van de Europese Raad zullen de verschillende fracties te kennen moeten geven of zij zich in de uitkomsten kunnen vinden.

De minister heeft vertrouwen in de regering van de Bulgaarse premier Simeon van Saksen-Coburg-Gotha. Er is veel ten goede gekeerd in Bulgarije. Ten aanzien van Roemenië moeten er nog een aantal zaken worden besproken. Over Kroatië zijn de meningen in Europa verdeeld. De Nederlandse regering is tevreden dat samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal duidelijk in de conclusies is gemarkeerd. De minister heeft het aanstaande Luxemburgse voorzitterschap gevraagd goed in de gaten te houden of de samenwerking tussen Kroatië en het Joegoslavië-tribunaal voldoende gewaarborgd is.

Hoewel de minister van mening is dat er rekening moet worden gehouden met een beperkte absorptiecapaciteit van de EU om nieuwe lidstaten op te nemen, is hij geen voorstander van een moratorium. In conclusie 5 wordt niet voor niets verwezen naar de absorptiecapaciteit van de EU, maar het gaat te ver om toetreding van bijvoorbeeld verschillende Balkanlanden voorlopig op de lange baan te schuiven.

Met betrekking tot de Financiële Perspectieven verwacht de minister zware debatten. De opvattingen over het uitgavenkader van de EU lopen namelijk zeer uiteen. De opvattingen verschillen bijvoorbeeld over de aanwending van structuurfondsen en de toekomst van het Europese landbouwbeleid. Voor Nederland is het generieke correctiemechanisme van groot belang. Op dit moment is Nederland een nettobetaler en zal de regering de vraag moeten opwerpen of de balans niet is doorgeschoten. Een plafond voor eigen middelen van 1,24% is genoemd door de Europese Commissie. Daarover bestaat echter nog geen overeenstemming, want dat debat moet nog worden gevoerd.

Tijdens de EU-China Top is gesproken over een positief signaal. De koppeling met de gedragscode is echter altijd gelegd en deze koppeling is in de teksten ook geëxpliciteerd. Ten aanzien van mensenrechten is altijd de formule gehanteerd dat stappen van China op dat punt bijdragen aan een goed klimaat. Dat betekent dat er geen formele koppeling is gelegd, maar dat het onderwerp wel voortdurend op de agenda staat. Opheffing van het wapenembargo is voorlopig niet aan de orde.

De minister van Buitenlandse Zaken licht toe dat «verwelkomen van het Commissierapport over Turkije» betekent dat de Raad het Commissierapport nadrukkelijk onderschrijft. Het op te stellen onderhandelingsmandaat zal alle factoren meenemen die in het Commissierapport zijn genoemd. Voorts zal het onderhandelingsmandaat de zaken bevatten die de Raad nog overeen zal komen. Pas als Turkije geheel voldoet aan alle Kopenhagen-criteria kan er sprake zijn van toetreding tot de EU. De voortgang van Turkije zal nauwkeurig worden gemonitord. De Commissie zal daartoe regelmatig rapporten uitbrengen over de toestand in Turkije. Voorts wordt gebruik gemaakt van rapporten van ngo's. Zodra een of meerdere lidstaten aan de bel trekken omdat er iets niet in orde is, zal de Commissie dit moeten onderzoeken. Hierna treedt eventueel de noodremprocedure in werking. In afwijking van de procedure die is gevolgd met andere toetredende landen, zijn er bovendien benchmarks ingevoerd. Bij ieder hoofdstuk wordt daardoor zowel aan het begin als aan het einde naar de criteria gekeken. Als er niet aan die criteria is voldaan, kan een lidstaat aan de rem trekken en wordt het hoofdstuk niet afgesloten.

De meeste van zeven wetten uit het wetgevingspakket treden op 1 april 2005 in werking. De wet op de stichtingen maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat kerkgenootschappen zich organiseren en gebouwen in eigendom hebben. De minister heeft zijn ambtgenoot Gül een aantal malen aangesproken op het belang de positie van christenen te verbeteren en martelingen te voorkomen. Uit de antwoorden van de Turkse regering blijkt de bereidheid hier serieus werk van te maken. Dit neemt niet weg dat de situatie nog niet overal perfect is. Mocht er sprake zijn van misdragingen, dan zal de Turkse regering deze streng aanpakken. Turkije weet dat het niet kan toetreden als niet aan alle criteria is voldaan en de Nederlandse regering zal hierop blijven hameren tot het moment waarop de onderhandelingen worden geopend.

Vanzelfsprekend onderschrijft de minister paragraaf 59 van het rapport van de heer Eurlings over de toetreding van Turkije. De zaak zou echter uit zijn verband worden gerukt als dit punt specifiek in de conclusies zou worden opgenomen. Daarom wordt in de conclusies verwezen naar het héle rapport van het Europees Parlement.

De «maximale rol» van lidstaten houdt in dat lidstaten beslissen over het inroepen en beëindigen van de permanente vrijwaringclausule. Het is dus niet aan de Commissie om daarover te beslissen. De Raad beslist eventueel bij gekwalificeerde meerheid of de onderhandelingen moeten worden opgeschort. Iedere lidstaat kan problemen binnen de IGC aan de orde stellen. Bovendien kan iedere lidstaat besluiten om een hoofdstuk niet af te sluiten. Deze twee procedures staan los van elkaar. Dit betekent dat lidstaten in verschillende stadia de mogelijkheid hebben om aan de noodrem te trekken.

De minister begrijpt de zorgen over omvangrijke emigratie van Turken na toetreding. Na de toetreding van landen als Spanje en Portugal tot de EU bleek echter dat er juist omgekeerde migratie plaatsvond, omdat er enorme kansen ontstonden in deze nieuwe lidstaten. Het probleem van migratie komt in het geval van Turkije pas aan de orde als de onderhandelingen zijn afgerond over tien à vijftien jaar. De situatie in Turkije zal dan volledig anders zijn. Mochten zich toch problemen voordoen, dan kan migratie altijd nog worden voorkomen door middel van de permanente vrijwaringclausule.

Mocht Turkije niet toetreden tot de EU, dan zal er een zeer poreuze grens ontstaan op de Balkan. De Balkanlanden zullen namelijk zeker toetreden tot de EU, want dat is al toegezegd. Daarom denkt de minister dat het verstandiger is om in geval van toetreding met Turkije te zorgen voor veilige buitengrenzen. De uitspraken van de heer Erdogan in Le Monde waren waarschijnlijk bedoeld voor binnenlandse consumptie.

De minister vindt het wenselijk dat mensen met een dubbele nationaliteit kiezen voor één nationaliteit. Aan de andere kant is het onwenselijk dat iemand in het land van oorsprong gestraft zou worden door te kiezen voor de Nederlandse nationaliteit. Daarom zal de Nederlandse regering contact opnemen met de Turkse regering en aandringen op maatregelen om te voorkomen dat kiezen voor de Nederlandse nationaliteit leidt tot ongewenste consequenties. De regering zal contact opnemen met de Turkse regering over de rol van Diyanet bij de selectie van imams. De minister wijst erop dat er in de Turkse grondwet een scheiding van kerk en staat is opgenomen. Zeker als de zeven nieuwe wetten zijn aangenomen, geeft het geen pas meer dat de selectie van imams van semi-overheidswege wordt geregeld.

De minister vindt het merkwaardig om Turkije via de Verenigde Naties te verzoeken Cyprus te erkennen, want de lidstaten bepalen of er wordt erkend of niet. Het Annan-plan over de hereniging van Cyprus blijft overeind en dit betekent dat met Cyprus en Turkije wordt gekeken op welke wijze dit plan alsnog kan worden doorgevoerd. Het gaat nu om de vraag of Turkije onderhandelingen kan aanvangen met 25 lidstaten. Ondertekening van het protocol bij het douaneverdrag wordt beschouwd als een de facto erkenning van Cyprus, waaruit de bereidheid blijkt van beide kanten om de onderhandelingen te starten.

Met betrekking tot het voorgestelde moratorium wijst de minister erop dat de onderhandelingen met Turkije mogelijk lang gaan duren. Balkanlanden waaraan het perspectief tot toetreding is geboden, mogen hiervan niet het slachtoffer worden doordat de start van toetredingsonderhandelingen met deze landen al die tijd wordt opgeschort.

Tijdens de RAZEB is opnieuw gesproken over Armenië. Erkenning van de genocide door Turkije is niet opgenomen in de conclusies omdat het punt geen onderdeel uitmaakt van de Kopenhagen-criteria. Dit neemt niet weg dat er in ieder gesprek met Turkije aandacht wordt gevraagd voor de Armeense kwestie. Er is duidelijk tegen de Turken gezegd dat er geen sprake van toetreding kan zijn, als Turkije niet met zichzelf in het reine is gekomen ten aanzien van deze zaak.

Op de EU-China Top is uitgebreid gesproken over het wapenembargo. Opnieuw is gebleken dat een aantal lidstaten van mening is dat de tijd nog niet rijp is om het wapenembargo op te heffen. Voordat het tot opheffing komt, moeten alle lidstaten de aanscherping van de criteria hebben onderschreven. Zelfs Frankrijk heeft aangegeven de «code of conduct» en de «toolbox» te accepteren. Uit de slotverklaring van de Top blijkt dat de EU van China verwacht dat er ten aanzien van mensenrechten een aantal gestes worden gedaan. China heeft ratificatie van het Bupo-verdrag toegezegd. Hieruit blijkt dat de voortdurende druk van Europa op China ten aanzien van de mensenrechten effect sorteert.

In de «toolbox» wordt geprobeerd de licenties ten aanzien van wapenexport te harmoniseren. Dit betekent dat er transparantie moet zijn over verleende vergunningen en niet alleen over geweigerde vergunningen, zoals nu het geval is. Op die manier kan er onder andere via «peer pressure» op worden toegezien dat er vanuit Europa geen kwalitatieve of kwantitatieve toename van wapenexporten naar China zal plaatsvinden.

In het kader van de Financiële Perspectieven is er toenemende steun voor een eigen-middelenplafond van 1%. Er bestaat echter overeenstemming over het feit dat in geen geval hoger gegaan mag worden dan het huidige plafond van 1,24%.

Corruptie is een groot probleem in Roemenië. Ten aanzien van Bulgarije en Roemenië is een extra hoofdstuk milieu toegevoegd waarop verscherpte monitoring zal plaatsvinden. De Commissie kan eventueel «warning letters» sturen. De vrijwaringclausule die voor de interne markt geldt, geldt ook voor het milieuhoofdstuk. Als de zaken met betrekking tot milieu, justitie, binnenlandse zaken en mededinging de komende twee jaar niet goed lopen, kan de toetreding een jaar worden uitgesteld. Voordat Roemenië kan toetreden, moet aan de richtlijnen worden voldaan.

Er wordt met Iran onderhandeld over de «sustainable suspension». Als hierop geen bevredigend antwoord komt, kan er geen aanvang worden gemaakt met het handelsverdrag. Onderzoek van de IAEA wijst uit dat er momenteel sprake is van «suspension». Als dit zo blijft, dan zullen de onderhandelingen over het handelsverdrag worden geopend. Als de gesprekken tussen Iran, de drie grote landen en de heer Solana in het kader van het verificatieproces bevredigend verlopen, dan zal in januari het eerste mandaat voor het begin van de onderhandelingen aan alle lidstaten worden voorgelegd. Van deze gesprekken wordt telkens verslag uitgebracht aan de RAZEB. Uiteindelijk wordt in de RAZEB besloten of er onderhandelingen kunnen worden geopend.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Baalen (VVD) kan instemmen met het openen van toetredingsonderhandelingen met Turkije als de inzet van de Nederlandse regering wordt gerealiseerd tijdens Europese Raad.

De heer Van Dijk (CDA) ziet de Europese Unie als een waardengemeenschap waarin de politieke criteria van groot belang zijn. Op dit moment voldoet Turkije nog niet voldoende aan de politieke criteria om te kunnen starten met toetredingsonderhandelingen. Daarom moeten in de Raadsconclusies de volgende elementen zijn opgenomen als voorwaarde voor het starten van toetredingsonderhandelingen: de zeven wetten moeten in werking zijn getreden en er moet werk zijn gemaakt van de aanpak van intimidatie van christenen en martelingen. De heer Van Dijk wacht daarom de uitkomst van de Europese Raad af.

De heer Timmermans (PvdA) is tevreden met de antwoorden van de regering. De inzet van de Nederlandse regering is in lijn met de wensen van de Kamer, zoals bij motie uitgesproken. Het is van groot belang dat Cyprus door Turkije wordt erkend. De methode waarop dit gebeurd vindt de heer Timmermans echter minder belangrijk.

De heer Van Bommel (SP) steunt de inzet van de Nederlandse regering op de Europese Raad. Hij is gerustgesteld door de vrijwaringmaatregelen, de noodremprocedure en de belofte van Turkije om een «zero tolerance»-beleid te voeren ten aanzien van martelingen en mensenrechtenschendingen. De gekozen oplossing ten aanzien van Cyprus is politiek opportuun, maar de heer Van Bommel zal zich niet verzetten tegen een verzoek van de EU aan de VN om Turkije te verzoeken om Cyprus te erkennen.

Mevrouw Lambrechts (D66) is tevreden over de inzet van de Nederlandse regering voor de Europese Raad om te starten met toetredingsonderhandelingen met Turkije onder een aantal terechte voorwaarden. Hoewel er geen garanties zijn, moet het doel volledige lidmaatschap van Turkije zijn. Ondertekening van het protocol bij het douaneverdrag betekent een de facto erkenning van Cyprus en is dus een belangrijke stap in de goede richting.

De heer Herben (LPF) roept de regering op zich te bezinnen op de inzet voor de Europese Raad. Toetreding van Turkije tot de EU houdt een groot risico in. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Mevrouw Karimi (GroenLinks) steunt de inzet van de regering voor de Europese Raad. Het is van groot belang te erkennen dat Turkije zich enorm heeft ingespannen. Verbetering van de mensenrechtensituatie en een duurzame democratie zijn in Turkije beter gewaarborgd als het land lid is van de Europese Unie. Is het mogelijk te werken aan Europese wetgeving om een EU-breed referendum mogelijk te maken?

De minister van Buitenlandse Zaken dankt de woordvoerders voor hun steun. Hij vindt het idee voor Europese wetgeving over een EU-breed referendum interessant en stelt voor dit door te spelen naar het Europees Parlement. Europese wetgeving over een Europees referendum is typisch een zaak die door het Europees Parlement zou moeten worden opgepakt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Van Heteren

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

De Haan

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Mattijssen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Dijksma (PvdA), voorzitter, De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Atsma (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Nawijn (LPF), ondervoorzitter, Dubbelboer (PvdA), Van der Laan (D66), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Griffith (VVD) en Jonker (CDA).

Plv. leden: Duivesteijn (PvdA), Kruijsen (PvdA), Hessels (CDA), Van Heteren (PvdA), Çörüz (CDA), Halsema (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Douma (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Veenendaal (VVD), Geluk (VVD), Algra (CDA), Nawijn (LPF), Vos (GroenLinks), Vergeer (SP), Ormel (CDA), Buijs (CDA), Varela (LPF), Fierens (PvdA), Dittrich (D66), Ferrier (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Hirsi Ali (VVD) en Spies (CDA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Rijpstra (VVD), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Van Baalen (VVD), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Van der Laan (D66) en Jonker (CDA).

Plv. leden: Snijder-Hazelhoff (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van Fessem (CDA), Stuurman (PvdA), Vos (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Hirsi Ali (VVD), Van Miltenburg (VVD), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Waalkens (PvdA), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD), Dittrich (D66) en Kortenhorst (CDA).

Naar boven