21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2214 MOTIE VAN HET LID KUZU

Voorgesteld 6 oktober 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een groot gedeelte van het grondgebied van de staat Azerbeidzjan is bezet door Armeense en (in)direct aan Armenië gerelateerde troepen;

constaterende dat in resolutie 62/243 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de resoluties 822, 853, 874 en 884 van de VN-Veiligheidsraad en resolutie 2009/2216 van het Europees parlement ertoe wordt opgeroepen dat de bezetting van Azerbeidzjaanse gebieden door Armenië dient te stoppen;

overwegende dat er internationale consensus is dat de bezetting van Azerbeidzjaans grondgebied dient te stoppen en dat het betreffende grondgebied tot de staat Azerbeidzjan behoort;

verzoekt de regering om in bilaterale contacten met Armenië de oproep te doen dat Armenië de bezette gebieden in Azerbeidzjan per direct dient te verlaten;

verzoekt de regering tevens, om tijdens de aankomende Europese Raad Buitenlandse Zaken draagvlak te vergaren voor een Europese oproep in de richting van Armenië om de bezette gebieden in Azerbeidzjan per direct te verlaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kuzu

Naar boven