21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2556 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 12 december 2022. Tevens wordt uw Kamer middels deze geannoteerde agenda over de militaire operatie EUFOR Althea geïnformeerd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 12 DECEMBER 2022

Op 12 december aanstaande vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens hieraan deel te nemen. Op de agenda staan als volle agendapunten de Russische agressie tegen Oekraïne en Iran, en onder Current Affairs Moldavië, Tunesië, EPF, mensenrechten en Zuidelijk Nabuurschap. Voorafgaand aan de RBZ vinden een ontbijt over het Oostelijk Partnerschap (OP) en een ministeriële bijeenkomst over het OP plaats. Tevens wordt uw Kamer middels deze geannoteerde agenda over de militaire operatie EUFOR Althea geïnformeerd.

Current Affairs

Moldavië

De Raad zal de huidige situatie in Moldavië bespreken, waarbij de nadruk ligt op de gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne op Moldavië. Sinds de uitbraak van de oorlog huisvest Moldavië 80.000 Oekraïners en wordt het geconfronteerd met stijgende energieprijzen. Ook de energiezekerheid in Moldavië staat onder druk als gevolg van de Russische oorlog in Oekraïne. Zo veroorzaakten Russische bombardementen in Oekraïne op 23 november jl. in Moldavië een landelijke stroomstoring. Het kabinet steunt de inzet van de Europese Commissie die 250 miljoen euro aan Moldavië beschikbaar heeft gesteld.

Tevens zal de Raad terugkoppeling ontvangen over de derde bijeenkomst van het Moldavië ondersteuningsplatform in Parijs van 21 november jl. Deze bijeenkomst was gericht op het lenigen van de hoogste noden van Moldavië en ondersteuning van de hervormingsagenda van de Moldavische regering. Het kabinet steunt de werkzaamheden van het platform en Nederland is sinds de tweede bijeenkomst op 15 juli jl. samen met Zweden co-voorzitter van de donorwerkgroep voor Public Administration Reform and Public Finance Management. Bilateraal ondersteunt het kabinet onderdelen van de hervormingsagenda in Moldavië, met nadruk op de justitiehervormingen, energietransitie en cyberweerbaarheid.

Zuidelijk nabuurschap

De Raad zal terugblikken op de ministeriële bijeenkomst in Barcelona die op 24 november jl. plaatsvond tussen de EU en de landen van het Zuidelijk Nabuurschap. Namens de EU waren Hoge Vertegenwoordiger Borrell en Eurocommissaris voor Nabuurschapsbeleid en Uitbreiding Várhelyi hierbij aanwezig. De bijeenkomst stond in het teken van de sociaaleconomische gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne voor de EU en de MENA-regio, waaronder op energiezekerheid en voedselzekerheid. Ook werd gesproken over de samenwerking tussen de EU en de mediterrane landen op het gebied van migratie. Het kabinet steunt intensievere samenwerking met de regio op deze thema’s en vindt het belangrijk dat de dialoog met de landen van het Zuidelijk Nabuurschap wordt versterkt.

Mensenrechten

In het licht van internationale mensenrechtendag op 10 december a.s. zal de Raad spreken over de toenemende druk op de mensenrechten en de internationale rechtsorde wereldwijd, en de EU-inzet om dat tegen te gaan. Nederland zal in deze context de nadruk leggen op de effectiviteit van het EU-mensenrechtenbeleid. Hieronder verstaat het kabinet dat de EU zich actief uitspreekt tegen mensenrechtenschendingen wanneer de situatie erom vraagt en zich onverminderd inzet voor de bescherming en versterking van het multilaterale mensenrechtensysteem, waarbinnen mensenrechtenschendingen adequaat worden geadresseerd, bijvoorbeeld door het instellen van onafhankelijk onderzoek. Om het mondiale draagvlak voor mensenrechten en de internationale rechtsorde te behouden en te versterken en democratische achteruitgang tegen te gaan, zal de EU daarnaast de relaties met niet-traditionele partners moeten intensiveren. Het is van belang dat met deze landen een open en gelijkwaardig gesprek wordt aangegaan, onder meer over de mogelijkheden om met landen samen te werken aan de bescherming van mensenrechten en in het tegengaan van democratische teruggang.

European Peace Facility

De Raad zal spreken over een ophoging van het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Door de EUR 3 miljard steun aan Oekraïne is de begroting (2021–2027) voor een groot deel uitgeput. EDEO heeft twee opties voor ophoging gepresenteerd: 1) een eenmalige ophoging van EUR 5,5 miljard (in 2018 prijzen) of 2) een initiële ophoging van EUR 2 miljard (in 2018 prijzen), gevolgd door een nader te bepalen aanvullende ophoging in 2023.

EDEO schat in dat er op basis van de uitgaven van afgelopen twee jaar EUR 5,5 miljard extra nodig is tot het einde van 2027. Met deze extra middelen wordt het gat gedicht dat is gevallen door de huidige steun aan Oekraïne en blijft er voldoende budget over voor EU missies en operaties en steunmaatregelen elders in de wereld. Er wordt bovendien een buffer opgebouwd voor additionele steun aan Oekraïne. De andere optie is om het financieringsplafond initieel met EUR 2 miljard te verhogen, om de meest urgente noden te dekken, en in 2023 verder te spreken over een eventuele verdere ophoging. Het kabinet beraadt zich momenteel over deze opties. De Nederlandse bijdrage aan de EPF is op basis van het Nederlandse BNP circa 5,9%. Besluitvorming hierover is voorzien richting de Europese Raad van 15-16 december.

Tunesië

De Raad zal stilstaan bij de aankomende parlementaire verkiezingen in Tunesië op 17 december. De parlementaire verkiezingen volgen op de kieswet die na het aannemen van de nieuwe Grondwet is ingevoerd. De inzet van het kabinet blijft, in aanloop naar de verkiezingen en in het bredere partnerschap tussen de EU en Tunesië, gericht op het benadrukken van het belang van democratische principes en het aanpakken van grondoorzaken van migratie en instabiliteit. Daarbij is er ook aandacht voor de prangende sociaaleconomische situatie waarin Tunesië zich bevindt.

Russische agressie tegen Oekraïne

De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne.

Het kabinet blijft zich inzetten voor onderzoek naar schendingen van het humanitaire oorlogsrecht in Oekraïne, het verzamelen van bewijs voor gebruik in toekomstige rechtszaken en coördinatie van verschillende accountability initiatieven. Van belang voor de Nederlandse inzet is de aansluiting bij de behoefte van Oekraïne zelf alsmede het voorkomen dat er afbreuk wordt gedaan aan de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof. Nederland zal bij EU lidstaten navragen wat hun positie is ten aanzien van steun voor een agressietribunaal. Daarnaast zal Nederland een korte update geven over de inzet voor een register voor oorlogsschade en de belangrijkste bevindingen van de tweede missie van het forensisch en opsporingsteam delen.

De inzet van het kabinet blijft onverminderd gericht op het verder verhogen van de druk op Rusland, inclusief door verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland. Nederland riep tijdens de RBZ van 14 november 2022 ook op tot aanvullende restrictieve maatregelen tegen Belarus en Iran vanwege hun rol bij de Russische agressie.

Iran

De Raad zal opnieuw spreken over de situatie in Iran waar sinds 16 september jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2551) grootschalige protesten plaatsvinden die gewelddadig worden neergeslagen. Tijdens de RBZ van 14 november jl. sprak de Raad reeds de wens uit dat de EU druk blijft zetten op Iran, zowel vanwege de aanhoudende mensenrechtenschendingen als de Iraanse wapenleveranties aan Rusland. Nederland zal zich ook tijdens deze RBZ inzetten voor een stevige respons van de EU waaronder verdere sancties. Het kabinet doet in beginsel geen uitlatingen over eventuele voorstellen voor nieuwe sancties, om zo het verrassingseffect en daarmee de effectiviteit van dergelijke maatregelen niet te ondermijnen.

Oostelijk Partnerschap: ontbijt en ministeriële

En marge van de Raad vindt een ministeriële bijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap (OP) plaats. Deze bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten en van de landen van het OP vindt plaats om het belang van het OP te onderstrepen. Naar verwachting zal er ook gesproken worden over de gevolgen van de Russische agressie in de regio. Het kabinet is voornemens te benadrukken dat het veel waarde hecht aan het OP als instrument voor het bevorderen van veiligheid, stabiliteit en welvaart langs de oostgrens van de EU. Deze bijeenkomst biedt tevens de gelegenheid tot uitwisseling met de vertegenwoordigers van deze landen over de implementatie van hervormingen op diverse terreinen, zoals rechtsstaat, mensenrechten en fundamentele vrijheden. De OP-landen dienen daarbij op inhoudelijke en financiële steun van de EU te kunnen rekenen op voorwaarde dat ze gecommitteerd blijven aan de overeengekomen hervormingsagenda, in lijn met het conditionaliteits-principe. Net als vorig jaar zijn de Belarussische autoriteiten niet uitgenodigd voor deze ministeriële bijeenkomst. Voorafgaand aan de RBZ zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten tijdens een ontbijt de ministeriële bijeenkomst van het OP voorbespreken.

Operatie EUFOR Althea

Mede namens de Minister van Defensie kan ik u ten aanzien van operatie EUFOR Althea het volgende mededelen. Op 1 november jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 247) is uw Kamer geïnformeerd dat Nederland vier stafofficieren gaat aanbieden aan EUFOR Althea ter ondersteuning van het hoofdkwartier in Sarajevo, vanaf eind november. De startdatum voor de Nederlandse stafofficieren is vanwege het nog lopende afstemmingsproces tussen de lidstaten over de verschillende bijdrages uitgesteld tot begin januari.

Naar boven