21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2306 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 maart 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 23 MAART 2021

Op dinsdag 23 maart jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ) informeel per videoconferentie. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de vergadering.

Voorbereiding videoconferentie leden Europese Raad van 25 en 26 maart 2021

COVID-19

Het voorzitterschap sprak uit dat COVID-19-coördinatie naar verwachting het voornaamste onderwerp zal zijn tijdens de bijeenkomst van de leden van de Europese Raad die per videoconferentie plaatsvindt. Aansluitend stelde de Commissie dat de gezondheidssituatie in Europa ernstig is, maar dat zij hoopt op verbetering door vaccins. Vervolgens gaf zij aan alles in het werk te stellen om vaccinproductie te versnellen en verbetering te verwachten in het tweede kwartaal van dit jaar. De Commissie onderstreepte het belang van het exportautorisatiemechanisme. Over gezondheidscertificaten gaf zij aan steun van de lidstaten nodig te hebben om tot snelle goedkeuring te komen.

Meerdere lidstaten onderstreepten het belang van gezondheidscertificaten om vrij verkeer te faciliteren met het oog op toerisme deze zomer. Nederland gaf aan dat het goed is om met het technische werk voor gezondheidscertificaten te beginnen en dat het van belang is dat het systeem interoperabel en niet-discriminerend is. Privacy en grondrechten dienen te worden beschermd en er is duidelijkheid nodig over virustransmissie na vaccinatie. Veel andere lidstaten onderkenden het belang van deze elementen. Wat exportautorisatie betrof gaf Nederland aan dat het belangrijk is de productie en distributie van vaccins te versnellen, transparantie van leveringen te vergroten, ongehinderde wereldwijde toeleveringsketens te garanderen en te voorkomen dat er geëscaleerd wordt naar exportverboden. Meerdere lidstaten wezen in dit kader op het belang van wederkerigheid. Aangaande de verdeling van vaccins gaf Nederland aan te willen vasthouden aan de gemaakte afspraken, omdat deze voortkomen uit een eerlijk en open proces. Een aantal lidstaten wees op de uiteenlopende vaccinatiegraden tussen de lidstaten in dit kader en dat dit opgelost diende te worden. Andere lidstaten wezen juist op het nakomen van gemaakte afspraken.

Interne markt, Industrie en Digitalisering

De Commissie trapte de discussie af met een verwijzing naar de recent uitgebrachte Digital Decade mededeling van 9 maart jl. en een aankondiging van de Commissievoorstellen die in april worden verwacht, waaronder de aangekondigde update van de Industriestrategie en wetgeving op het gebied van AI. In het kader van de update van de Industriestrategie benadrukten meerdere lidstaten het belang van een goede werking van de interne markt, door onder andere het continu wegnemen van belemmeringen en het trekken van lessen uit de crisis. Ook de groene en digitale transities werden door veel lidstaten centraal gesteld in het herstel van de EU. Nederland heeft tevens gepleit voor een exit-strategie van het staatssteunkader dat ten tijde van COVID-19 is opgesteld. In het kader van de open strategische autonomie van de Europese Unie benoemde een aantal lidstaten de noodzaak om ongewenste afhankelijkheden te identificeren en te adresseren. Nederland en Spanje verwezen naar het gezamenlijke non-paper over een open strategische autonomie dat op 23 maart jl. is uitgebracht. Dit paper, waarmee Nederland en Spanje beogen bij te dragen aan de bredere discussie in de EU over open strategische autonomie, is ter informatie voor uw Kamer bijgevoegd bij dit verslag1.

Op het gebied van digitalisering verwelkomde het merendeel van de lidstaten het digital decade voorstel en de ambitie van de Commissie om digitaal leiderschap te tonen en het versterken van de digitale soevereiniteit. Ook hier benadrukten meerdere lidstaten dat het behoud van een open economie van belang is.

Oostelijke Middellandse Zee

De leden van de Raad bespraken de EU-Turkije relatie in aanloop naar de videoconferentie van de Europese Raad van 25 en 26 maart. De meeste lidstaten toonden zich gematigd positief over recente stappen van Turkije, zoals de terugtrekking van boor- en exploratieschepen, het hervatten van bilaterale besprekingen tussen Griekenland en Turkije, en gematigde retoriek van Turkije richting de EU. Hierbij werd de noodzaak van consolidering van deze stappen veelvuldig benadrukt. Tijdens de bespreking kwamen zorgen over de binnenlandspolitieke situatie in Turkije, zoals de aangekondigde Turkse terugtrekking uit de Istanbul Conventie, wederom nadrukkelijk aan de orde. Nederland gaf daarbij aan dat de rechtsstaat en mensenrechten onderdeel dienen uit te maken van de dialoog tussen de EU en Turkije. De meeste lidstaten spraken steun uit voor de tweesporenbenadering, herkenden het gemengde beeld ten aanzien van Turkije en gaven aan open te staan voor incrementele en omkeerbare verkennende stappen op het positieve spoor. Verdere samenwerking op migratieterrein is voor vrijwel alle lidstaten van belang. De Commissie zal na de Europese Raad met voorstellen komen t.a.v. toekomstige financiering voor de opvang van Syrische vluchtelingen en hun gastgemeenschappen in Turkije.

Rusland

De leden van de RAZ spraken over de EU-Rusland relatie, die tijdens de RBZ van 22 maart en 22 februari ook al was geagendeerd. Ook in de RAZ bestond er brede steun onder de lidstaten voor het handhaven van de vijf guiding principles van het Ruslandbeleid van de EU die in 2016 werden vastgelegd. De voorziene bespreking van de EU-Ruslandrelatie op de Europese Raad van 25 en 26 maart aanstaande zal worden omgezet in een informatiepunt, nu die Raad niet meer fysiek maar digitaal bijeen zal komen.

Europees Semester

Tijdens de RAZ was vooral aandacht voor het syntheseverslag van het Portugese Voorzitterschap. Het rapport geeft weer dat het economisch vooruitzicht sterk afhankelijk is van de ontwikkeling van de pandemie en daarbij horende beperkingen. Stimulerende maatregelen op nationaal en Europees niveau zijn cruciaal voor het economisch herstel. In het rapport is ook specifiek aandacht voor de Recovery and Resiliance Facility (RRF). Het Portugese Voorzitterschap en de Commissie legden beiden de nadruk op het snel indienen van nationale herstelplannen. De reactie op het syntheseverslag van de Commissie en enkele lidstaten was positief. Ook Nederland kan zich in deze stukken vinden. Verder benadrukte de Commissie de noodzaak om vooruit te kijken naar hoe het (economisch) herstel, na de Covid-19-crisis, wordt vorm gegeven. Hierbij moet de nadruk liggen op het verbeteren van de gezondheidszorg, digitale/klimaat transities en het versterken van de economie.

Het Voorzitterschap presenteerde een nieuwe versie van de roadmap voor het Europees Semester 2021. De roadmap houdt rekening met de Covid-19-pandemie en de tijdelijke aanpassing van het Europees Semester om zoveel mogelijk synergie met de RRF te creëren. Ten slotte heeft de RAZ ermee ingestemd de eurozone aanbevelingen door te geleiden naar de Europese Raad. Daar de ER van 25 en 26 maart per videoverbinding vergadert, worden de aanbevelingen naar verwachting tijdens de eerst volgende bijeenkomst van de Europese Raad formeel aangenomen.

Conferentie over de Toekomst van Europa

Het Portugese Voorzitterschap lichtte enkele stappen toe die genomen worden nu op 10 maart jl. de Gezamenlijke Verklaring over de Conferentie over de Toekomst van Europa ondertekend is door de voorzitters van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Het Voorzitterschap deelde mee dat de eerste vergadering van de Executive Board (EB) op woensdag 24 maart 2021 plaatsvindt. De EB zal tijdens deze vergadering spreken over de organisatie van en de communicatie over de Conferentie, het meertalige digitale platform van de Europese Commissie dat wordt gelanceerd ten behoeve van de burgerparticipatie, de vormgeving van de voorziene start op 9 mei 2021 en de interne werkmethoden van de EB. Het Voorzitterschap benoemde dat de leden van de EB door de verschillende instellingen zijn aangewezen en het voorzitterschap van de EB bij drie personen berust. Namens de Raad zal het roulerende voorzitterschap als co-voorzitter optreden, te beginnen met de Portugese Staatssecretaris voor Europese Zaken. De vertegenwoordigers vanuit de Europese Commissie zijn de commissarissen Šuica (als co-voorzitter), Jourová en Šefčovič. Voor het Europees Parlement zullen de heer Verhofstadt (als co-voorzitter), de heer Weber en mevrouw García Pérez als vertegenwoordigers deelnemen. De EB zal ondersteund worden door een gezamenlijk secretariaat, bestaande uit drie teams afkomstig van de instellingen.

De Europese Commissie benoemde dat de Conferentie bedoeld is om de Europese Unie dichter bij de burgers te brengen. Door de COVID-19-pandemie zullen evenementen in het kader van de Conferentie hybride (fysiek en digitaal) moeten plaatsvinden. Het digitale platform zal hiervoor goed bruikbaar zijn. De Commissie roept lidstaten op om de burgers goed te betrekken bij de Conferentie, die in het voorjaar van 2022 zal eindigen. Daarna begint het werk volgende uit de uitkomsten van de Conferentie, dat zal een gezamenlijke inspanning van de instellingen vergen.

Verschillende lidstaten spraken uit verheugd te zijn dat de Gezamenlijke Verklaring ondertekend is en de start van de Conferentie op korte termijn zal plaatsvinden. Daarbij benoemden verschillende lidstaten het belang om de burger centraal te stellen gedurende de Conferentie en nationale parlementen goed aan te sluiten. Het Voorzitterschap bedankte lidstaten voor de input en papers die zij reeds hebben mogen ontvangen, waaronder het non-paper van Nederland en 11 andere lidstaten dat uw Kamer separaat toeging.2 Middels dit non-paper hebben de aangesloten lidstaten onderwerpen van gemeenschappelijk belang vastgesteld met het oog op samenwerking tijdens de Conferentie. Deze lidstaten benadrukken in het non-paper gezamenlijk dat de Conferentie gebruikt dient te worden om burgers te betrekken bij een inclusieve dialoog over de EU en om een doeltreffende EU te bevorderen die concrete, tastbare resultaten oplevert voor onze burgers. Daarbij worden enkele thema’s geïdentificeerd die tijdens de Conferentie voornamelijk aandacht verdienen, volgende uit de prioriteiten uit de Strategische Agenda.

Nederland benadrukte dat betrokkenheid van de Raad voorafgaand en na afloop van de vergaderingen van de Executive Board van belang is. Daarnaast benadrukte Nederland dat, overeenkomstig de inhoud van het non-paper, de Conferentie gericht dient te zijn op de onderwerpen uit de Strategische Agenda. Nederland gaf verder, samen met enkele andere lidstaten, aan graag op korte termijn duidelijkheid krijgt over de structuur van en criteria voor burgerconsultaties.

Het Voorzitterschap gaf aan dat het transparant handelen van de Executive Board van belang is en zegde toe dat de Raad Algemene Zaken adequaat geïnformeerd en betrokken zal worden bij de werkzaamheden van de Executive Board.

Naar boven