21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

32 317 JBZ-Raad

Nr. 2304 BRIEF VAN DE MINISTER BUITENLANDSE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2021

Hierbij bieden wij u de geannoteerde agenda aan voor de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 15 maart 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

GEANNOTEERDE AGENDA GECOMBINEERDE INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN EN RAAD JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN 15 MAART 2021

Introductie

Op maandag 15 maart zal er een informele vergadering van de leden van de gecombineerde Raad Buitenlandse Zaken en Raad Justitie en Binnenlandse Zaken via videoverbinding plaatsvinden. De Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn voornemens deel te nemen aan deze vergadering. Er zal gesproken worden over de externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact. Hierbij is een bespreking voorzien over de beoogde brede partnerschappen van de EU met derde landen en daarmee samenhangend verbeterde coördinatie en samenwerking tussen de EU instellingen, en tussen de EU en haar lidstaten. Ten slotte is er onder Any Other Business (AOB) een presentatie voorzien van het Portugees voorzitterschap over het versterken van samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken.

De externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het EU migratie- en asielpact

Zoals uw Kamer bekend,1 heeft de Hoge Vertegenwoordiger tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari jl. een gecombineerde Raad over de externe dimensie van het EU-migratiebeleid aangekondigd. Nederland heeft dit initiatief verwelkomd. De informele vergadering van de gecombineerde Raad zal worden voorgezeten door de Hoge Vertegenwoordiger, Josep Borrell, en de Portugese Minister van Binnenlandse Zaken, Eduardo Cabrita. Tijdens de vergadering zijn ook interventies van Vicepresident van de Commissie, Margaritis Schinas en EU-commissaris voor Binnenlandse Zaken, Ylva Johansson voorzien. De leden van de gecombineerde Raad zullen spreken over de wijze waarop de externe dimensie van het EU-migratiebeleid in het kader van het asiel- en migratiepact van de Europese Commissie verder vorm gegeven kan worden. De EU brede partnerschappen met derde landen zoals voorzien in het pact staan daarbij centraal. De inzet van het kabinet tijdens deze Raad is gebaseerd op de standpunten zoals reeds met uw Kamer gedeeld in de BNC-fiches.2

EU Brede partnerschappen met derde landen – migratie als kernelement in bilaterale relaties

De ministers van Buitenlandse Zaken en de voor migratie verantwoordelijke bewindspersonen worden bijeen gebracht om hun visie te geven op de manier waarop de brede, op maat gemaakte partnerschappen met derde landen zoals uiteengezet in het EU migratie- en asielpact verder kunnen worden gebracht.

De Commissie heeft in de mededeling van het Pact veel aandacht besteed aan de externe dimensie van het EU migratie- en asielbeleid. Er is extra inzet aangekondigd om de samenwerking met transit- en herkomstlanden ten behoeve van de Europese migratiedoelstellingen te versterken. De Commissie benadrukt de verbinding tussen de externe en interne dimensie, en het belang van veelomvattende, gebalanceerde en op maat gemaakte partnerschappen. Deze partnerschappen zijn op basis van wederzijdse belangen, waarbij migratie centraal staat in de relatie van de EU met belangrijke herkomst- en transitlanden, en alle relevante instrumenten, waar opportuun, ingezet kunnen worden om de brede migratiesamenwerking te versterken. Zoals uw Kamer reeds toegekomen, zal tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 maart de voor migratie verantwoordelijke bewindspersonen worden gevraagd hun visie te geven op de mededeling en het vertrouwelijke rapport van de Europese Commissie inzake het verbeteren van de samenwerking op terugkeer in het kader van artikel 25bis van de Visumcode. Mogelijk zou dit onderwerp ook in algemene zin tijdens deze gecombineerde Raad aan bod kunnen komen als onderdeel van het brede instrumentarium binnen de EU-partnerschappen. De kabinetsreactie die u reeds is toegekomen dient als basis voor de Nederlandse inzet.3

Zoals uw Kamer bekend hecht het kabinet eraan om op deze EU partnerschappen voortgang te boeken. Volgens het kabinet vergt effectieve samenwerking met partnerlanden een integrale benadering, met gecoördineerde inzet van middelen over de volle breedte van het instrumentarium, waaronder de buitenlandse betrekkingen. In lijn met de Integrale Migratieagenda gaat het hierbij wat het kabinet betreft om het adresseren van grondoorzaken van irreguliere migratie, de aanpak van mensenhandel en -smokkel, inzet op grensbeheer, het verbeteren van de terugkeersamenwerking, ondersteuning aan opvanglanden en asielzoekers en vluchtelingen in nood, en het bevorderen van legale migratieroutes. Nederland zal tijdens deze Raad dan ook aandringen op concrete vervolgstappen om deze partnerschappen verder vorm te geven, waarbij maatwerk per land en regio, en een stapsgewijze uitvoering van deze aanpak essentieel zijn om resultaten te boeken. In lijn met de Europese Raadsconclusies van 18 oktober 20184, is het kabinet van mening dat in principe alle instrumenten, inclusief visa-maatregelen en handel en ontwikkelingssamenwerking, kunnen worden ingezet om migratiesamenwerking te bevorderen. Verwachte effectiviteit dient daarbij als criterium voorop te staan. Ook moet rekening worden gehouden met de verwachte impact op andere doelstellingen en belangen, zoals uiteengezet in de Kamerbrief in reactie op de motie Becker c.s.5

Verbeterde coördinatie en samenwerking tussen de EU en haar lidstaten

In samenhang met het voorgaande agendapunt zullen de deelnemende bewindspersonen spreken over de manier waarop EU-instellingen en de verschillende lidstaten hun coördinatie en samenwerking kunnen verstevigen om gezamenlijk in te kunnen zetten richting derde landen, ook in Team Europe kader. Naast mogelijkheden om te bouwen op de bilaterale relaties en initiatieven van bepaalde EU-lidstaten, zal naar verwachting gesproken worden over migratierelevante financiering, onder meer uit het nieuwe Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI).

Nederland zal het belang benadrukken van verbeterde coördinatie door de Commissie om de partnerschappen verder te concretiseren en te operationaliseren. Daarbij gaat het zowel om interne afstemming binnen de Commissie en EDEO, als afstemming met lidstaten en het gezamenlijk afgeven van boodschappen aan derde landen. Ten aanzien van de financieringsinstrumenten zet Nederland in op voldoende flexibele financiering, strategische programmering en adequate betrokkenheid van de Raad bij de inzet van migratiemiddelen, onder andere uit het NDICI. Op 15 december 2020 bereikten de Raad en het Europees Parlement in de triloog een voorlopig akkoord over de NDICI verordening. De Raad stemde hier op 18 december jl. op het niveau van Coreper mee in. De teksten worden op dit moment gefinaliseerd en zullen worden vertaald. Naar verwachting zal de definitieve tekst van de NDICI verordening in de komende maanden aan de Raad en het Europees Parlement worden voorgelegd. Zodra de definitieve tekst van de NDICI verordening beschikbaar is zal deze met uw Kamer worden gedeeld en voorzien van een kabinetsappreciatie.

AOB: versterken van samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken

Het Portugees voorzitterschap zal een presentatie geven over haar voorstel voor versterkte samenwerking tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen op het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken. Dit onderwerp staat tevens als vol agendapunt op de agenda voor de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 maart. Graag verwijs ik voor de visie en inzet van het kabinet op dit punt naar de Geannoteerde Agenda van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken.6

Naar boven