21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2686 MOTIE VAN DE LEDEN CEDER EN VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 21 juni 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Azerbeidzjan de blokkade van Nagorno-Karabach al maanden handhaaft en uitspraken van onder meer het Internationaal Hof van Justitie hierover negeert;

overwegende dat de humanitaire situatie als gevolg hiervan steeds verder verslechtert;

overwegende dat de EU-Hoge Vertegenwoordiger Borrell aan het Europees Parlement heeft toegezegd op de Raad te zullen bespreken of sancties kunnen worden ingevoerd als Azerbeidzjan de blokkade van de Armeense enclave Nagorno-Karabach per 1 augustus niet opheft;

verzoekt de regering, wanneer dit onderwerp door de Hoge Vertegenwoordiger aan de orde wordt gesteld, in de Raad op te roepen tot het uitspreken van voor een ultimatum aan Azerbeidzjan dat van dit land eist dat de blokkade uiterlijk 1 augustus opgeheven dient te zijn, en in het geval hier niet aan voldaan wordt, mogelijk sancties in te stellen tegen de betrokken Azerbeidzjaanse functionarissen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ceder

Van der Staaij

Naar boven