21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2880 MOTIE VAN HET LID VAN HOUWELINGEN

Voorgesteld 18 april 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat EU-ambassadeurs in Rusland onlangs collectief niet zijn ingegaan op een uitnodiging voor een gesprek afkomstig van de Russische Minister van Buitenlandse Zaken;

overwegende dat de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken in antwoord op schriftelijke vragen van ondergetekende heeft aangegeven dat het besluit om niet op deze uitnodiging in te gaan «ongebruikelijk» is;

overwegende dat de Minister van Buitenlandse Zaken in antwoord op genoemde schriftelijke vragen zélf aangeeft dat het van belang is «om het diplomatieke kanaal met Rusland open te houden»;

spreekt uit dat de Nederlandse ambassadeurs hun werk moeten doen en in gesprek moeten gaan en blijven met bewindslieden van het land waar zij Nederland vertegenwoordigen – bij uitstek als de relatie met dat land gespannen is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Houwelingen

Naar boven