21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2911 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2024

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 27 mei 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 27 MEI 2024

Inleiding

Op maandag 27 mei jl. nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) in Brussel. De Raad sprak over de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten en de ontwikkelingen in Georgië. Aansluitend op de RBZ vond de achtste Syrië-conferentie plaats.

Tevens wordt u in deze brief geïnformeerd over de aanname van een nieuw geografisch sanctieregime voor interne repressie in de Russische federatie en de uitvoering van motie Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21501–20, nr. 2036) over de inventarisatie van maatregelen die mogelijk zijn om Nederlandse bedrijven te stimuleren om activiteiten te ontplooien in Oekraïne.

Russische agressie tegen Oekraïne

De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Kuleba, sprak de Raad per videoverbinding toe. Hij deed een klemmend beroep op de EU gezien de ernst van de situatie. Kuleba benadrukte onder meer het belang van snelle leveranties van militaire steun, de inkoop van wapens bij de Oekraïense defensie-industrie en vergaande sancties. De Raad sprak onderling verder over de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne en stond stil bij de lopende steun. De Hoge Vertegenwoordiger (HV) onderstreepte de noodzaak van het opschalen van militaire steun aan Oekraïne.

Ook riep hij de Raad op tot snelle voortgang ten aanzien van de besteding van de buitengewone rente-inkomsten die voortkomen uit geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden voor militaire steun aan Oekraïne in 2024. Nederland riep daarnaast op te onderzoeken hoe de (rente-inkomsten van) geïmmobiliseerde tegoeden verder gebruikt kunnen worden voor steun aan Oekraïne, in nauwe samenwerking met G7-partners.

De HV informeerde de Raad over de stand van zaken t.a.v. het EU-veiligheidsarrangement met Oekraïne. Deze overeenkomst zal de lange termijn steun van de EU aan Oekraïne verder verstevigen en dient als een belangrijk signaal richting Poetin, Kyiv en internationale partners dat de EU Oekraïne zo lang als nodig zal blijven steunen. Binnen de Raad bestond brede overeenstemming over de zorgelijke situatie in Oekraïne en de urgentie van meer militaire steun op korte termijn. Verschillende lidstaten deden hierbij een oproep aan alle lidstaten om steun via de Europese Vredesfaciliteit (EPF) niet langer te blokkeren.

Nederland onderstreepte daarnaast het belang van snelle aanname van een ambitieus veertiende sanctiepakket. Veel lidstaten, waaronder Nederland, stonden stil bij de Russische escalatie richting EU-lidstaten en uitten daarbij hun solidariteit met de lidstaten in kwestie.

Conform de oproep van uw Kamer tijdens het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken van 23 mei jl.1 benadrukte Nederland dat Oekraïne conform artikel 51 van het VN-Handvest het recht heeft om zichzelf te verdedigen en dat Oekraïne geleverde westerse wapens binnen de grenzen van het internationaal recht ook op het grondgebied van de agressor zou moeten mogen inzetten tegen militaire doelen.

Vredesconferentie voor Oekraïne 15/16 juni Zwitserland

In reactie op de vraag van uw Kamer tijdens het commissiedebat ter voorbereiding van deze Raad naar meer informatie over de aanstaande Vredestop in Zwitserland die het land samen met Oekraïne organiseert op 15-16 juni a.s., kan worden gemeld dat meer dan 80 landen hebben toegezegd vertegenwoordigd te zullen zijn. Zwitserland en Oekraïne streven na deze conferentie een beginpunt van een vredesproces te laten zijn. Daarbij zullen in eerste instantie vier thema’s centraal staan: nucleaire veiligheid, voedselzekerheid, veilige scheepvaart op de Zwarte Zee en humanitaire kwesties, waaronder terugkeer van gedeporteerden. Nederland steunt de hierboven beschreven benadering. Tijdens de Raad onderstreepte de HV en onder andere Nederland het belang van verdere outreach naar derde landen. De Minister-President is voornemens de vredesconferentie bij te wonen.

Situatie in het Midden-Oosten

Extern deel

Tijdens een sessie met externe gasten spraken de leden van de Raad met Ministers van de Arab Contact Group (aanwezig waren Saoedi-Arabië, Qatar, Egypte, Jordanië, Verenigde Arabische Emiraten en Secretaris-Generaal League of Arab States) over het conflict tussen Israël en Hamas. De Arabische Ministers benadrukten het belang van naleving van het internationaal recht door alle partijen, de noodzaak van een onmiddellijk staakt-het-vuren en van veel meer humanitaire hulp voor de bevolking van Gaza. Ook benadrukten zij het belang van een politiek perspectief voor de Palestijnen, waar een onafhankelijke Palestijnse staat een onlosmakelijk onderdeel van moet zijn.

Intern deel

Nederland heeft zich, zoals besproken met uw Kamer, sterk gemaakt voor een bespreking van de brede relatie tussen de EU en Israël in het kader van het EU-associatieakkoord. De Raad bereikte overeenstemming over het bijeenroepen van de EU-associatieraad met Israël. De bijeenkomst van de Associatieraad biedt de mogelijkheid om de grote zorgen over de situatie in Israël en Gaza, en het Israëlische optreden o.a. in Rafah met Israël te bespreken en meer effectief de druk op te voeren om tot een onmiddellijk staakt-het-vuren te komen, om meer humanitaire hulp te realiseren en om ervoor te zorgen dat de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof wordt uitgevoerd. Nederland heef er bij de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger op aangedrongen de Associatieraad op korte termijn bijeen te roepen en Israël hiervoor uit te nodigen.

Mede op aandringen van Nederland besloot de Raad EDEO te verzoeken voorbereidingen te treffen voor het reactiveren van EUBAM Rafah-missie binnen het bestaande mandaat uit 2005. Dit om voorbereid te zijn op een mogelijke rol van de missie bij de bewaking van de grensovergang in Rafah, indien de politieke en veiligheidsomstandigheden dat toelaten. De missie was sinds de intrede van Hamas in Gaza in 2007 grotendeels opgeschort met een gereduceerd personeelsbestand, doordat de fysieke activiteiten van de missie bij het Rafah grenspunt waren gestopt gezien de EU niet met Hamas samenwerkt. Nederland zal in het kader van de mogelijke reactivering tijdelijk één civiel expert op het gebied van grensbeheer aan EUBAM Rafah bijdragen. Het gaat om een tijdelijke uitwisseling vanuit de afgebouwde missie EUCAP Sahel Niger voor een periode van drie maanden vanaf juni. De werkzaamheden van de civiel expert zullen in beginsel vanuit het hoofdkwartier van de missie in Tel Aviv plaatsvinden.

De Raad riep Israël op de door het Internationaal Gerechtshof (IGH) nieuwe opgelegde voorlopige maatregelen na te leven, de geïnde belastingopbrengsten volgens afspraak aan de Palestijnse Autoriteit over te maken en af te zien van het aannemen van wetgeving die UNRWA zou aanmerken als terroristische organisatie. Ook verzocht de Raad de EU Speciaal Vertegenwoordiger voor het Midden Oosten verdere ideeën uit te werken voor een mogelijke voorbereidende vredesconferentie in samenwerking met Arabische partners.

Nederland sprak ernstige zorgen uit over de humanitaire situatie in Gaza en riep Israël op om de door het IGH opgelegde voorlopige maatregelen na te leven en de militaire operatie in Rafah onmiddellijk te staken. Nederland verwelkomde het besluit om voorbereidingen te treffen voor de mogelijke reactivering van de EUBAM-missie voor Rafah. Nederland riep daarnaast op tot het vrijlaten van de gijzelaars, het stoppen van raketaanvallen door Hamas en pleitte voor verdere uitbreiding van sancties tegen Hamas. Conform de motie Piri c.s.2 pleitte Nederland ook voor meer sancties tegen gewelddadige kolonisten en entiteiten op de Westelijke Jordaanoever, in lijn met de VS en het VK. Ook pleitte Nederland voor internationale waarnemers in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en voor toegang van het ICRC tot Israëlische gevangenissen. Nederland benadrukte tevens het belang van steun voor de onafhankelijkheid van het Internationaal Strafhof in Den Haag (motie Boswijk & Brekelmans).3

Mede op verzoek van Nederland besloot de Raad het werk ten aanzien van de mogelijke plaatsing van de Iraanse Revolutionaire Garde (IRGC) op de lijst van terroristische organisaties voort te zetten.

Current Affairs

Venezuela

Door tijdsgebrek is de situatie in Venezuela niet besproken in de Raad.

Georgië

De Raad sprak kort over de politieke ontwikkelingen in Georgië en de aanname van de wet over «transparency of foreign influence». Diverse lidstaten uitten hun zorgen en benadrukten de negatieve consequenties voor het Georgische EU-toetredingsproces. De HV zal, mede op verzoek van Nederland, een opties-paper opstellen. De HV en Eurocommissaris Várhelyi bevestigden dat dit zal worden besproken tijdens de volgende RBZ. Nederland steunt beide initiatieven en benadrukte dat niet enkel de rechtsstaat in Georgië ernstig onder druk staat, maar ook de principes van het op merites gebaseerde EU-toetredingstraject.

Overige

Nieuw sanctieregime interne repressie in de Russische Federatie

De Raad besloot tot het instellen van een nieuw sanctieregime dat ziet op interne repressie in de Russische Federatie, waaronder de repressie van anti-oorlogsactivisten.4 Bij instelling van het regime zijn sancties ingesteld tegen het Russische gevangeniswezen en negentien individuen in de Russische juridische keten die betrokken zijn bij de politiek gemotiveerde vervolging van mensenrechtenverdediger Oleg Orlov, anti-oorlogsactiviste Aleksandra Skotsjilenko en wijlen Aleksej Navalny. Voorts heeft de Raad besloten sancties in te stellen tegen het medium Voice of Europe en twee hiermee verbonden individuen die betrokken zijn bij ongewenste inmenging in de Unie ten aanzien van de Europese steun aan Oekraïne. Dit is aanvullend op de recente opschorting van de uitzendrechten van vier Russische media-outlets verbonden aan het Russisch leiderschap.

Uitvoering van motie Brekelmans c.s.

Motie Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21501–20, nr. 2036) heeft verzocht om te inventariseren welke maatregelen mogelijk zijn om Nederlandse bedrijven te stimuleren om activiteiten te ontplooien in Oekraïne ondanks de veiligheidssituatie en het huidige rode reisadvies. De Speciaal Gezant Bedrijfsleven en Wederopbouw Oekraïne heeft via het Verbond van Verzekeraars contact gehad met enkele verzekeraars. Er zijn minimaal twee verzekeraars die mogelijkheden bieden voor bedrijven om de zakelijke reizen van hun werknemers naar Oekraïne te verzekeren op het gebied van ziektekosten, ongevallen en schade aan persoonlijke bezittingen. Daarnaast heeft het kabinet bij het derde steunpakket vorig jaar een exportkredietverzekering ter waarde van 60 miljoen euro beschikbaar gesteld. Met dit bedrag kan voor 120 miljoen euro aan exporttransacties worden verzekerd die niet worden verzekerd door commerciële verzekeraars. Tevens zet het kabinet er op in om, waar en wanneer mogelijk, (verkennende) handelsmissies te organiseren naar Oekraïne.

Naar boven