21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2400 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 augustus 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 augustus 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

VERSLAG VAN DE INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 17 AUGUSTUS 2021

Afghanistan

Op 17 augustus vond via videoconferentie een extra informele Raad Buitenlandse Zaken plaats over de situatie in Afghanistan. Namens het kabinet nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel. Tijdens de RBZ werd gesproken over de humanitaire situatie, evacuatieoperaties, politieke ontwikkelingen en de korte en langere termijn vooruitzichten.

Lidstaten spraken unaniem hun zorg uit over de zeer verontrustende ontwikkelingen in Afghanistan. Verschillende Ministers vroegen daarbij in het bijzonder aandacht voor de positie van vrouwen en meisjes die mogelijk weer onder druk komt te staan nu de Taliban weer aan de macht is. Enkele Ministers uitten hun teleurstelling dat de intensieve Westerse inzet in Afghanistan in de afgelopen twintig jaar het huidige scenario niet heeft kunnen voorkomen. Vrijwel alle lidstaten begonnen hun betoog met de oproep dat alle Afghanen en hun families die zich in de afgelopen jaren voor de EU en de lidstaten hebben ingezet en die momenteel gevaar lopen, zo snel mogelijk moet worden geëvacueerd. De Raad sprak ook over de opvang van lokaal personeel van de EU-delegatie in Kaboel. Een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft aangegeven enkele personen en hun gezinnen te kunnen opvangen. Alle lidstaten, waaronder Nederland, verwelkomden daarnaast de uitgebreide verklaring die de HV vlak na de Raad namens de EU uitbracht.1

Enkele Ministers spraken in hun interventie hun zorgen uit over migratiestromen die mogelijk als gevolg van de crisis op gang komen. Tijdens een speciale bijeenkomst van de Europese Ministers van justitie werd op woensdag 18 augustus specifiek over dit onderwerp doorgesproken. Tijdens de RBZ benadrukten verschillende lidstaten het belang om nauw contact te houden met partners in de regio. Ook onderstreepten enkele lidstaten hun vrees dat Afghanistan weer zal verworden tot uitvalsbasis van internationaal opererende terroristen.

Het kabinet stelde dat de EU ondanks de machtsovername door de Taliban de lokale bevolking niet uit het oog mag verliezen. Op de korte termijn moet de EU zich blijven inzetten voor humanitaire assistentie aan Afghanistan. Op de langere termijn blijft Europese hulp aan Afghanistan ook noodzakelijk. Het kabinet is er voorstander van dat de EU-inzet zoveel mogelijk ten goede komt van het maatschappelijk middenveld in Afghanistan. Het is van groot belang dat samenwerking met een toekomstige Afghaanse overheid op basis van strikte conditionaliteit geschiedt. Dat betekent dat de eisen van de EU op het gebied van onder andere mensenrechten, in het bijzonder die van vrouwen en kinderen, en rechtsstaat moeten worden gerespecteerd. Indien dat niet gebeurt, moet dat gevolgen hebben voor de Europese OS-inzet.

Daarnaast benadrukte het kabinet het belang van samenwerking met andere internationale spelers, in het bijzonder met de Verenigde Staten, bij het monitoren van de veiligheidssituatie, het in kaart brengen van migratiestromen en het geven van humanitaire steun. Tevens is het van cruciaal belang dat de EU de relatie met de buurlanden van Afghanistan intensiveert. Zij moeten worden bijgestaan bij de opvang van Afghaanse vluchtelingen en zo nodig bij het tegengaan van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit als gevolg van de crisis in Afghanistan.

Naar boven