21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 3001 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2024

Met deze brief reageer ik op uw brief d.d. 25 november jl. onder kenmerk 2024D45822 met het verzoek om een brief ter uitvoering van de motie Hirsch/Kamminga met kenmerk 21 501-02, nr. 2973. Het verzoek betreft een visie op de veranderende handelsverhoudingen en daarbij tevens in te gaan op het recent verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) inzake «Nederland in een fragmenterende wereldorde». Tevens wordt verzocht om deze brief bij voorkeur te ontvangen vóór het kerstreces, maar tenminste een week voor het commissiedebat informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 29 januari 2025.

Zoals aangegeven in de appreciatie bij indiening van deze motie in het Tweeminuten Debat inzake de Raad Buitenlandse Zaken Handel ben ik mij bewust van uw verzoek. Bij de appreciatie van de motie met «oordeel Kamer» heb ik u toegezegd dat de uitvoering van deze motie meegenomen wordt in de beleidsbrief over het handelsbeleid, die in het eerste kwartaal van volgend jaar aan uw Kamer gestuurd zal worden. Gezien de gelijke strekking van het verzoek in de motie en de insteek van de beleidsbrief wil ik hier aan vasthouden. Overigens zal ook separaat een kabinetsreactie op het WRR-rapport «Nederland in een fragmenterende wereldorde» aan uw Kamer gezonden worden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

Naar boven