21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2496 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2022

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juni 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 20 JUNI 2022

Op 20 juni as. vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens hieraan deel te nemen. Op de agenda staan Hoorn van Afrika, Egypte en Russische agressie tegen Oekraïne. Ook zal er een informele lunch plaatsvinden met de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken, Sameh Shoukry. Onder Current Affairs zal worden gesproken over de Golfregio, naar aanleiding van de gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger die hierover werd gepubliceerd op 18 mei jl. Via deze geannoteerde agenda ontvangt uw Kamer tevens een appreciatie van deze mededeling.

Hoorn van Afrika

De Raad zal spreken over de situatie in de Hoorn van Afrika, met bijzondere aandacht voor Ethiopië en Somalië.

In verschillende landen in de Hoorn van Afrika zijn politieke verhoudingen aan het schuiven. Somalië heeft een nieuwe president, in Ethiopië is er een opening voor vredesbesprekingen en in Soedan probeert de internationale gemeenschap een dialoog op gang te brengen die een transitie naar een civiel geleide regering waarborgt. Tegelijkertijd kampt de regio met een humanitaire crisis die wordt versterkt door de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne, waaronder stijgende graan- en energie prijzen. Op de achtergrond spelen tevens verschuivende verhoudingen in het Midden-Oosten met directe gevolgen in de Hoorn, de aanwezigheid van China en een afnemende rol voor regionaal multilateralisme. In deze context is het voor het kabinet van belang dat de EU eenheid en een consistente boodschap uitdraagt in de regio, met nadruk op betrouwbaar en gelijkwaardig partnerschap, gedeelde waarden, en het belang van een vreedzame oplossing van conflicten. Dit laatste is een fundamentele voorwaarde voor het tegengaan van de crises die gevolgen hebben voor stabiliteit, de humanitaire situatie, migratie, en de kansen voor Nederlandse investeerders.

In Ethiopië wil Nederland zich in EU verband hard blijven maken voor een politieke oplossing van het conflict tussen de federale regering en troepen uit de Tigray regio; toegang voor humanitaire hulp; en verantwoording voor mensenrechtenschendingen. Op alle drie deze eisen is vooruitgang geboekt. Humanitaire toegang is sinds begin april verbeterd, met toegang voor 1176 trucks met hulpgoederen. De overheid en de troepen uit de Tigray regio hebben een humanitair bestand afgekondigd in maart. Ook heeft de Ethiopische regering een commissie opgezet die daders van mensenrechtenschendingen moet gaan vervolgen. Het kabinet uitdragen dat het goed is als de EU deze vooruitgang erkent, en tegelijkertijd benadrukt dat verdere stappen noodzakelijk zijn voordat betrekkingen genormaliseerd worden. Hierbij is het voor Nederland van belang dat de Raad concrete initiatieven bespreekt om de partijen aan te moedigen het huidige humanitaire bestand om te zetten in een duurzaam vredesproces.

In Somalië is met de (relatief) vreedzame verkiezing van Hassan Sheikh Mohamud op 15 mei jl. een belangrijke stap gezet in het politieke proces in Somalië. President Hassan Sheikh heeft positieve boodschappen afgegeven over de noodzaak banden met de EU aan te halen en tevens de betrekkingen tussen de federale overheid en de deelstaten te verbeteren. Dit laatste sluit nauw aan de bij de Nederlandse inzet dat nauwere samenwerking op politiek- en veiligheidsterrein tussen de deelstaten en de regering de basis vormt voor een succesvolle intensivering van de strijd tegen Al-Shabab. Dat is ook belangrijk voor een verantwoorde exit van de Afrikaanse Unie-missie ATMIS (het voormalige AMISOM; sinds 2007 vrijwel geheel gefinancierd door de EU).

Egypte

De Raad zal spreken over Egypte, waarbij de nadruk ligt op de aankomende VN-klimaatconferentie (COP27) die van 7 tot 18 November 2022 zal plaatsvinden in Sharm el-Sheikh. Eveneens zal worden teruggeblikt op de EU-Egypte Associatieraad die voor 19 juni staat gepland. Egypte is een belangrijke speler in de regio, en de relatie tussen de EU en Egypte is breed. Onderdeel van deze dialoog zijn onder meer ontwikkelingen in regio, migratie, mensenrechten, vrede en veiligheid maar ook handel en investeringen en klimaatverandering.

Tijdens de lunch is de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken Shoukry uitgenodigd om van gedachten te wisselen over de invulling van de COP27. Egypte heeft aangegeven de nadruk te willen leggen op implementatie van de eerder gemaakte afspraken op het gebied van mitigatie, adaptatie en financiering. Door de huidige geopolitieke situatie is daar energie-onafhankelijkheid en versnelling van het aandeel duurzame energie en voedselveiligheid aan toegevoegd. De inzet van het kabinet voor COP27 wordt momenteel uitgewerkt. De Kamer ontvangt hierover na de zomer een brief.

Het kabinet zal aangeven dat Nederland graag op verschillende terreinen zoals water, adaptatie(financiering), groene waterstof en voedselzekerheid wil samenwerken met Egypte in de voorbereiding op COP27. Tijdens het aankomend bezoek van de Nederlandse Klimaatgezant eind deze maand zullen mogelijkheden tot samenwerking verder worden verkend. Daarnaast zal het kabinet in het gesprek met de Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken ook het belang benadrukken van het betrekken van uiteenlopende stakeholders bij de COP27, met name het maatschappelijk middenveld, jongeren en het bedrijfsleven.

Russische agressie tegen Oekraïne

De Raad zal spreken over de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne. Het kabinet blijft zich inzetten voor maximale steun aan Oekraïne en maximale druk op Rusland om de agressie te beëindigen, inclusief door het verder verhogen van de sanctiedruk op Rusland. Tijdens de Raad is het kabinet daarom voornemens om te pleiten voor aanvullende sanctiemaatregelen, waarbij alle opties wat het kabinet betreft op tafel liggen.

Naar verwachting zal de Raad ook stilstaan bij het belang van het diplomatiek isoleren van Rusland en de noodzaak van verdere diplomatieke inspanningen richting derde landen hiertoe. Het is van groot belang dat de internationale gemeenschap een gezamenlijk front blijft vormen tegen de Russische oorlog in Oekraïne. Nederland spant zich in EU-verband en met andere partners in om dit front zo breed mogelijk te maken en te houden, onder andere door de Russische oorlog in Oekraïne en de invloed daarvan op alle niveaus met derde landen te bespreken. In deze context roept het kabinet derde landen ook op om EU-sancties niet te ondermijnen en om sanctieontwijking door Rusland niet te vergemakkelijken.

Het kabinet zal daarnaast ook aandacht blijven vragen voor het belang van onderzoek naar schendingen van het humanitaire oorlogsrecht in Oekraïne, het verzamelen van bewijs voor gebruik in toekomstige rechtszaken en coördinatie van verschillende accountability initiatieven. Het kabinet zal in dit verband de internationale accountability conferentie die Nederland samen met het Internationaal Strafhof zal organiseren onder de aandacht brengen. Deze conferentie zal zich richten op de inzet van de internationale gemeenschap om aansprakelijkheid voor grove mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht begaan in Oekraïne sinds het begin van de Russische invasie te bewerkstelligen.

Current Affairs

Golf

Naar verwachting zal de Raad conclusies aannemen over de mededeling «Een strategisch partnerschap met de Golf» die de Commissie en de HV op 18 mei jl. publiceerden. Directe aanleiding voor deze mededeling zijn: geopolitieke ontwikkelingen en energieleveringszekerheid; het Europese belang bij veiligheid en stabiliteit in de Golfregio en het versterken van politieke en economische relaties met de Golflanden vis-a-vis Rusland en China. Deze appreciatie komt in plaats van een BNC-fiche.

De mededeling geeft uiting aan het streven van de Commissie en de HV naar een hernieuwd en breed strategisch partnerschap tussen de EU en landen in de Golfregio. De gezamenlijke mededeling bevat voorstellen en actiepunten voor samenwerking op de volgende zes thema’s: economische ontwikkeling en handel; klimaat, groene energietransitie en energieleveringszekerheid; regionale stabiliteit en (wereldwijde) veiligheid; humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking; en sociale ontwikkeling. De mededeling beperkt zich geografisch tot de leden van de Gulf Cooperation Council (GCC): Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Qatar, Koeweit en Bahrein. Er is geen nieuw budget aan verbonden en de voorgestelde agenda beoogt geen institutionele veranderingen.

Het kabinet verwelkomt de mededeling gezien het toenemende geopolitieke en strategische belang van deze, voor de EU geografisch nabije, regio. Nederland en de EU worden aangezet tot het versterken van de banden door mondiale vraagstukken rondom klimaat, energie en recentelijk de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en de groeiende invloed van China. Tegelijkertijd stellen de Golflanden zich autonomer en meer transactioneel op. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar bij de veelal neutrale positiebepaling door de Golflanden inzake de veroordeling van de Russische invasie in Oekraïne. Voorts hebben de stabiliteit en veiligheid in de regio een impact op Europa. Zo hebben oplopende spanningen in de Perzische Golf een direct negatief gevolg voor maritieme veiligheid en vrije doorvaart. Deze ontwikkelingen vragen meer dan ooit om nauwe samenwerking met de landen van deze regio. Deze samenwerking kan effectiever plaatsvinden via de EU dan wanneer Nederland enkel alleen opereert. Het kabinet heeft dan ook een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit van de Commissie-mededeling.

Nederland voert een actief handelsbeleid, waarbij handels- en investeringsverdragen een belangrijk instrument zijn. Het kabinet verwelkomt daarom de mededeling op het gebied van het versterken van de samenwerking op handel en investeringen. Hierbij zet het kabinet wel de kanttekening dat het belangrijk is te kijken naar de bilaterale en politieke context wanneer eventuele onderhandelingen over een handelsakkoord hervat zouden worden. Bovendien is het voor Nederland van belang dat eventuele onderhandelingen plaats vinden op basis van een mandaat dat voldoet aan de huidige inzichten over handel en duurzame ontwikkeling.

In lijn met de kabinetsinzet in de Golfregio, zet de EU erop in, in samenwerking met de landen in de Golf de waarden ten aanzien van mensenrechten, gendergelijkheid, gelijke rechten van vrouwen en meisjes en vrijheid van meningsuiting (zowel on- en offline) te blijven bevorderen. De sociaaleconomische hervormingen in enkele Golfstaten en de behoefte aan kennisuitwisseling (o.a. via de bestaande EU-programma’s Horizon Europe en Erasmus+) bieden hiertoe goede aanknopingspunten en kunnen bijdragen om mensenrechten en wederzijds begrip te bevorderen.

De mededeling sluit aan op de Nederlandse doelstellingen ten aanzien van klimaatmitigatie, -adaptatie en financiering, het internationaal bevorderen van een inclusieve, groene energietransitie en het zo snel mogelijk afbouwen van de energieafhankelijkheid van Rusland met behoud van leveringszekerheid. Samenwerking met Golflanden, in een Team Europe aanpak, is cruciaal om de klimaatdoelen van Parijs, net-zero paden en ambities op het gebeid van hernieuwbare energie (o.a. waterstof) te realiseren. De mededeling draagt hiermee ook bij aan de implementatie van REPowerEU en de EU Strategie voor Externe Energiebetrekkingen. Een gecoördineerde EU-inzet biedt mogelijkheden om via klimaatdiplomatie te streven naar aanscherping en implementatie van de nationale klimaatdoelen in de Golfregio en is essentieel voor het bevorderen van partnerschappen met Golflanden in multilaterale onderhandelingen zoals onder het klimaatverdrag (UNFCCC). Dit geldt ook voor de voorbereidingen op COP27 en COP28, zeker aangezien VAE gastland is voor COP28 in 2023.

Het kabinet kan zich goed vinden in de noodzaak tot samenwerking met de gehele Golfregio op het vlak van veiligheid en stabiliteit zoals in de mededeling geformuleerd. Deze samenwerking is onder andere noodzakelijk voor de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en contra-terrorisme. Ook is deze van belang voor het tegengaan van ongewenste financieringsstromen en bijbehorende ongewenste beïnvloeding. De EU kan daarnaast ervaring delen met de Golfregio in het bevorderen van regionale dialoog en samenwerking. De regio wordt geconfronteerd met of is betrokken in een aantal crises en conflicten zoals Jemen, Syrië, Irak en Libië. Het kabinet steunt de inzet van de EU en E3 in het hernieuwen van het nucleair akkoord (JCPOA) met Iran en de VS. Een terugkeer naar dit akkoord kan een platform bieden voor verdere vertrouwensopbouw gericht op een regionale veiligheidsarchitectuur.

Nederland verwelkomt de intentie van de Europese Commissie om toe te werken naar visumliberalisering voor landen in de Golfregio. Het uitgangspunt van het kabinet ten aanzien van visumliberalisatievoorstellen is strikt en fair. Het kabinet ziet er nauwgezet op toe dat landen die in aanmerking komen voor visumliberalisatie ook daadwerkelijk aan alle strenge eisen voldoen en blijven voldoen. Ook voor de Golfregio zal Nederland de voorstellen van de Commissie op deze manier beoordelen. Daarbij zet het kabinet bij alle visumliberalisaties in dat deze gepaard gaan met een terugkeer- en overnameovereenkomst en dat nieuwe visumliberalisaties niet ingaan voorafgaand aan de inwerkingtreding van het European Travel Information and Authorisation System (ETIAS).

Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

Naar boven