De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Israël slachtoffer is geworden van een afschuwelijke aanval door
Hamas, waarbij zeker 1.200 Israëli's zijn omgekomen en ook duizenden gewonden zijn
gevallen, zodat het gaat om de dodelijkste aanval op Israël op één dag sinds de Tweede
Wereldoorlog en de Holocaust;
overwegende dat Israël voluit steun verdient in het uitoefenen van zijn recht op zelfverdediging,
zeker waar het gaat om het ontmantelen van Hamas en diens commandostructuur en het
terughalen van Israëlische gegijzelden;
overwegende dat het humanitair oorlogsrecht en beginselen als proportionaliteit en
effectiviteit van groot belang zijn, maar dat naleving daarvan zeer bemoeilijkt wordt
door het asymmetrische karakter van deze oorlog, inclusief het doelbewuste gebruik
door Hamas van civiele objecten;
verzoekt de regering in EU- en VN-verband haar steun uit te spreken voor het Israëlische
recht op zelfverdediging, en daarbij oog te houden voor de genoemde asymmetrie en
complexiteit, met inachtneming van het internationaal recht;
verzoekt de regering tevens te voorkomen dat welke (ontwikkelings)steun vanuit Nederland
of de EU dan ook, ooit terechtkomt bij terreurorganisaties als Hamas, of aangewend
kan worden voor doelen als haatzaaien in Palestijnse lesmethoden, maar werkelijk en
verifieerbaar ten goede komt aan (de basisbehoeften van) onschuldige Palestijnse burgers;
verzoekt de regering tot slot proactief bij de Israëlische regering na te gaan aan
welke humanitaire, medische of andere vorm van steun aan Israëlische zijde behoefte
bestaat,
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer