21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2424 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2021

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 23 november 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen

GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 NOVEMBER 2021

Op dinsdag 23 november 2021 vindt in Brussel een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda van de Raad staan de volgende onderwerpen: Voorbereiding van de agenda van de Europese Raad van 16–17 december, het uitbreidings-, stabilisatie- en associatieproces, de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog en het Commissiewerkprogramma 2022. Daarnaast zal de Raad naar verwachting conclusies aannemen over de verbeterde voorbereiding en reactie op toekomstige crises. Ook zal de Raad mogelijk spreken over de relatie tussen de EU en het VK. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering.

Voorbereiding agenda Europese Raad 16–17 december

De RAZ zal spreken over de geannoteerde conceptagenda voor de Europese Raad (ER) van 16 en 17 december a.s. Op de agenda van deze ER staan naar verwachting COVID-19-coördinatie, crisismanagement en weerbaarheid, Afrika, energieprijzen en het strategisch kompas. Ten aanzien van crisismanagement en weerbaarheid wordt de kabinetsinzet later in deze brief besproken.

Met betrekking tot COVID-19 zal de bespreking in de ER zich naar verwachting toespitsen op de coördinatie van reismaatregelen, de Europese Gezondheidsunie inclusief de Health Emergency Response Authority (HERA) en internationale solidariteit. In de discussie over reizen zet het kabinet zich in voor het op veilige wijze hervatten van het vrij verkeer, en spoort aan tot voortgang in de discussie over de herzieningen van de Raadsaanbevelingen 14751 en 9122. Hiertoe worden eind november voorstellen van de Commissie verwacht. Gezien de stijgende vaccinatiegraad binnen de EU acht het kabinet het verantwoord het vrij verkeer zo veel mogelijk te hervatten op basis van het gebruik van het Digitaal Corona Certificaat (DCC), met daarbij een noodremprocedure voor eventuele nieuwe, zorgelijke varianten. Het kabinet streeft ernaar voor wat betreft de geldigheidsduur van het herstelbewijs en het vaccinatiebewijs, overeenstemming te vinden op basis van wetenschappelijke bevindingen. Wat betreft de Europese Gezondheidsunie acht het kabinet een zorgvuldige behandeling van belang, ook ten aanzien van het op 16 september verschenen HERA-pakket.

De discussie over Afrika zal zich toespitsen op de voorbereidingen voor de zesde EU-AU Top. Deze staat gepland voor 17 en 18 februari 2021, maar wordt naar verwachting verplaatst naar begin maart i.v.m. de AU Top begin februari. Indien de discussie zich richt op het vaststellen van de gezamenlijke prioriteiten, zal het kabinet zich ervoor inzetten dat de Nederlandse prioriteiten (klimaat, banen en investeringen, landbouw en voedselzekerheid, migratie en mobiliteit, veiligheid en terrorismebestrijding), zo veel mogelijk deel uitmaken van de gezamenlijke prioriteiten.

Ten aanzien van de energieprijzen is het kabinet voorstander van ruimte voor lidstaten om op nationaal niveau maatregelen te nemen om de gevolgen van de gestegen energieprijzen tegen te gaan. De mededeling van 13 oktober jl. van de Commissie biedt hiertoe handvatten.3 Het kabinet is ook voorstander van het vergroten van energiezekerheid door het verder versterken van de Europese interne energiemarkt en verdere diversificatie van aanvoerroutes, energieleveranciers en energiebronnen, zeker ook via de energietransitie. Het Europees klimaatbeleid, zoals voorgesteld in de Green Deal en het Fit-for-55-pakket, zal een belangrijke rol moeten spelen bij het geleidelijk verminderen van afhankelijkheden van fossiele energiebronnen. Het onderwerp staat ook op de agenda van de Energieraad van 2 december a.s.

In navolging van de gezamenlijke bespreking door de Raad Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2420) en de Raad Buitenlandse Zaken Defensie van het Strategisch Kompas op 15 november as. spreekt ook de ER over het Strategisch Kompas. Het doel van het Strategisch Kompas is om richting te geven aan het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), door te bepalen waartoe de EU op het gebied van veiligheid en defensie de komende vijf tot tien jaar in staat moet zijn, en hoe dat gerealiseerd moet worden. Nederland is voorstander van een ambitieus en realistisch Strategisch Kompas. In het licht van de huidige veiligheidssituatie en de geopolitieke ontwikkelingen moet de EU haar vermogen om op veiligheids- en defensiegebied op te treden vergroten: bij voorkeur samen met partners, zoals de NAVO en de VS, maar zelfstandig waar en wanneer nodig. Het Kompas zal naar verwachting op 21 maart 2022 tijdens een gezamenlijke jumbo RBZ met de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie worden aangenomen en worden bekrachtigd tijdens de Europese Raad van 24–25 maart 2022.

Uitbreidings, Stabilisatie- en Associatieproces

De leden van de Raad zullen spreken over de voortgangsrapportages over Montenegro, Servië, Noord-Macedonië, Albanië, Kosovo, Bosnië-Herzegovina en Turkije die de Europese Commissie op 19 oktober jl. presenteerde. Een appreciatie van het uitbreidingspakket van de Commissie, die tevens de basis vormt voor de Nederlandse inzet bij de voorbereidingen voor de Raadsconclusies over het uitbreidingspakket, komt uw Kamer op 12 november toe.

Jaarlijkse Rechtsstatelijkheidsdialoog

De leden van de Raad zetten de roulerende landenspecifieke dialoog voort waar zij in november 2020 mee begonnen. Deze keer zullen Kroatië, Italië, Cyprus, Letland en Litouwen met de leden van de Raad spreken over hun landenhoofdstukken in het Rechtsstaatrapport 2021 dat de Europese Commissie op 20 juli 2021 publiceerde en waarvan de kabinetsappreciatie beide Kamers op 1 oktober jl. is toegegaan.4 Het kabinet ziet de landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialogen als een waardevolle uitbreiding van de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog en kan zich in algemene zin vinden in de constateringen die de Commissie doet in de geagendeerde vijf landenhoofdtukken.

In algemene zin is de Nederlandse appreciatie per land als volgt.

Kroatië

Kroatië heeft enkele hervormingen doorgevoerd in het justitiële systeem, waardoor de efficiëntie ervan is verbeterd. Ook is er een juridisch raamwerk opgesteld voor de bescherming van journalisten. Serieuze zorgen blijven bestaan over de erosie van de onafhankelijke rechtspraak en het hoge aantal strategische rechtszaken tegen journalisten (SLAPP).

Italië

Het Italiaanse rechtssysteem ondergaat momenteel hervormingen die de kwaliteit en efficiëntie daarvan verbeteren. De aanbevelingen van de Raad van Europa kunnen richting geven aan de hervormingen van het Italiaanse rechtssysteem en het versterken van de onafhankelijkheid daarvan. Dit geldt met name voor de aanstelling van rechters tot de High Council for the Judiciary. De door Italië geplande hervorming van wetgeving inzake laster ligt nog altijd voor aan het parlement. De politieke onafhankelijkheid van de Italiaanse media blijft een punt van zorg, met name in de audiovisuele sector.

Cyprus

Nederland volgt de hervormingen van het Cypriotische justitiële stelsel met aandacht. Nieuwe wetsvoorstellen zien onder andere op het opsplitsen van het Hooggerechtshof en het wijzigen van de benoemingsprocedure van rechters en de twee presidenten van de twee nieuwe hoven waardoor de president een doorslaggevende rol zou krijgen. Het kabinet deelt de beoordeling van de Commissie dat het van groot belang is dat deze hervormingen de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht respecteren. Nederland is positief over de stappen die zijn gezet ter bevordering van de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media.

Letland

Letland heeft grote stappen gezet op het gebied van de rechtsstaat. In 2020 is er bijvoorbeeld ten behoeve van de rechterlijke onafhankelijkheid een nieuwe procedure aangenomen voor de selectie van kandidaatsrechters, deze is dit jaar in werking getreden. Ook loopt Letland voorop in het digitaliseren van de justitiële sector. Er ligt nog een aantal uitdagingen, zo wijst de Commissie erop dat Letse journalisten nog regelmatig te maken krijgen met online intimidatie waaronder van politici, dit is ook wat Nederland betreft een punt van zorg.

Litouwen

De situatie in Litouwen op het gebied van een onafhankelijke rechtspraak, vrije en kritische media en transparante parlementaire processen is positief. Net als Letland is ook Litouwen een voorloper in het digitaliseren van de justitiële sector. Ook is het positief dat Litouwen in 2020 een nieuw anti-corruptie kader heeft aangenomen en dat er een aantal prominente corruptiezaken voor de rechter zijn gebracht. Nederland kan zich vinden in de constatering van de Commissie dat de toegang tot informatie niet ten onrechten moet worden beperkt met een beroep op gegevensbescherming.

Commissiewerkprogramma 2022

De Europese Commissie zal tijdens de RAZ haar werkprogramma 2022 toelichten, waarna de leden van de Raad erover van gedachten wisselen. Dit agenda onderwerp zal via livestream te volgen zijn. Het Commissiewerkprogramma (CWP) verscheen op 19 oktober jl.5 De Commissie kondigde hierbij haar nieuwe initiatieven aan samengebracht in 32 beleidsdoelstellingen die binnen haar zes prioriteiten6 vallen. Het merendeel van de initiatieven valt binnen de prioriteiten van «een economie die werkt voor de mensen».7 De focus ligt net als dit jaar op een groener, eerlijker, digitaler en veerkrachtiger Europa na Covid-19. Het kabinet zal in deze besprekingen specifiek aandacht vragen voor de prioriteiten uit de Kamerbrief voor de Staat van de Unie 2021, kort samengevat: migratie, veiligheid, economie, klimaat, extern beleid en een beter functioneren van de EU, en in het verlengde daarvan voor aansluiting bij de Strategische Agenda 2019–2024 die de Europese Raad in juni 2019 aannam.

Raadsconclusies voorbereiding op crises

Naar verwachting zal de Raad conclusies aannemen over het verbeteren van de paraatheid, het reactievermogen en de weerbaarheid van de EU tegen toekomstige crises. De voorliggende raadsconclusies gaan onder andere in op het belang van sector-overstijgende crisisbeheersing en een verbeterd vermogen van de EU om crises te zien aankomen, risico’s te analyseren en tot een gecoördineerde aanpak te komen. Op het moment van schrijven is er nog geen overeenstemming bereikt over de Raadsconclusies.

De Raadsconclusies sluiten grotendeels aan bij de kabinetsinzet om op basis van de lessen uit de COVID-19-crisis de EU crisis response te verbeteren. Bij toekomstige crises zouden bijvoorbeeld onnodige verstoringen van de interne markt vermeden moeten worden. Daarom acht het kabinet het van belang dat er een degelijke evaluatie wordt uitgevoerd van het functioneren van de interne markt tijdens de COVID-19-crisis. Ook bepleit het kabinet conform motie van het lid Leijten8 de noodzaak om de gezamenlijke aanschaf van vaccins te evalueren. Om de EU-crisisarchitectuur te verstevigen zet het kabinet in op een versterkt, sector-overstijgend, permanent Raadsinstrument dat voortbouwt op het «Integrated Political Crisis Response» (IPCR) mechanisme. Een dergelijk instrument zou de politieke sturing tijdens crises primair bij de Raad neerleggen, de coördinatie en samenwerking verbeteren en ook buiten crisestijd kunnen worden ingezet om de crisisparaatheid van de Unie te verbeteren. Ten slotte ziet het kabinet graag betere coördinatie en strategische communicatie via een nauwe band met het Crisis Communicators Network.

EU-VK-relatie

Naar verwachting staan de leden van de Raad stil bij de stand van zaken van de relatie tussen de EU en het VK, meer specifiek bij de voortgang in de gesprekken over de implementatie van het Protocol Ierland/ Noord-Ierland (hierna: Protocol). De Europese Commissie heeft op 13 oktober jl. een viertal non-papers gepubliceerd met oplossingsrichtingen voor de gebrekkige implementatie van het Protocol op de terreinen douane, sanitaire en fytosanitaire goederen (SPS), medicijnen en betrokkenheid van Noord-Ierse belanghebbenden bij de governance van het Protocol. Deze non-papers bevatten voorstellen, nader uit te werken in gesprekken tussen de Europese Commissie en het VK, waarbij onder strikte voorwaarden minder controles en formaliteiten nodig zijn bij de implementatie van het Protocol. Volledige implementatie van het Protocol blijft hierbij het einddoel. Naar verwachting zal vicevoorzitter van de Europese Commissie Šefčovič tijdens de Raad een toelichting geven op de laatste ontwikkelingen. Mogelijk zal Šefčovič de Raad ook op de hoogte brengen van verdere stappen voor het geval dat een gemeenschappelijke uitkomst uitblijft en het VK een beroep doet op artikel 16 van het Protocol.9 Nederland steunt, net als andere lidstaten, de aanpak van de Europese Commissie, waarbij de mogelijkheden die het Protocol biedt maximaal benut worden om tot gemeenschappelijke oplossingen met het VK te komen. Voor Nederland staat voorop dat een situatie waarin het VK zich beroept op artikel 16 moet worden voorkomen, aangezien dit de balans kan verstoren tussen de doelen van het Protocol, namelijk de bescherming van de Belfast/Goedevrijdagakkoorden en de integriteit van de interne markt van de EU en het voorkomen van een harde grens op het Ierse eiland. Tegelijkertijd zal Nederland het belang benadrukken dat de Commissie, in nauwe samenspraak met de Raad, op alle scenario’s voorbereid is.


X Noot
1

Aangaande de coördinatie van nationale maatregelen binnen de EU.

X Noot
2

Aangaande het EU-inreisverbod.

X Noot
3

Het kabinet streeft ernaar de appreciatie van deze Mededeling uw Kamer eind november te doen toekomen.

X Noot
4

Kamerstukken 21 501-02 en 29 279, nr. 2413

X Noot
7

Het kabinet streeft ernaar de appreciatie van het Commissie Werkprogramma uw Kamer eind november te doen toekomen.

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1659

X Noot
9

Dit artikel geeft de EU en het VK de mogelijkheid om, wanneer de toepassing van het Protocol leidt tot ernstige economische, maatschappelijke of milieuproblemen of leidt tot verlegging van handelsverkeer, unilateraal passende vrijwaringsmaatregelen te nemen.

Naar boven