21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2449 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 januari 2022.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 24 JANUARI 2022

Op maandag 24 januari 2022 vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze vergadering. Er werd gesproken over Syrië, Libië en de veiligheidssituatie in Europa, met aansluitend een videoconferentie met de Amerikaanse Secretary of State Anthony Blinken. Vervolgens werd onder Current Affairs gesproken over de Indo-Pacific, Mali en Soedan. Met dit verslag wordt ook voldaan aan de toezeggingen uit het Commissiedebat RBZ van 20 januari jl. om terug te komen op de vraag van het lid Piri over mogelijke vluchten via het Nederlandse luchtruim van Britse militaire vliegtuigen met wapens aan boord bestemd voor Oekraïne en op de vraag van het lid Mulder over het draagvlak bij de Russische bevolking voor een mogelijke militaire inval in Oekraïne.

Syrië

Speciaal Gezant van de VN voor Syrië Pedersen sprak in de Raad over de zorgelijke situatie in Syrië. De Speciaal Gezant benadrukte het belang van EU-eenheid ter ondersteuning van het politieke proces. De humanitaire situatie is ernstiger dan ooit tevoren. Meer dan 90 procent van de bevolking leeft in armoede en meer dan de helft van de bevolking is ontheemd. De situatie in buur- en opvanglanden zoals Libanon is bovendien kwetsbaar gezien de verslechterende economische situatie. Ten tijde van het overleg was er een bestorming gaande van de Hasakah-gevangenis door ISIS in Noordoost-Syrië.

De Hoge Vertegenwoordiger (HV), gesteund door een meerderheid van de lidstaten inclusief Nederland, herbevestigde staand EU beleid. Dit betekent dat er geen sprake kan zijn van normalisatie, sanctieverlichting of wederopbouw zonder een politiek proces in het kader van VN Veiligheidsraadresolutie 2254. Tegelijkertijd staat de EU open voor nieuwe ideeën om de VN-aanpak te ondersteunen. Nederland onderstreepte daarnaast het belang van accountability. Tot slot blikte de HV vooruit op de Brussel-conferentie in mei waarvan hij hoopt dat deze een kans biedt om het politieke proces een impuls te geven.

Libië

De Raad sprak over de ontwikkelingen in Libië in het licht van de uitgestelde verkiezingen. De HV en de lidstaten waren het erover eens dat dat het uitstel van de verkiezingen een tegenslag is en dat Libië zo snel mogelijk een nieuwe route en tijdslijn richting verkiezingen dient te stellen. De Hoge Vertegenwoordiger noemde naast de negatieve berichten ook de positieve ontwikkeling dat de relatieve rust nog voortduurt, waardoor de afgelopen periode een laag geweldsniveau kende. Om die rust te bewaren zal het vredesproces doorgang moeten vinden. De HV en meerdere lidstaten benadrukten dat de VN daarin een belangrijke rol heeft en de EU deze actief dient te ondersteunen. Daarnaast werden door verschillende lidstaten zorgen uitgesproken over irreguliere migratie, de mensenrechtensituatie van onder meer vluchtelingen en migranten en de gebrekkige voortgang bij het terugtrekken van buitenlandse strijders en troepen. De HV concludeerde dat het zaak is om als EU eensgezind te blijven optreden en er bij de Libiërs en andere betrokken actoren op aan te dringen dat zij constructieve stappen nemen om consensus te bereiken over de weg vooruit.

Veiligheidssituatie in Europa

De RBZ stemde in met de voorliggende Raadsconclusies over de veiligheidssituatie in Europa.1 Tijdens de bespreking van de veiligheidssituatie in Europa veroordeelden de lidstaten, inclusief Nederland, de aanhoudende agressieve acties en dreigementen van Rusland tegen Oekraïne. De HV en de lidstaten onderstreepten het grote belang van de-escalatie en dialoog. Tegelijkertijd was er eensgezindheid dat duidelijk moet zijn dat elke verdere militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne serieuze consequenties en hoge kosten voor Rusland met zich mee zou brengen. De HV gaf aan dat de EU-instellingen de voorbereidingen voor het instellen van eventuele sancties hebben versneld. Nederland benadrukte in dit kader de urgentie van deze voorbereidingen, zodat de EU snel en doortastend kan handelen indien nodig. Meerdere lidstaten, inclusief Nederland, riepen daarbij op om in nauwe coördinatie met trans-Atlantische partners en gelijkgezinde landen op te trekken. Nederland benadrukte, samen met enkele lidstaten, ook het belang van het versterken van de weerbaarheid van de EU en het voorbereiden van tegenmaatregelen tegen eventuele hybride aanvallen gericht op de EU.

De lidstaten herbevestigden verder hun steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne en de andere oostelijke buurlanden. De Raad bevestigde nogmaals de toezegging van de EU om de weerbaarheid van Oekraïne verder te ondersteunen, onder meer bij het tegengaan van cyberdreigingen en het aanpakken van desinformatie.

In de videoconferentie met Secretary Blinken werd verder gesproken over de zorgwekkende veiligheidssituatie in Europa. Er was brede overeenstemming dat in het licht van de Russische agressie en destabilisering trans-Atlantische samenwerking en coördinatie van groot belang zijn. De VS sprak zijn grote zorgen uit over de gevolgen van wat er nu gebeurt voor de internationale rechtsorde en gaf aan dat het noodzakelijk is om deze te handhaven. Blinken koppelde terug over zijn gesprekken met de Oekraïense president Zelensky en zijn gesprek met zijn Russische evenknie Lavrov. In dat laatste gesprek heeft de VS opnieuw benadrukt dat Rusland dient te de-escaleren en dat de VS, de EU, het VK en Canada klaar staan om te waarborgen dat de gevolgen van agressie tegenover Oekraïne voor de Russische economie enorm zullen zijn.

De HV, Nederland en veel andere lidstaten spraken hun waardering uit voor de intensieve Amerikaanse consultaties met Europa op alle niveaus. Ten aanzien van sancties werd niet alleen gesproken over het belang van een zeer stevig pakket, maar benadrukten de VS en veel lidstaten, waaronder Nederland, dat zo’n zwaar pakket klaar moet staan om ingezet te worden bij alle mogelijke scenario’s. De VS lichtte desgevraagd zijn besluit toe om ambassadepersoneel uit Kiev te evacueren, waarbij benadrukt werd dat het alleen om niet-essentieel personeel en hun familieleden gaat, en dat de VS ambassade fully operational is.

Naar aanleiding van de vraag van het lid Piri, zoals gesteld tijdens het commissiedebat RBZ van 20 januari jl., naar mogelijke vluchten via het Nederlandse luchtruim van Britse militaire vliegtuigen met wapens aan boord bestemd voor de Oekraïne, kan worden vastgesteld dat tot op heden geen verzoek voor een dergelijke overvlucht van het VK is ontvangen. Indien een militair vliegtuig van een NAVO-bondgenoot wapens, munitie, bommen, torpedo's en andere projectielen en fotografische toestellen meevoert, tenzij deze deel uitmaken van de normale uitrusting van het vliegtuig, moet voor een overvlucht een diplomatieke klaring zijn verstrekt of moet er conform de NAVO-binnenvliegregeling bijzondere toestemming van de Minister van Defensie zijn verleend.

In reactie op de vraag van het lid Mulder zoals gesteld tijdens de Commissiedebat RBZ van 20 januari jl. over het draagvlak bij de Russische bevolking voor een militaire inval in Oekraïne, wijst het kabinet op de diverse opiniepeilingen die zijn gedaan onder de Russische bevolking. Volgens een peiling uit december 2021 vreest 56 procent van de Russische ondervraagden voor een oorlog tussen Rusland en het westen. Een groot aantal ondervraagden in Rusland is overtuigd dat de VS en de NAVO (50 procent) of Oekraïne (16 procent) verantwoordelijk zijn voor de opgelopen spanningen. Ondanks de grote Russische troepenmacht aan de grens met Oekraïne houdt slechts 4 procent van de ondervraagden Rusland zelf hiervoor verantwoordelijk.2

Current Affairs

Indo-Pacific

De HV en een aantal lidstaten bedankte Frankrijk voor het initiatief om een Ministerieel Forum over de Indo-Pacific te organiseren. Deze bijeenkomst is voorzien op 22 februari en zou moeten resulteren in concrete initiatieven waarop de EU en Indo-Pacificlanden gaan samenwerken. Het kabinet ondersteunt de uitvoering van de EU Indo-Pacific-strategie en zet daarbij zelf in op capaciteitsopbouw rond internationaal zeerecht en samenwerking op het gebied van cyber. Hierop brengt Nederland relevante expertise en ervaring in.

Mali

De RBZ heeft een politiek akkoord bereikt om persoonsgerichte sancties op te leggen aan individuen die de transitie in Mali actief tegenwerken en die de vrede, stabiliteit en veiligheid bedreigen. Nederland ondersteunt het opvoeren van de druk op de Malinese transitieautoriteiten, in navolging van reeds afgekondigde sancties door de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS). Tegelijkertijd heeft Nederland in de RBZ ervoor gepleit de deur open te houden voor dialoog en engagement met de Malinese transitieautoriteiten.

De RBZ sprak tevens over de gevolgen van de politieke ontwikkelingen en de aanwezigheid van de private militaire onderneming (PMC) Wagner Group voor de EU-veiligheidsinzet in Mali. Zoals uw Kamer gemeld, is de Wagner Group volgens verschillende bronnen in toenemende mate actief in Mali. Het kabinet heeft wederom aandacht gevraagd voor de gevolgen voor de EU-trainingsmissie in Mali en steun via de Europese Vredesfaciliteit en gepleit voor een kritische beoordeling hiervan. Nederland blijft de ontwikkelingen nauwlettend, en in nauw contact met bondgenoten, monitoren. Het is van belang dat de EU en de lidstaten zorgvuldig en in gezamenlijkheid positie bepalen.

Soedan

Onder het agendapunt Soedan volgde een korte bespreking van de zorgelijke situatie in het land, waarbij onder andere werd gerefereerd aan de aanhoudende protesten en het aantal doden dat daarbij is gevallen. De VN is gestart met een bemiddelingspoging waarbij met alle partijen gesproken wordt met als doel te komen tot een overeenkomst waarbij terug wordt gegaan naar de transitie naar democratie. De HV benadrukte dat de EU de VN moet blijven steunen in deze pogingen. Enkele lidstaten benoemde het belang van het voorkomen dat de situatie in Soedan verder verslechtert.

Corruptie in het mensenrechtensanctieregime

Een aantal lidstaten bepleitte het verkennen van opties om te komen tot een EU-raamwerk voor sancties tegen personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor ernstige corruptie. Conform de moties van de leden Sjoerdsma en Omtzigt en Jetten3 schaarde Nederland zich achter het pleidooi voor een dergelijk instrument. Nederland blijft mogelijkheden verkennen om de discussie over dit onderwerp binnen de EU verder te brengen en het draagvlak te vergroten.

Naar boven