21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2446 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 13 en 14 januari 2022.

Via dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over de uitvoering van motie van het lid De Roon (PVV) over het zoeken naar draagvlak voor sancties tegen Iraans dronebeleid.1

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN (GYMNICH) VAN 13 EN 14 januari 2022

Op 13 en 14 januari jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) plaats in Brest (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2441). Op de agenda stond een gezamenlijke sessie van de Ministers van Buitenlandse Zaken en de Ministers van Defensie over het Strategisch Kompas, gevolgd door een bespreking over de veiligheidssituatie in Oost-Europa. Vervolgens werd gesproken over de situatie in Mali, de stand van zaken van de onderhandelingen met Iran over het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) en over EU-China relaties. De bijeenkomst werd afgesloten met een lunch over de aanstaande EU-AU Top. Hierbij waren de voorzitter van de Afrikaanse Unie (AU) Commissie Mooussa Faki en de Minister van Buitenlandse Zaken van inkomend AU-voorzitter Senegal, Aïssata Tall Sall, aanwezig. De Minister van Buitenlandse Zaken was verhinderd en kon niet deelnemen aan Gymnich. Tijdens de eerste twee sessies werd hij vervangen door de Minister van Defensie. Via dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over de uitvoering van motie van het lid De Roon (PVV) over het zoeken naar draagvlak voor sancties tegen Iraans dronebeleid.2

Strategisch Kompas

In navolging van de bespreking van het eerste concept Strategisch Kompas tijdens de jumbo RBZ van 15 november jl. en de Europese Raad (ER) van 16 december jl., bespraken de Ministers van Buitenlandse Zaken en Ministers van Defensie gezamenlijk de tweede conceptversie van het Strategisch Kompas tijdens de informele Raad.

De Hoge Vertegenwoordiger lichtte de nieuwe conceptversie van het Strategisch Kompas toe. Daarbij benadrukte hij het belang van uitvoerbaarheid van de plannen in het Strategisch Kompas. Ook noemde hij het belang van de trans-Atlantische relatie en het verder uitwerken van de in het Strategisch Kompas voorgestelde snelle interventie capaciteit (EU Rapid Deployment Capacity). De lidstaten verwelkomden de nieuwe versie van het Strategisch Kompas. De aanscherping van de tekst met betrekking tot Rusland en China werd verwelkomd. Dat gold ook voor de aandacht voor het belang van EU-NAVO samenwerking. Veel lidstaten brachten, in lijn met de geïntegreerde benadering, ook het belang van civiel-militaire synergie naar voren. Commissaris Breton gaf aan dat de Europese Commissie voorstellen voorbereidt om o.a. de gezamenlijke aankoop van militair materiaal te faciliteren, fragmentatie te beperken en interoperabiliteit te bevorderen. Daarnaast zal er specifieke aandacht zijn voor onder meer ruimtevaart en cyberspace, waarbij het belangrijk is voort te bouwen op bestaande civiele capaciteiten.

Nederland sprak steun uit voor deze versie van het Strategisch Kompas en noemde daarbij het belang van het behoud van het huidige ambitieniveau. Nederland verwelkomde daarbij specifiek de tekst over de geïntegreerde benadering, de hybride toolbox en de snelle militaire interventie capaciteit. Ook riep Nederland op tot zoveel mogelijk transparantie in de besluitvorming en benadrukte dat er geen sprake is van de vorming van een Europees leger, conform motie van het lid Van Houwelingen c.s.3

De verwachting is dat een nieuwe conceptversie van het Strategisch Kompas in de tweede helft van februari zal worden gedeeld met de lidstaten. Deze zal dan ook voor de Kamer toegankelijk zijn via de EU Delegates Portal. De planning is dat het Strategisch Kompas tijdens de gezamenlijke RBZ van de Ministers van Buitenlandse Zaken en de Ministers van Defensie op 21 maart 2022 wordt aangenomen en vervolgens wordt bekrachtigd tijdens de ER van 24–25 maart 2022.

Veiligheidssituatie Oost-Europa

Tijdens Gymnich was er grote overeenstemming over de verslechterde veiligheidssituatie door de Russische troepenopbouw aan de grens van Oekraïne en over de Russische pogingen zijn invloedssfeer uit te breiden. Hoewel de Russische eisen strijdig zijn met de soevereiniteit van landen en derhalve niet kunnen worden geaccepteerd, is het van belang om in dialoog met Moskou te blijven. Voor de Europese veiligheid blijven de afspraken zoals vastgelegd in de VN en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa de basis.

Daarnaast was er veel steun voor het starten van de uitwerking van sancties in het geval van nieuwe Russische militaire agressie. Uitgangspunt is dat de sancties geloofwaardig en krachtig moeten zijn en zich verhouden tot de ernst van de mogelijke dreiging. Wat betreft het conflict in Oekraïne blijft voor de EU het «Normandië 4»-format (waarin Duitsland, Frankrijk, Rusland en Oekraïne deelnemen) leidend. Ook is besproken wat de EU nog meer kan doen om steun aan Oekraïne te verlenen en hoe de EU haar rol ten aanzien van het conflict kan versterken. Het is van belang dat ook de EU betrokken blijft bij gesprekken over Europese veiligheid. Er werd door een aantal lidstaten ook kort teruggeblikt op de recente gebeurtenissen in Kazachstan en Belarus en de gevolgen voor de relatie met Rusland.

Mali

Tijdens de Raad werd gesproken over de situatie in Mali, waarbij de nadruk lag op de politieke transitie en de aanwezigheid van de Russische private militaire onderneming (PMC) Wagner Group in Mali. De EU en de lidstaten uitten tijdens de Raad bezorgdheid over het aangekondigde uitstel van het transitieproces met maximaal vijf jaar door de Malinese transitieautoriteiten. In navolging van ECOWAS-sancties die zijn ingesteld als gevolg van het uitstel van het transitieproces was er consensus over het belang van een Europese reactie richting Mali, waarbij ook werd voorgesteld om individuele sancties tegen personen die het transitieproces belemmeren verder uit te werken, zolang dit de Malinese bevolking niet raakt. Ten aanzien van de PMC Wagner Group uitten de EU en de lidstaten hun zorgen over de berichten uit verschillende bronnen dat de Wagner Group in toenemende mate actief is in Mali. Er werd hierbij ook gesproken over het belang van de EU-inzet op het gebied van veiligheid in Mali, waaronder de inzet in de EU-trainingsmissie in Mali (EUTM Mali). Er werd afgesproken om de ontwikkelingen nauwlettend te blijven monitoren en goed af te stemmen met het oog op gezamenlijke positiebepaling. Zodra er nadere ontwikkelingen zijn, zal uw Kamer daarover worden geïnformeerd.

Stand van zaken onderhandelingen met Iran over het JCPOA

De Hoge Vertegenwoordiger en het Franse voorzitterschap gaven een toelichting op de stand van zaken van de onderhandelingen over het JCPOA. Hoewel er serieus onderhandeld lijkt te worden in Wenen, is het zaak dat er binnen afzienbare tijd een akkoord wordt bereikt. Iran gaat immers door met verrijken en het opdoen van technische kennis. De inzet van de Europese partners om tot een sterk akkoord te komen blijft Nederland ondersteunen. Dit is in het belang van alle – bij het JCPOA betrokken – partijen.

Het kabinet wenst uw Kamer te informeren dat de motie van het lid De Roon (PVV) over het zoeken naar draagvlak voor sancties tegen Iraans dronebeleid in uitvoering is gebracht.4 Na consultaties met EU-partners is duidelijk geworden dat er niet voldoende draagvlak bestaat binnen de EU om additionele sancties in te stellen. Dit komt met name doordat de huidige EU-sancties tegen Iran reeds gericht zijn op het Iraanse ballistische raketprogramma en Iraanse drones. Onder artikel 4a van het EU-massavernietigingswapens sanctieregime tegen Iran is het verboden om goederen of technologie uit de controlelijst van het Missile Technology Control Regime (MTCR) aan Iraanse personen of entiteiten te leveren. Deze lijst controleert naast rakettechnologie ook UAV-technologie en goederen. Daarnaast zijn onder meer het Qods Korps van de Iraanse Revolutionaire Garde en Quds Aeronautics Industries gesanctioneerd, specifiek omwille van hun rollen in Uncrewed Aerial Vehicle (UAV)-proliferatie respectievelijk UAV-productie. Alle EU-sanctieregimes worden periodiek herzien en indien opportuun en noodzakelijk aangepast of aangevuld.

EU-Chinarelatie

De Raad sprak over de uitdagingen in de EU-Chinarelatie. Geconcludeerd werd dat de EU aan de ene kant moet blijven engageren, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, klimaat en duurzaamheid, maar dat er tegelijkertijd blijvend aandacht moet zijn voor de spanningen in de relatie met China en zorgpunten op het gebied van mensenrechten en andere onderwerpen waarover met China verschillen in belang of inzicht bestaan. Daarbij is het cruciaal om als EU eenheid en solidariteit te tonen, vooral wanneer individuele lidstaten worden geconfronteerd met diplomatieke en/of economische dwang. De Raad heeft in dit kader en in lijn met de motie van de leden Brekelmans en Agnes Mulder5 gesproken over de economische en diplomatieke druk waar Litouwen op dit moment mee geconfronteerd wordt. Ook werd in de Raad gesproken over de rol van China in multilateraal verband. De Raad concludeerde dat het van belang is dat de EU zich duidelijker profileert en zoveel mogelijk met één stem spreekt. Ook werd geconcludeerd dat de EU en individuele lidstaten zich eensgezind moeten verzetten tegen pogingen van China om internationale normen en de internationale rechtsorde te ondermijnen. Tot slot werd kort geïnventariseerd of lidstaten voornemens zijn een officiële delegatie naar de opening van de Olympische Winterspelen af te vaardigen. Het kabinet heeft in de ministerraad van 14 januari jl. besloten dat de Olympische Winterspelen niet zullen worden bijgewoond door een Nederlandse regeringsdelegatie. Net als bij de Olympische Spelen in Tokio, zal het door de in China geldende strenge Coronamaatregelen onmogelijk zijn voor Nederlandse toeschouwers om de Spelen bij te wonen. Daarnaast weegt mee dat er door deze maatregelen slechts beperkt ruimte zal zijn voor een inhoudelijk programma, en bilaterale contacten met het gastland, waarin onder andere ook de grote zorgen van Nederland over de mensenrechtensituatie in China op betekenisvolle wijze zouden kunnen worden besproken. Uit consultaties met de overige EU-lidstaten, blijkt dat veel van hen een vergelijkbare positie innemen, waarbij geen officiële delegatie wordt afgevaardigd, zonder dat sprake is van een politieke boycot.

Lunch EU-AU

De Raad sprak met de voorzitter van de Afrikaanse Unie Commissie, Moussa Faki, en de Minister van Buitenlandse Zaken van inkomend AU-voorzitter Senegal, Aïssata Tall Sall, over de aanstaande EU-AU top op 17–18 februari. De HV benoemde het belang van het verder verdiepen van het EU-Afrika partnerschap en de vele gedeelde belangen. De Europese Commissie lichtte het EU-investeringspakket toe, waarmee Afrikaanse landen worden ondersteund bij het COVID-19 herstel via investeringen in onder meer gezondheid, energie en infrastructuur. In lijn met de inzet van het kabinet werd het belang van jeugd voor de toekomstbestendigheid van het EU-Afrika partnerschap genoemd. Volgens AU-Commissievoorzitter Faki sluit de AU-inzet voor de top, gericht op gelijkheid, welvaart en vrede, goed aan op de EU-prioriteiten. Andere AU-prioriteiten voor de top zijn vaccinverdeling en Afrikaanse productiecapaciteit ten behoeve van de COVID-19 respons, contraterrorisme, ontwikkelingsfinanciering ten behoeve van onder meer infrastructuur en de energietransitie, onderwijs en mobiliteit en migratie. Minister Tall Sall riep op tot verdere uitwerking van het partnerschap en ging in op onder andere handelsbevordering, energietransitie en mobiliteit en migratie, wat ook betrekking heeft binnen de Afrikaanse landen zelf, van platteland naar de stad. In aanvulling hierop vroeg de Raad aandacht voor de dreiging van spillover van gewelddadig extremisme uit de Sahel en voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.


X Noot
1

Kamerstuk 35 925 V, nr. 19.

X Noot
2

Kamerstuk 35 925 V, nr. 19.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1753.

X Noot
4

Kamerstuk 35 925 V, nr. 19.

X Noot
5

Kamerstuk 35 207, nr. 52.

Naar boven