21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2373 MOTIE VAN HET LID KUZU

Voorgesteld 17 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tijdens de jaarlijkse provocerende vlaggenmars in Oost-Jeruzalem door extremistische nationalisten stelselmatig leuzen zijn gescandeerd, zoals:

  • «Dood aan de Arabieren»;

  • «De tweede naqba (catastrofe) komt spoedig. Jullie zullen eindigen in vluchtelingenkampen»;

  • «Een goede Arabier is een dode Arabier»;

  • «Ga weg van hier, ga maar dood»;

overwegende dat de alternatieve premier van Israël dit weliswaar heeft veroordeeld, maar er nul arrestaties zijn verricht aan de zijde van de mensen die deze leuzen scanderen, terwijl er aan Palestijnse zijde 23 gewonden zijn gevallen en 17 arrestaties zijn verricht;

spreekt haar walging uit over deze leuzen en veroordeelt deze met klem;

verzoekt de regering, dit standpunt van de Tweede Kamer over te brengen in haar bilaterale contacten met Israël en dit aan de orde te stellen tijdens de aanstaande Raad Buitenlandse Zaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuzu

Naar boven