21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2450 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 25 januari 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 25 JANUARI 2022

Op dinsdag 25 januari 2022 jl. vond in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda van deze Raad stonden de volgende onderwerpen: het wetgevingspakket «versterking van democratie en integriteit van verkiezingen», de prioriteiten van het Frans EU-voorzitterschap, de Conferentie over de Toekomst van Europa, COVID-19: coördinatie op EU-niveau en de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK). De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze Raad.

Prioriteiten Frans voorzitterschap Europese Unie

Frankrijk lichtte de drie thema’s toe die centraal zullen staan tijdens het Franse EU-voorzitterschap: 1) een soeverein Europa, 2) een nieuw groeimodel voor Europa en 3) een Europa op menselijke schaal. Luxemburg intervenieerde namens de BENELUX en verwelkomde de Franse prioriteiten. Daarbij vroeg Luxemburg onder meer aandacht voor de bescherming van de rechtsstaat in de EU, het belang van voortzetting van de EU-coördinatie in de strijd tegen COVID-19 en het belang van het betrekken van burgers bij de Conferentie over de Toekomst van Europa.

Wetgevingspakket «versterking van democratie en integriteit van verkiezingen»

Het Franse EU-voorzitterschap onderstreepte bij de opening van de discussie de ambitieuze tijdslijn om het wetgevingspakket «versterking van democratie en integriteit van verkiezingen» af te ronden tijdens het Franse EU-voorzitterschap.1 Vervolgens gaf de commissie een korte introductie van het pakket en benadrukte dat het een bijdrage levert aan de bescherming van de Europese democratie. Bij de interventies gaf een groot aantal lidstaten aan nog tijd nodig te hebben om een standpunt te bepalen. In algemene zin werd het pakket door de Raad verwelkomd, maar er is ook een aantal onderdelen dat verdere juridische, technische en politieke uitwerking verdient. Zo hadden veel lidstaten bij de verordening van het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen, kritische vragen of opmerkingen bij het onderdeel dat financiële contributies aan Europese politieke partijen en stichtingen mogelijk maakt vanuit niet-EU landen (maar wel Raad van Europa-landen2). Er waren ook vragen over het voorstel om het voor Europese politieke partijen en stichtingen mogelijk te maken om nationale referendumcampagnes te financieren die specifiek over EU-onderwerpen gaan. Bij de verordening over transparantie en gerichte politieke reclame waren er vragen over de subsidiariteit en proportionaliteit en bij de richtlijnen over mobiele EU-burgers waren er op onderdelen zorgen over de proportionaliteit en de uitvoerbaarheid voor lidstaten.

Nederland gaf aan het pakket in algemene zin te verwelkomen. Bij het pakket over de financiering van Europese politieke partijen en stichtingen sprak Nederland zich uit voor het belang van meer transparantie, maar tegen het voorstel dat financiële contributies aan Europese politieke partijen en stichtingen mogelijk maakt vanuit niet-EU landen (maar wel Raad van Europa-landen). Bij het voorstel over kiesrecht voor «mobiele EU-burgers» benadrukte Nederland dat gegevensuitwisseling proportioneel en noodzakelijk moet zijn en dat de impact voor lidstaten voor de uitvoering zoveel mogelijk moet worden beperkt. Tot slot verwelkomde Nederland tijdens de oriënterende discussie het pakket over transparantie en gerichte politieke reclame en benadrukte dat meer transparantie burgers kan ondersteunen bij het op waarde schatten van informatie, zoals uw Kamer eerder is toegegaan in de Kamerbrief beantwoording Schriftelijk overleg Raad Algemene Zaken van 24 januari jl.3

Het Franse voorzitterschap concludeerde dat de besprekingen in de Raadswerkgroep worden voortgezet. Nederland zal aan die besprekingen deelnemen op basis van de BNC-fiches die op 21 januari jl. met uw Kamer zijn gedeeld.4 Daarbij zal een parlementair voorbehoud worden geplaatst op het voorstel over transparantie en gerichte politieke reclame. Deze BNC-fiches worden op 10 februari 2022 besproken in het commissiedebat van de commissie voor Binnenlandse Zaken.

Conferentie over de Toekomst van Europa

Het Franse voorzitterschap blikte terug op de plenaire vergadering van 21–22 januari in Straatsburg, waarbij burgers zowel in de plenaire vergadering als de daaraan voorafgaande werkgroepen een meer centrale rol hebben gespeeld. Daarnaast keek het Franse voorzitterschap vooruit naar de komende periode, waarin de aandacht uitgaat naar het bespreken van de aanbevelingen vanuit de nationale en Europese burgerconsultaties. Het Frans voorzitterschap gaf aan binnenkort met meer informatie hierover te komen. Ook volgt nog nadere informatie over het aangekondigd eindevenement op 9 mei 2022 in Straatsburg. Dit zal worden geagendeerd tijdens de volgende Raad Algemene Zaken van 22 februari. Daarnaast kondigde het voorzitterschap aan om tijdens de informele Raad Algemene Zaken van 3–4 maart in Arles de Conferentie en input uit de nationale burgerconsultaties te bespreken.

De Europese Commissie onderstreepte het belang van het centraal stellen van de burger tijdens de plenaire vergaderingen. Ook was de Commissie positief over het gebruik van «blue cards», waarmee deelnemers aan de plenaire kunnen interrumperen om een vraag te stellen. Dit heeft het interactieve gehalte van de discussie tussen de deelnemers bevorderd.

Ook lidstaten verwelkomden de centralere rol van burgers tijdens de afgelopen plenaire vergadering. Daarnaast vroegen lidstaten aandacht voor een betere voorbereiding van werkgroepen en plenaire vergaderingen, het belang van voorafgaand overleg in de Raad, een duidelijk proces richting het eindverslag en de noodzaak om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit de burgerconsultaties. Daarbij werd de suggestie gedaan om aanbevelingen te toetsen op haalbaarheid, wat op steun van de Commissie kon rekenen en die hierin een rol voor het Gemeenschappelijk Secretariaat zag. Verder werden door enkele lidstaten hun nationale burgerconsultaties en evenementen uiteengezet. Tot slot merkten verschillende lidstaten op dat uit zowel de nationale als Europese burgerconsultaties blijkt dat er een grote informatiebehoefte is onder burgers. Enkele lidstaten stelden dat de Conferentie zich moet richten op concrete resultaten op de thema’s en niet op institutionele kwesties. Dit punt werd onderschreven door de Commissie.

Het kabinet heeft de uitkomsten uit Kijk op Europa-rapporten aangeboden aan de Conferentie.5 Deze uitkomsten zijn besproken in de plenaire vergadering van 21–22 januari en de daaraan voorafgaande werkgroepen voor de thema’s die geagendeerd stonden (klimaatverandering en milieu, gezondheid, Europese democratie, waarden en rechten, rechtsstaat en veiligheid). De jongerenvertegenwoordiger voor EU zaken heeft de uitkomsten toegelicht in de werkgroepen en de plenaire vergadering. Nederland heeft voorts in de plenaire vergadering het belang van de bescherming van de rechtsstaat en transparantie ingebracht, wat naar voren komt in zowel de Nederlandse en Europese burgerconsultaties. De volgende plenaire vergadering zal plaatsvinden op 11–12 maart 2022, en zal waarschijnlijk de volgende thema’s behandelen: sterkere economie, sociale rechtvaardigheid en werkgelegenheid, onderwijs, jeugd, cultuur en sport, digitale transformatie, EU in de wereld en migratie.

COVID-19 EU-coördinatie

Bij de bespreken van de EU-coördinatie ten aanzien van COVID-19 werd benadrukt dat de omikronvariant om voortdurende coördinatie op Europees niveau vraagt. Ook het belang van de vaccinatiecampagnes en het stimuleren van boostervaccinaties werden benoemd. Verschillende lidstaten deelden informatie over de nationale situatie en benoemden de EU-coördinatie als een goed voorbeeld van succesvolle Europese samenwerking met het DCC, de gezamenlijke vaccininkoop en de donatie van vaccins aan derde landen als belangrijkste resultaten. De Commissie gaf aan dat omikron nog steeds een risico oplevert en dat vaccinatie het belangrijkste instrument is om de crisis beheersbaar te maken. Meerdere lidstaten riepen op, nu er een akkoord was bereikt op Raadsaanbeveling 2022/107 ter vervanging van Raadsaanbeveling 14756 over reizen binnen de Unie, ook de herziening van Raadsaanbeveling 912 over het inreisverbod ter hand te nemen.

In het kader van de internationale solidariteit, sprak de Commissie de verwachting uit dat de EU kan voldoen aan haar toezegging om mid-2022 700 miljoen vaccins gedoneerd te hebben aan partner landen. De absorptiecapaciteit van landen is momenteel een belangrijk knelpunt in de uitrol van vaccinatiecampagnes. In aanloop naar de EU-AU top werkt de Commissie aan een gezamenlijk ondersteuningspakket om de «country readiness» in Afrika te bevorderen. Verschillende lidstaten spraken steun uit voor deze inzet en deelden informatie over de voortgang van donaties.

Relatie tussen de EU en het VK

De leden van de Raad stonden stil bij de stand van zaken van de relatie tussen de EU en het VK. Zij stonden met name stil bij de voortgang in de gesprekken over de implementatie van het Protocol Ierland/Noord-Ierland (hierna: Protocol), en vervolgens ook bij de implementatie van het burgerrechtengedeelte van het Terugtrekkingsakkoord, de onderhandelingen tussen de EU en het VK over een overeenkomst over Gibraltar7 en de voortgang in het technische proces ingericht voor openstaande licentie aanvragen op het gebied van visserij.

De vicevoorzitter van de Europese Commissie, Maroš Šefčovič, gaf een toelichting op deze onderwerpen. Bij de implementatie van het Protocol onderstreepte hij de goede sfeer tijdens de gesprekken, maar ook dat de inhoudelijke posities van de EU en het VK momenteel nog ver uit elkaar liggen. Om deze verschillen te overbruggen zal de focus van de komende gesprekken bij de oplossingsrichtingen op het gebied van goederen liggen. Bovendien informeerde Šefčovič de Raad dat de Europese Commissie en het VK overeen zijn gekomen dat het Gemengd Comité – het formele politieke orgaan dat toezicht houdt op de implementatie van het Terugtrekkingsakkoord – in de loop van februari bijeenkomt. Een dergelijke bijeenkomst kan bijdragen aan de voortgang in de lopende gesprekken. Naar verwachting staat dit gemengd comité ook stil bij de implementatie van het burgerrechtengedeelte van het Terugtrekkingsakkoord.

De Raad sprak zijn steun uit voor het werk van de Europese Commissie op de volle breedte van de relatie tussen de EU en het VK, waarbij het nakomen van de afspraken uit het Terugtrekkingsakkoord en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst onverminderd hoog op de agenda staat.

Het kabinet steunt de aanpak van de Commissie om de dialoog met het VK voort te zetten, zolang er politieke wil aan beide zijden is om de relatie te verbeteren. Het kabinet deelt de opvatting van de Europese Commissie dat een positief partnerschap tussen EU en VK in het belang van beide partijen is, gelet op de noodzaak om samen te werken bij uitdagingen op het wereldtoneel. EU-eenheid en solidariteit en de bescherming van de integriteit van de interne markt en van de Belfast-/Goedevrijdagakkoorden blijven voor het kabinet leidende principes bij het verbeteren van de relatie.


X Noot
2

De 47 Raad van Europa-landen zijn: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië & Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Moldavië, Monaco, Montenegro, Nederland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, San Marino, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2444.

X Noot
4

Kamerstuk 22 112, nrs. 3261, 3263 t/m 3268, Kamerstuk 36 012, nr. 1 en Kamerstuk 36 013, nr. 1.

X Noot
5

Kamerstuk 35 663, nrs. 34, 35, 36.

X Noot
7

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 3206.

Naar boven