21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2370 MOTIE VAN HET LID EPPINK C.S.

Voorgesteld 17 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het staakt-het-vuren dat onder leiding van Rusland tussen Armenië en Azerbeidzjan is overeengekomen, afgesproken is dat krijgsgevangenen, gijzelaars en andere gedetineerden, alsook de stoffelijke resten van de gesneuvelden, moeten worden uitgewisseld;

overwegende dat het Verdrag van Geneve (III), betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, ook Armenië en Azerbeidzjan verplicht krijgsgevangenen meteen na de beëindiging van openlijke vijandelijkheden vrij te laten en te repatriëren;

overwegende dat deze landen ook verplicht zijn krijgsgevangenen menselijk te behandelen en gevangen burgers te beschermen;

constaterende dat Azerbeidzjan nog steeds niet alle krijgsgevangenen heeft vrijgelaten;

verzoekt de Minister, de Raad op te roepen druk te zetten op Azerbeidzjan om alle Armeense krijgsgevangenen en gedetineerde burgers onmiddellijk vrij te laten en te repatriëren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Eppink

Segers

Van der Staaij

Naar boven