21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2869 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2024

Middels deze brief informeer ik uw Kamer dat de Hoge Vertegenwoordiger (HV) van de EU een informele bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken heeft ingelast op dinsdagmiddag 16 april. De HV heeft dit initiatief genomen naar aanleiding van de Iraanse aanval op Israël op 13 en 14 april. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze virtuele bijeenkomst.

Nederland maakt zich grote zorgen over escalatie in het Midden-Oosten en veroordeelt de aanval van Iran in de sterkst mogelijke bewoordingen. Nederland roept alle partijen op tot de-escalatie en terughoudendheid en staat in contact met Israël en landen in de regio hierover. Gelet op de ontwikkelingen zal het kabinet opnieuw pleiten voor het in EU-verband versneld uitbreiden van het Iran UAV-sanctieregime, waaronder het opnemen van ballistische raketten in het sanctieregime evenals de rol die Iran in de regio speelt. Nederland heeft hiervoor eerder samen met andere lidstaten gepleit. Tevens zal het kabinet opnieuw pleiten voor de listing van de IRGC op de EU terrorismelijst om de dreiging die uitgaat van Iran tegen te gaan.

Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 22 april a.s. zal verder over de situatie in het Midden-Oosten worden gesproken, met in het bijzonder aandacht voor de zich ontvouwende hongersnood in Gaza. Uw Kamer werd over de Nederlandse inzet reeds geïnformeerd middels de geannoteerde agenda.1

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2868.

Naar boven