21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2211 MOTIE VAN DE LEDEN VAN HELVERT EN VOORDEWIND

Voorgesteld 6 oktober 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het gewapende conflict tussen Azerbeidzjan en Armenië over de betwiste regio Nagorno-Karabach escaleert en het dodental snel toeneemt;

constaterende dat de VN-Veiligheidsraad, de Europese Unie en de OVSE beide partijen hebben opgeroepen per direct de strijd te staken;

overwegende dat Armenië heeft aangegeven met de OVSE samen te willen werken om tot een wapenstilstand te komen;

constaterende dat het Azerbeidzjaanse bewind niet bereid is terug te keren naar de onderhandelingstafel en de gewelddadigheden voortzet en intensiveert;

constaterende dat jihadistische Syriëstrijders vanuit Turkije naar de regio zijn gestuurd om door Azerbeidzjan te worden ingezet in de strijd om Nagorno-Karabach;

roept de regering, op om in de Europese Unie te pleiten voor persoonsgerichte sancties tegen de omgeving van president Aliyev, zijn familieleden, sleutelfiguren binnen het Azerbeidzjaanse offensief en de Syriëstrijders indien de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev een staakt-het-vuren blijft afwijzen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Helvert

Voordewind

Naar boven