21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 3005 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2025

Met deze brief reageer ik op uw brief d.d. 20 december jl. onder kenmerk 2024Z21905/2024D51866 om alsnog voor het commissiedebat Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel d.d. 22 januari 2025 te voldoen aan het verzoek van de commissie van 25 november jl. Het verzoek betreft een brief naar de Kamer te sturen over de uitvoering van de motie Hirsch/Kamminga over een visie op de veranderende handelsverhoudingen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2973) en daarbij tevens in te gaan op het recent verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) inzake «Nederland in een fragmenterende wereldorde».

Bij de appreciatie van de motie Hirsch/Kamminga met «oordeel Kamer» heb ik u toegezegd dat de uitvoering van deze motie meegenomen wordt in de beleidsbrief over het handelsbeleid, die begin 2025 aan uw Kamer gestuurd zal worden.

Zoals aangegeven in mijn reactie op uw verzoek van 25 november jl. wil ik vasthouden aan het voornemen om de motie mee te nemen in de beleidsbrief over het handelsbeleid vanwege de gelijke strekking van de motie en het onderwerp van de beleidsbrief.

Uw Kamer ontvangt conform het verzoek van het lid Ram op korte termijn van mijn collega van Buitenlandse Zaken separaat een kabinetsreactie op het WRR-rapport «Nederland in een fragmenterende wereldorde».

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

Naar boven