21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2277 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S.

Voorgesteld 25 februari 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse regering de Armeense genocide van 1915 door het Ottomaanse Rijk (waarvan ook Arameeërs, Assyriërs en de Pontische Grieken slachtoffer werden), nog altijd niet erkent;

overwegende dat de Tweede Kamer reeds vanaf 2004 met de motie-Rouvoet de Armeense genocide unaniem heeft erkend, nadien gevolgd door de expliciete erkenning door het parlement middels de motie-Voordewind c.s. in 2018;

van mening dat er meer dan ooit urgentie bestaat dat landen zich helder uitspreken over het verleden, om verzoening te bevorderen en herhaling in de toekomst te voorkomen;

verzoekt de regering, de Armeense genocide te erkennen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Van Helvert

Karabulut

Van Ojik

Wilders

Baudet

Van der Staaij

Van Otterloo

Van Kooten-Arissen

Van Raan

Krol

Naar boven