21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2267 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2021

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de leden voor de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 22 FEBRUARI 2021

Introductie

Op maandag 22 februari zal er een vergadering van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken plaatsvinden. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering. Er zal onder current affairs gesproken worden over Myanmar, Ethiopië en het Zuidelijk Nabuurschap. Daarnaast staan Rusland, Hongkong en het Strategisch Kompas als volledige punten geagendeerd. Ten slotte zal er mogelijk een virtuele ontmoeting met de Amerikaanse Secretary of State Antony Blinken plaatsvinden.

Current Affairs

Myanmar

De Raad zal spreken over de staatsgreep door het Myanmarese leger van 1 februari jl. en de arrestaties, waaronder het huisarrest van regeringsleider Aung San Suu Kyi, en de recente demonstraties in Myanmar als gevolg van de staatsgreep. Hierbij zal de Raad tevens stilstaan bij de mogelijke maatregelen die de EU kan nemen om de democratie te herstellen, volgend op de verklaring die de Hoge Vertegenwoordiger uitbracht namens de EU waarin de coup scherp wordt veroordeeld.1 Het uitgangspunt van het kabinet is om in EU-verband te pleiten voor maatregelen die de coupplegers raken en de gewone burger ontzien. Gecoördineerde actie in EU-verband is hiervoor het meest effectief. Nederland heeft eerder gepleit voor het uitbreiden van persoonsgerichte sancties tegen de militairen via het EU-sanctieregime ten aanzien van Myanmar, en zal dat nu in het licht van de coup weer doen tijdens deze Raad. Tevens staat het kabinet positief tegenover het onderzoeken van mogelijkheden om bedrijven gelieerd aan het leger te listen.

Ethiopië

De Finse Minister van Buitenlandse Zaken zal tijdens deze Raad verslag doen van het bezoek dat hij begin februari op verzoek van Hoge Vertegenwoordiger Borrell aan Soedan en Ethiopië bracht. De Raad zal mogelijk Raadsconclusies over Ethiopië aannemen. Het kabinet zet in op zo snel mogelijke verbetering van humanitaire toegang in lijn met humanitaire standaarden, het beëindigen van nog altijd voortdurende gevechten en het terugtrekken van Eritrese troepen uit het gebied, onafhankelijk onderzoek naar mensenrechtenschendingen, het voorkomen van het verder toenemen van geweld tussen bevolkingsgroepen elders in Ethiopië en het de-escaleren van het grensconflict tussen Soedan en Ethiopië.

Zuidelijk Nabuurschap

De Raad zal stilstaan bij de gezamenlijke mededeling «Hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap. Een nieuwe agenda voor de Middellandse Zee» die de Commissie en de HV op 9 februari jl. publiceerden.2 Naar verwachting zal de Raad op korte termijn conclusies aannemen over de mededeling. Ook de Europese Raad van 25 en 26 februari zal zich buigen over het Zuidelijk Nabuurschap. Directe aanleidingen voor de mededeling zijn de gevolgen van de Covid-19 pandemie op de regio en de totstandkoming en implementatie van het het nieuwe Neighbourhood, Development, and International Cooperation Instrument (NDICI). Deze appreciatie komt in plaats van een BNC-fiche.

De Commissie en de HV streven naar een hernieuwd en ambitieus kader voor de relaties tussen de EU en het Zuidelijk Nabuurschap, waarmee op gezamenlijke uitdagingen en kansen actie kan worden ondernomen. De beoogde agenda is opgezet rondom vijf prioritaire beleidsterreinen: menselijke ontwikkeling, goed bestuur en de rechtsstaat; weerbaarheid, welvaart en de digitale transitie; vrede en veiligheid; migratie en mobiliteit; en de groene transitie. Voor de implementatie van de doelstellingen wordt een «Economisch- en investeringsplan voor de zuiderburen» van 7 miljard Euro voorgesteld als onderdeel van de inzet onder het NDICI, met aandacht voor innovatieve financiële instrumenten zoals garantiemechanismen en blending. De voorgestelde agenda beoogt geen institutionele veranderingen in het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB), waarvan kenmerkende eigenschappen als op maat gesneden partnerschappen, gedeeld eigenaarschap en politieke dialoog worden herbevestigd in de mededeling.

Het Zuidelijk Nabuurschap is van strategisch belang voor de EU, gelet op de nabijheid met Europa en de onderlinge verwevenheid. Cruciale vraagstukken als COVID-19, klimaat, migratie en veiligheid vragen meer dan ooit om nauwe samenwerking met de landen van de regio. Deze samenwerking kan effectiever plaatsvinden via het ENB dan wanneer Nederland alleen opereert. Het kabinet heeft dan ook een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van de Commissie-mededeling. Het Nabuurschapsbeleid is per definitie een beleidsterrein dat alleen op EU-niveau uitgevoerd kan worden. Ten aanzien van het proportionaliteitsoordeel heeft het kabinet eveneens een positieve grondhouding. Het kabinet verwelkomt daarom de mededeling en is voorstander van versterking van de relatie met landen van de regio, mits sprake is van gedeelde kernwaarden en Europese kernbelangen worden gewaarborgd. Het onverminderde belang dat onder het ENB wordt gehecht aan respect voor de rechtsstaat, mensenrechten, goed bestuur en democratie, alsook het doorvoeren van hervormingen, is in lijn met de kabinetsinzet ten aanzien van de landen in de regio. Het kabinet onderschrijft ook het belang dat de mededeling hecht aan versterkte en alomvattende migratiepartnerschappen, ingebed in de bredere samenwerking met de landen in kwestie, in lijn met de doelstellingen van het nieuwe migratie- en asielpact. Voorts beaamt het kabinet de noodzaak tot samenwerking met partnerlanden op het vlak van veiligheid, duurzame ontwikkeling, de klimaattransitie en het belang van een sterke rol van de EU in het oplossen van verschillende crises en conflicten in de regio.

Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

Rusland

De Raad zal stilstaan bij de relatie tussen de EU en Rusland in den brede. De bespreking dient mede als voorbereiding van de bespreking van de EU Rusland relatie door de Europese Raad van maart. Hierbij zal het onder andere gaan over de ontwikkelingen rondom de arrestatie en veroordeling van de Russische Kremlincriticus Navalny en het harde optreden van de Russische ordediensten tegen vreedzame demonstranten in Rusland. De Raad zal bespreken welke volgende stappen de EU kan zetten. Voor het kabinet liggen alle opties, inclusief sancties, op tafel. Hoge Vertegenwoordiger Borrell zal tevens verslag uitbrengen van zijn bezoek aan Moskou van 4–5 feb. jl., dat in voorbereiding op deze Raad plaatsvond. De Hoge Vertegenwoordiger sprak niet alleen met Minister Lavrov, maar ook met vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties in Rusland. Hij bracht tevens een bezoek aan de brug in Moskou waar oppositieleider Nemtsov in 2015 is vermoord. Na afloop van het bezoek benadrukte de Hoge Vertegenwoordiger zijn zorg dat Rusland en de EU uit elkaar drijven. Dit werd onderstreept door het feit dat Rusland besloot om tijdens het bezoek van de Hoge Vertegenwoordiger, onder het voorwendsel dat zij betrokken zouden zijn bij bovengenoemde demonstraties, een Duitse, Zweedse en Poolse diplomaat uit te wijzen.

Deze gebeurtenissen vinden plaats tegen de achtergrond van een al moeizame relatie met Rusland. Om die reden zal de Raad stilstaan bij de implementatie van de vijf guiding principles die het kader vormen voor de Europese relatie met Rusland. De principes zelf staan niet ter discussie, maar verschillende lidstaten hebben aangegeven de uitwerking van de principes te willen inventariseren, inclusief het belang van selectief engagement met Rusland. Het kabinet betreurt het dat het bezoek van HV Borrell geen openingen heeft geboden op het punt van dialoog met Rusland, wat laat zien dat een dialoog alleen vruchtbaar kan zijn als ook Moskou daar open voor staat. In lijn met de kabinetsreactie op de motie Stoffer/Verhoeven, zoals door de Kamer besproken op 28 september 2020, zal het kabinet tijdens de Raad het belang blijven onderstrepen om enerzijds druk op Rusland uit te blijven oefenen en anderzijds de deur voor samenwerking op onderwerpen van belang voor de EU open te blijven houden, zoals wapenbeheersing en klimaat.

Hongkong

In navolging op de discussie van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari jl. zal de Raad opnieuw stilstaan bij de situatie in Hongkong en zich buigen over de vraag welke eventuele aanvullende maatregelen opportuun zijn.

Op 24 juli jl. nam de Raad conclusies aan in reactie op de invoering van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong. Daarin werd uiting gegeven aan de ernstige zorgen van de EU over de inhoud van de wet en de wijze waarop deze door China’s Nationale Volkscongres aan Hongkong was opgelegd. Ook werd de steun van de EU voor Hongkongs hoge mate van autonomie binnen het model van Eén Land, Twee Systemen herbevestigd, en werd een gecoördineerd pakket responsmaatregelen op verschillende terreinen gepresenteerd. In navolging van die Raadsconclusies heeft het kabinet onder meer het uitleveringsverdrag met Hongkong opgeschort, en het wapenexportbeleid ten aanzien van Hongkong aangepast.

Inmiddels is duidelijk dat de Nationale Veiligheidswet een merkbare inperking van burgerlijke en politieke vrijheden in Hongkong tot gevolg heeft. De aanhouding van meer dan 50 prodemocratische politici en activisten begin januari jl., waaronder (voormalige) volksvertegenwoordigers, op verdenking van staatsondermijning op basis van de Nationale Veiligheidswet, bevestigt de vrees dat de wet mede is bedoeld om politieke oppositie in Hongkong uit te bannen. De wijze waarop de wet wordt toegepast, roept de vraag op in hoeverre de hoge mate van autonomie binnen het model van Eén Land, Twee Systemen stand kan houden. Dat is een zorgelijke ontwikkeling – zowel voor de burgers van Hongkong als voor het zakenleven in Hongkong, waarvoor onder andere de onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak en de vrije toegang tot informatie van cruciaal belang zijn.

Het kabinet hecht eraan, ook op EU-niveau, de dialoog met de overheid en de bevolking van Hongkong over de ontwikkelingen en de samenwerking op vele terreinen open te houden. In de dialoog met zowel de Hongkongse overheid als de centrale Chinese overheid in Peking dient de EU haar ernstige zorgen over de implicaties van de Nationale Veiligheidswet voor de rechtsstaat en burgerlijke vrijheden in Hongkong te blijven overbrengen. Wanneer blijkt dat er sprake is van aantasting van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Hongkong, zou dat wat het kabinet betreft wel aanleiding moeten zijn om in EU-verband te spreken over de implicaties hiervan voor de samenwerking met Hongkong. Bij eventuele besluiten over veranderingen in de samenwerking met Hongkong moet worden voorkomen dat de bevolking van Hongkong disproportioneel wordt getroffen.

Strategisch Kompas

De Raad zal, ook met het oog op de vergadering van de leden van de Europese Raad op 25 en 26 februari, van gedachten wisselen over het strategisch kompas, en de thema’s die hierin aan bod zullen komen: crisis management, weerbaarheid, capaciteiten en partnerschappen.

Het strategisch kompas is een instrument dat voor de komende 5 tot 10 jaar richting dient te geven aan de ontwikkeling en implementatie van de verschillende EU-initiatieven inzake veiligheid en defensie. Het strategisch kompas moet de kloof tussen het ambitieniveau en het handelingsvermogen van de EU op een systematische manier helpen verkleinen.

Het kabinet hecht bijzonder belang aan onder meer het uitwerken en concretiseren van het bestaande EU-ambitieniveau voor het Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensie Beleid (GVDB), militaire mobiliteit, EU-NAVO-samenwerking, de geïntegreerde benadering inzake conflicten en crises, early warning/early action (EWEA), alsook cyber en hybride dreigingen.

Ontmoeting met Secretary of State Antony Blinken

De leden van de Raad zullen tijdens deze Raad Buitenlandse Zaken ook een eerste onderhoud hebben met de net aangetreden Secretary of State Antony Blinken. De precieze vormgeving van het gesprek met SoS Blinken is op het moment van schrijven nog niet duidelijk. Gelet op de beschikbare tijd, is het waarschijnlijk dat niet alle Lidstaten individueel kunnen interveniëren.

Het kabinet acht het van belang om met de VS te spreken over het belang van verdere versterking van de trans-Atlantische betrekkingen en samenwerking, waarvoor Europa met de Gezamenlijke Mededeling «EU-US Agenda for Global Change» concrete voorstellen heeft gedaan. De VS heeft reeds meerdere positieve stappen gezet, zoals terugkeer naar de WHO en het klimaatakkoord van Parijs, het besluit om weer te engageren met de VN-Mensenrechtenraad en het intrekken van de zogeheten Mexico City Policy. Het kabinet verwelkomt deze stappen. Het Kabinet zal zich inzetten voor meer coördinatie tussen de EU en de VS op het gebied van onder andere de pandemiebestrijding, economisch herstel en handelspolitiek.

Op het vlak van de buitenlandpolitieke onderwerpen, beschouwt het kabinet voor Nederland de relatie met China en de mogelijke terugkeer van de VS naar het JCPOA, alsook de ontwikkelingen in Venezuela, Rusland en Myanmar, bij uitstek als onderwerpen die zich lenen voor nauwere trans-Atlantische samenwerking en coördinatie. De EU en de VS delen belangrijke waarden en belangen, die alleen goed behartigd kunnen worden als we samen optrekken. Het kabinet steunt de Summit of Democracy en is bereid gastland te zijn van deze Top.

Toezegging vaccineren in Palestijnse gebieden en resoluties in de Mensenrechtenraad

Conform de toezegging aan uw Kamer, gedaan tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 21 januari 2020 jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2263), is op hoog-ambtelijk niveau contact geweest met Israël over de internationaalrechtelijke verplichting die op Israël als bezettende macht rust om zorg te dragen voor vaccinatie van de Palestijnse bevolking tegen COVID-19. De Israëlische gesprekspartner nam nadrukkelijk afstand van de notie dat Israël hiertoe op basis van internationaal recht verplicht zou zijn, maar noemde het wel in Israëls belang dat er ook in de Palestijnse gebieden voortgang wordt gemaakt met vaccinatie tegen COVID-19. Daar werd aan toegevoegd dat er inmiddels vaccins waren geleverd ten behoeve van Palestijnse zorgmedewerkers, en dat Israël de eigen inzet van de Palestijnse Autoriteit op dit vlak zal ondersteunen.

Het kabinet wil tevens van deze gelegenheid gebruik maken om uw Kamer te informeren over de resoluties in de Mensenrechtenraad (MRR) die raken aan het MOVP, conform de toezegging zoals verwoord in de Kamerbrief van 17 november 2020.3 In de 46e zitting van de MRR (22 februari – 23 maart) zullen naar verwachting verschillende resoluties worden behandeld die betrekking hebben op het MOVP. Traditiegetrouw betreffen dit de Human Rights, Self-determination, Settlements en Syrian Golan resolutie onder agendapunt 7 (Human rights situation in Palestine and other occupied Arab territories) en de Accountability resolutie onder agendapunt 2 (Annual report of the UNHCR and reports of the Office of the High Commissioner and the Secretary-General). Momenteel onderhandelt het kabinet in EU-verband met de Palestijnse delegatie over de conceptresoluties, op basis van de inzet zoals eerder aan uw Kamer gemeld (zie ook de kamerbrief van 26 november 2019 en de Kamerbrief van 17 november 2020).4 Gelet op de vertrouwelijke aard van deze onderhandelingen en het feit dat deze constant in beweging zijn, is het niet mogelijk vooruit te lopen op de uitkomsten hiervan.

Naar boven