Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-02 nr. 2192 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-02 nr. 2192 |
Vastgesteld 17 augustus 2020
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 12 augustus 2020 over de geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2191).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 augustus 2020 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 14 augustus 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Inbreng van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020. Zij hebben hierover de volgende vragen:
Wit-Rusland
De fractieleden van de VVD vragen of het kabinet zich doorgaand wil inzetten om, gezamenlijk met de Europese partners, op te treden tegen de kennelijke vervalsing van verkiezingsuitslagen in Wit-Rusland, de onderdrukking en intimidatie van de democratische oppositie en de recente onderdrukking van demonstranten door de autoriteiten, waaronder het op EU-niveau zo mogelijk met gerichte sancties die personen te treffen die verantwoordelijk zijn voor grove mensenrechtenschendingen. Ook vragen zij welke consequenties aan de recente gebeurtenissen kunnen worden verbonden in termen van de verschillende vormen van EU-hulp aan Wit-Rusland. Daarnaast vragen zij of de EU voorbereid is op de dreiging vanuit Moskou die samenhangt met een eventuele toekomstige democratisering in Minsk.
1. Antwoord van het kabinet
Het kabinet acht het van groot belang de druk op de Wit-Russische autoriteiten op te voeren om het geweld tegen demonstranten te stoppen, te werken aan de-escalerende maatregelen, te zorgen voor een eerlijke telling van de stemmen en om verantwoording af te leggen aan de bevolking over de onregelmatigheden en verdenkingen van verkiezingsfraude.
Gezien het verloop van de verkiezingen en het harde optreden van de Wit-Russische ordediensten tegen vreedzame demonstranten en journalisten, is het kabinet van mening dat in EU-verband nieuwe gerichte sancties tegen personen die betrokken zijn bij dit geweld en de stembusfraude moeten worden onderzocht. Van belang is wel dat de bevolking en het maatschappelijk middenveld niet geraakt worden door sancties of eventuele andere maatregelen en dat zij, omwille van effectiviteit, in een breed internationaal verband vorm krijgen. Voorts is het belangrijk dat de EU-relatie met Wit-Rusland kritisch tegen het licht wordt gehouden. Dit zal ook de inzet zijn van het kabinet tijdens de RBZ van 14 augustus.
De relatie tussen de EU en Wit-Rusland krijgt vooral gestalte in het kader van het Oostelijk Partnerschap (OP). Binnen het huidig MFK (2014–2020) ontving Wit-Rusland onder het European Neighborhood Instrument (ENI), het primaire financieringsinstrument voor de nabuurschapsregio, tot nog toe tussen de EUR 18 en EUR 30 mln per jaar. Daarmee is Wit-Rusland na Azerbeidzjan de kleinste ontvanger binnen het OP. De middelen onder het ENI hebben tot doel bij te dragen aan stabiliteit, welvaart en vrede langs de randen van de Europese Unie. Prioriteiten voor het kabinet liggen vooral bij rechtsstaatontwikkeling, anti-corruptiemaatregelen en mensenrechten. Het kabinet hecht veel waarde aan conditionaliteit binnen het OP. Dat betekent dat de EU als gevolg van de recente gebeurtenissen de financiële steun aan Wit-Rusland ook kritisch moet bezien. Derhalve zal het kabinet tijdens de RBZ de Commissie oproepen te onderzoeken of binnen de aan Wit-Rusland gecommitteerde middelen een reallocatie kan plaatsvinden die ten goede komt aan het maatschappelijk middenveld en andere hervormingsgezinde krachten in Wit-Rusland.
Wat betreft de opstelling van Rusland meent het kabinet dat de Russische president weliswaar president Lukashenko heeft gefeliciteerd met de verkiezingsuitslag, maar dat uiteindelijk ook Rusland belang heeft bij een stabiel, veilig en welvarend Wit-Rusland. Het is uiteindelijk aan de burgers van Wit-Rusland om de toekomst van hun land te bepalen, zonder ongewenste inmenging door andere landen.
Turkije
De leden van de VVD-fractie steunen het kabinet in een daadkrachtige afwijzing van de Turkse aanstalten om seismografisch onderzoek te doen nabij Griekse eilanden. Zij vragen welke mogelijke repercussies kunnen worden aangekondigd. Zij nemen met belangstelling kennis van de aankondiging van President Macron om in het licht van de Turkse acties in samenspraak met Europese partners waaronder Griekenland de Franse militaire aanwezigheid in de Oostelijke Middellandse Zee te versterken. Welke rol ziet het kabinet hierbij voor de EU en de afzonderlijke lidstaten?
2. Antwoord van het kabinet
Het kabinet steunt oproepen van Hoge Vertegenwoordiger Borrell en diverse EU-lidstaten tot de-escalatie van de huidige spanningen en tot directe dialoog tussen Turkije en Griekenland. Duitsland heeft de afgelopen weken een actieve rol gespeeld om een proces van directe dialoog tussen Griekenland en Turkije over maritieme afbakening tot stand te brengen. Ook Hoge Vertegenwoordiger Borrell benadert de partijen actief om bilaterale besprekingen weer te starten. Het kabinet is er voorstander van dat de Raad deze initiatieven steunt. Het afzien van acties die bestaande spanningen vergroten is cruciaal met het oog op de-escalatie. In geval van voortdurende Turkse activiteiten blijft het kabinet aanvullende maatregelen niet uitsluiten, waarbij ook de effectiviteit van eventuele maatregelen moet worden meegewogen.
De leden van de VVD-fractie zijn ook gealarmeerd door de kennelijke wens van de Turkse regering om zich terug te trekken uit de Conventie van Istanboel inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, alsook indicaties dat Polen hetzelfde zou willen doen. Zij vragen of het kabinet wil inzetten op inventarisatie door de EU van de mogelijke negatieve maatregelen die ten aanzien van deze landen kunnen worden genomen indien hiertoe wordt overgegaan.
3. Antwoord van het kabinet
Geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld blijft wereldwijd een zorgelijk en hardnekkig probleem. Het kabinet hecht daarom ook een groot belang aan de Istanboel Conventie bij de aanpak van geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld. Daarnaast blijft het kabinet zich internationaal inzetten voor rechten van vrouwen en meisjes en gelijke rechten van LHBTI-personen.
Oproepen om uit de Conventie terug te treden volgt het kabinet dan ook met zorg. Tegelijkertijd stelt het kabinet vast dat er op dit moment zowel in Turkije als in Polen nog geen formele regeringsvoorstellen liggen voor terugtrekking uit de Conventie. Zowel maatschappelijk als politiek zijn in Turkije veel geluiden te horen die de Conventie steunen. Het kabinet blijft de zaak op de voet volgen en zal in internationaal en EU-verband bezien of, en zo ja welke, verdere actie opportuun en effectief is. Ten aanzien van Polen zal uw Kamer spoedig een separaat antwoord ontvangen op de vragen van de leden Van den Hul en Ploumen over deze kwestie.
Libanon
De leden van de VVD-fractie steunen de inspanningen van het kabinet en van de EU om de bevolking van Libanon te ondersteunen na de verwoestende explosie in Beiroet. Zij vragen of het aangekondigde Franse initiatief ten aanzien van de Libanese politiek een Europese component heeft, wat het initiatief behelst en hoe het kabinet daar tegenover staat.
4. Antwoord van het kabinet
President Macron heeft tijdens zijn bezoek aan Beiroet op 6 augustus jl., daags na de ramp, benoemd dat Libanon een nieuw «politiek pact» nodig heeft dat de verdeling van het land tegengaat en de bestrijding van corruptie mogelijk maakt. De details daarvan zijn nog onbekend, maar het kabinet deelt het standpunt van Frankrijk dat gehoor gegeven moet worden aan de legitieme eisen van het Libanese volk om rekenschap, transparantie en bestrijding van corruptie. Daarnaast acht het kabinet het van belang dat er een onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van de ramp komt en dat er een Libanese regering aantreedt die in staat is om de nodige hervormingen door te voeren.
Venezuela
De leden van de VVD-fractie zijn blijvend bezorgd over de doorgaande crisis in Venezuela, die de lokale bevolking maar ook het Koninkrijk raakt. Zij vragen over welke middelen de Internationale Contactgroep kan beschikken en hoe deze worden ingezet.
5. Antwoord van het kabinet
De Internationale Contact Groep (ICG) is een verbond van landen die zich verenigd hebben met als doel zich in te zetten voor de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen en het vergroten van de toegang voor humanitaire hulp. Op het humanitaire vlak is bewerkstelligd dat enkele VN-organisaties, zoals UNICEF, beperkte humanitaire toegang hebben tot Venezuela. Het politieke spoor richt zich vooral op het opvoeren van diplomatieke druk om te komen tot een politiek proces waarin afspraken gemaakt kunnen worden die nodig zijn voor een democratische en vreedzame oplossing voor de crisis. De ICG blijft aandringen op geloofwaardige onderhandelingen tussen het Maduro-bewind en de brede oppositiecoalitie. Hoge Vertegenwoordiger Borrell heeft afgelopen weken zelf gesprekken gevoerd met de regering en oppositie. Helaas zonder positieve uitkomst. Het Maduro-bewind was niet bereid om in te stemmen met minimale voorwaarden die nodig zijn voor vrije en eerlijke verkiezingen. De Hoge Vertegenwoordiger heeft daarom aangekondigd op korte termijn een nieuwe bijeenkomst te organiseren van de ICG. Daar zal met alle leden gesproken worden over hoe om te gaan met de aankomende parlementsverkiezingen en de verdere inzet om toe te werken naar een vreedzame en democratische oplossing.
Inbreng van de fractie van het CDA
Wit-Rusland
De leden van de CDA-fractie zien op dit moment dat de verkiezingen in Wit-Rusland totaal vervalst zijn. Indien de zittende machthebber 80% van de stemmen krijgt en er zelfs niet een kleine demonstratie voor hem is, dan is het duidelijk dat hij alle draagvlak verloren heeft. Dat betekent dat Nederland en de Europese Unie voor de belangrijke keuze komen te staan of zij het resultaat erkennen.
Er vindt nu fors politiegeweld plaats en het is van groot belang zeer zorgvuldig te handelen als Unie, zeker omdat ook Rusland zich hierin mengt en zal mengen. Lukt dat per unanimiteit of is er een land dat president Loekasjenko nog steunt? De leden van de CDA-fractie herinneren zich namelijk nog een recent contact tussen de premier van Hongarije en president Loekasjenko. Blokkeert Hongarije vergaande actie? Indien dat zo is, welke opties hebben de andere Lidstaten dan?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Baltische en Nordic landen een vergaande verklaring hebben afgegeven (https://eng.lsm.lv/article/politics/diplomacy/nordic-and-baltic-foreign-ministers-issue-joint-statement-on-Wit-Rusland.a370161/). Dat zijn veelal collega landen uit de gewaardeerde Hanzeliga. Wil het kabinet meedoen met de gezamenlijke verklaring van de Baltische en Nordic landen?
Polen, Litouwen en Letland hebben een voorstel gedaan voor mediation (https://uk.reuters.com/article/uk-Wit-Rusland-election-lithuania-mediation/lithuania-poland-latvia-offer-to-mediate-in-Wit-Rusland-crisis-idUKKCN2581VM). Het zou goed zijn als dat breed gedragen wordt in de Unie. Wil het kabinet meedoen met het initiatief van Polen, Litouwen en Letland voor mediation onder voorwaarden (stoppen geweld, vrijlating gevangenen) en anders sancties?
De leden van de CDA-fractie vinden het van groot belang om de uitslag, die overduidelijk gemanipuleerd is, niet te erkennen. Wil het kabinet de uitslag van de verkiezingen niet erkennen?
Tot slot, de leden van de CDA-fractie waarderen het dat Nederland zelf wel een beperkte waarneming gedaan heeft. Het is van groot belang dat de weinige mensen die wel waarneming gedaan hebben, dit openbaar maken. Wilt u het verslag van beperkte verkiezingsobservaties die de Nederlandse post in Minsk gedaan heeft, zo spoedig mogelijk openbaar maken in het Engels? Er is namelijk nauwelijks sprake geweest van onafhankelijke observatie en het is van groot belang onafhankelijke bevindingen te hebben, hoe beperkt de missie ook was.
6. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft kennis genomen van de verklaring van de Baltische en Noordse landen, die naast een zestal EU-lidstaten ook door Noorwegen en IJsland is onderschreven. Deze landen hebben een lange traditie van nauwe samenwerking op velerlei terreinen. De kernelementen van de verklaring van deze landen en die van de Hoge Vertegenwoordiger namens de 27 EU-lidstaten op 11 augustus jl. komen grotendeels overeen. Deze eenstemmigheid acht het kabinet, zeker in de huidige situatie, van het grootste belang. Ook het plan zoals gedeeld door President Nausèda van Litouwen mede namens Poolse, Estse en Letse collega’s, is in lijn met de EU-verklaring: het plan bestaat uit drie stappen (a) de-escalatie van de situatie en een einde aan het geweld tegen vreedzame demonstranten, (b) het vrijlaten van politieke gevangenen en (c) het opzetten van een dialoog tussen de autoriteiten en de samenleving. Nederland ondersteunt de suggestie van een bemiddeling. Dit zal ongetwijfeld ter sprake komen tijdens de Raad.
Welke positie de verschillende lidstaten ten aanzien van verschillende voorstellen zullen innemen, zal tijdens de Raad moeten blijken.
Zoals ook aangegeven in de Kamerbrief en de EU-27 verklaring van 11 augustus jl. is het kabinet van oordeel dat de verkiezingen niet vrij en eerlijk, noch in lijn met internationale standaarden, zijn verlopen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2190). De voorlopige verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Desondanks acht het kabinet het noodzakelijk de communicatielijnen met de Wit-Russische autoriteiten open te houden, niet alleen om de Europese waarden uit te dragen en de Europese belangen te behartigen (inclusief veiligheid, stabiliteit, mensenrechten en de democratische rechtsstaat), maar ook te voorkomen dat Wit-Rusland in een isolement raakt. In de optiek van het kabinet is het, ondanks alle zorgelijke ontwikkelingen in Wit-Rusland, niet in het belang van Nederland of de EU als dit land verder van de Europese normen en waarden afdrijft.
Inzake het verslag van de verkiezingswaarnemingen verwijst het kabinet naar de open brief van 13 augustus jl. (zie bijlage 11) namens verschillende Europese diplomaten, waaronder de Nederlandse tijdelijk zaakgelastigde in Minsk, die deelnamen aan de beperkte waarnemingsmissie. Deze brief geeft een duidelijke appreciatie van het verloop van de verkiezingen in en rond Minsk en vormteen belangrijke indicatie van de problemen en onregelmatigheden rondom de verkiezingen. Het kabinet betreurt eens te meer dat de Wit-Russische autoriteiten de OVSE, door een te late uitnodiging, niet in staat hebben gesteld een waarnemingsmissie te sturen om het verloop van de verkiezingen systematisch te monitoren.
Inbreng van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van Europese Ministers van Buitenlandse Zaken op 14 augustus as.
Wit-Rusland
De leden van de D66-fractie spreken hun grote zorgen uit over de onlangs in Wit-Rusland gehouden verkiezingen, de frauduleuze verkiezingsuitslag en het daaropvolgende geweld tegen vreedzame demonstranten. Zij veroordelen deze acties van het regime van Loekasjenko ten zeerste. Zij vragen het kabinet om een steviger stellingname dan tot nu toe ingenomen. De leden van de D66-fractie vragen het kabinet bovengenoemde acties te veroordelen, idealiter in EU-verband, desnoods bilateraal. Graag een reactie.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet of het klopt dat de kiesraad van Wit-Rusland nog geen formele uitslag heeft gepresenteerd? Wat betekent dat volgens het kabinet? Zij roepen het kabinet met klem op de nu gecommuniceerde uitslag van de verkiezingen niet te erkennen. Graag een reactie.
Een oproep tot dialoog, zoals het kabinet voorstelt, is pijnlijk als die niet gepaard gaat met serieuze maatregelen om de bevolking te beschermen. Het is niet eerlijk om van burgers die bloedend in de straat liggen te verwachten dat zij in dialoog willen met het regime dat hen elke avond neerknuppelt. De leden van de D66-fractie roepen het kabinet daarom klemmend op om, samen met andere EU-landen, de hoofden en hoge officieren van veiligheidsdiensten te waarschuwen dat zij persoonsgerichte sancties (inreisverboden, bevriezen van tegoeden) opgelegd zullen krijgen indien het geweld tegen vreedzame demonstranten voortduurt. Graag een reactie. Welke mogelijkheden ziet Nederland om aanvullende gerichte sancties te nemen richting het regime? En wanneer wordt nu eindelijk de Europese Magnitsky Wet van kracht? Indien consensus binnen EU-verband niet mogelijk blijkt, vragen de leden van de D66-fractie om deze maatregelen te nemen met de grootst mogelijke groep van EU-landen en op z’n minst dat Nederland zich aansluit bij de gezamenlijke verklaring van de Baltische en Scandinavische landen. Graag een reactie.
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast of de beperkte verkiezingsobservaties die de Nederlandse diplomatieke post in Minsk gedaan heeft zo spoedig mogelijk openbaar gemaakt kunnen worden in het Engels. Graag een reactie.
7. Antwoord van het kabinet
Het kabinet heeft in de Kamerbrief d.d. 11 augustus gesteld dat de verkiezingen in Wit-Rusland eerlijk noch vrij waren. Daarnaast is het belang onderstreept van meer druk op de Wit-Russische autoriteiten om onmiddellijk te stoppen met het geweld tegen vreedzame demonstranten. Het kabinet veroordeelt het geweld. Inzet van het kabinet voor de extra ingelaste (informele) Raad van 14 augustus is te bespreken hoe deze en andere oproepen aan de Wit-Russische regering extra kracht bij te zetten, om zo de druk op de Wit-Russische autoriteiten om hieraan gehoor te geven op te voeren.
Op moment van schrijven is er inderdaad nog geen formele bekendmaking geweest van de officiële verkiezingsuitslag door de autoriteiten. Voor zover bekend hebben de autoriteiten tot 19 augustus de tijd om deze uitslag bekend te maken. Dit maakt naar de mening van het kabinet de oproep de stemmen eerlijk te tellen eens te meer relevant. De redenen van het nog niet formaliseren van de uitslag zijn onbekend.
Zie voor wat betreft de kabinetspositie over het al dan niet erkennen van de verkiezingsuitslag het antwoord op vraag 6.
Er is een EU-sanctieregime van kracht tegen Wit-Rusland dat bestaat uit een wapenembargo, een verbod op export van goederen die voor binnenlandse repressie kunnen worden gebruikt en sancties die zijn ingesteld tegen vier personen in verband met de verdwijning van een aantal personen in Wit-Rusland in 1999/2000. Dit sanctieregime is begin dit jaar verlengd tot 28 februari 2021. Zoals het kabinet schrijft bij de beantwoording van vraag 1 is het de inzet te onderzoeken of in aanvulling hierop nieuwe gerichte sancties tegen personen kunnen worden genomen die betrokken zijn bij het geweld en de stembusfraude.
Nadat de inzet van het kabinet om te komen tot een EU-mensenrechtensanctieregime in december 2019 in de Raad Buitenlandse Zaken werd beloond met brede politieke steun, is vlak voor de zomer door de EU-lidstaten overeenstemming bereikt over de uitgangspunten van dit sanctieregime. Dat betekent dat nu gestart zal worden met de onderhandelingen over een Raadsbesluit. Vanzelfsprekend zal het kabinet het voortouw blijven nemen om aanname van het Raadsbesluit te bespoedigen, maar het blijft moeilijk te voorspellen hoe lang dat gaat duren. Uiteindelijk moeten alle EU-lidstaten het eens worden over het Raadsbesluit en hiermee instemmen.
Voor de vragen over het aansluiten van Nederland bij de gezamenlijke verklaring van de Baltische en Noordse landen en het openbaar maken van het verslag van het ambassadekantoor te Minsk van de beperkte verkiezingswaarnemingsmissie zie de beantwoording onder vraag 6.
Inbreng van de fractie van GroenLinks
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met instemming kennis genomen van het besluit morgen een extra (informele) vergadering van de EU RBZ bijeen te roepen. Met name het grove en grootschalige geweld na de evident oneerlijk verlopen verkiezingen in Wit-Rusland vraagt om een snelle en daadkrachtige reactie van de EU. Is de Minister bereid zich ervoor in te zetten dat de informele RBZ, waarin nu eenmaal per definitie geen besluiten kunnen worden genomen, zonder uitstel wordt gevolgd door een schriftelijke procedure waarin wel gemeenschappelijk te nemen maatregelen worden afgesproken? Het is in de visie van de fractie van GroenLinks onwenselijk dat concrete besluiten pas zouden worden genomen op de eerstvolgende formele RBZ, die immers pas op 24 september plaatsvindt.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Minister meer duidelijkheid over de Nederlandse inzet tijdens de komende informele RBZ. Gaat Nederland zich er voor inzetten dat de EU de uitslag van de verkiezingen niet erkent en dat aan de bezwaren die oppositie-kandidaat mevrouw Tichanovskaja bij de kiescommissie heeft ingediend, tegemoet wordt gekomen? Kan de Minister de Tweede Kamer meer inzicht geven in de «onregelmatigheden» die een diplomatieke waarnemersmissie, waar ook ons land aan deelnam, vaststelde. Hoe kan de EU er, in de visie van het kabinet, aan bijdragen dat de bevolking van Wit-Rusland op korte termijn de mogelijkheid krijgt om zich op een vrije en democratische manier uit te spreken over de politieke toekomst van hun land? Is het kabinet het met de leden van de fractie van GroenLinks eens dat de oneerlijke manier waarop de verkiezingen zijn verlopen en het extreme geweld tegen de eigen bevolking in de dagen daarna het laatste restje legitimiteit van de huidige regering en zijn president hebben doen verdwijnen? Wat heeft dit voor gevolgen voor de relatie tussen de EU, cq Nederland, en Wit-Rusland, met name in het toekomstige, dit jaar herziene, Oostelijk Partnerschap?
De leden van de fractie van GroenLinks steunen de Nederlandse inzet, onder meer via Matra en het Mensenrechtenfonds, voor het maatschappelijk middenveld in Wit-Rusland. Uitbreiding van deze steun is nu van essentieel belang. Wil de Minister hiervoor morgen in de RBZ een lans breken? Ziet hij mogelijkheden voor deze gewenste uitbreiding, nu de repressie tegen de eigen bevolking in Wit-Rusland zo’n extreme vorm aanneemt?
Tenslotte vragen de leden van de fractie van GroenLinks wat de positie van het kabinet zal zijn tegenover de vraag of de in 2016 afgezwakte sancties weer zullen moeten aangescherpt? De leden van de fractie van GroenLinks achten het van groot belang dat de verantwoordelijken voor verkiezingsfraude en geweld tegen demonstranten middels persoonsgerichte sancties rechtstreeks met de gevolgen van hun optreden worden geconfronteerd.
8. Antwoord van het kabinet
Van belang is dat de EU-besluitvorming goed voorbereid en ordentelijk verloopt. Bijeenkomsten van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken, die per videoconferentie worden gehouden zijn informeel. De Raad kan derhalve ook geen besluiten nemen tijdens dergelijke videoconferenties. Eventuele besluiten voortvloeiend uit deze bijeenkomsten worden genomen via de schriftelijke procedure.
Voor een uitgebreider indicatie van de Nederlandse inzet zie het antwoord op vraag 1. Voor het kabinetstandpunt inzake het erkennen van de verkiezingen zie het antwoord op vraag 6.
De huidige situatie vraagt om een stapsgewijze en gezamenlijke benadering vanuit de EU. Eerst moet ingezet worden op een geloofwaardige en eerlijke uitslag van de reeds gehouden verkiezingen – ondanks de onregelmatigheden die hierbij hebben plaatsgevonden. Om dit te bereiken moeten de uitgebrachte stemmen op een eerlijke manier geteld worden. Ook moet tegemoet gekomen worden aan de bezwaren die mevrouw Tichanovskaja heeft geuit bij de kiescommissie. Daarnaast is het belangrijk dat de autoriteiten verantwoording afleggen aan de bevolking over de onregelmatigheden en verdenkingen van verkiezingsfraude die zijn geconstateerd.Mogelijkerwijs is het organiseren van nieuwe verkiezingen een manier om uit de huidige impasse te geraken. Dat is echter in de eerste plaats aan de burgers van Wit Rusland om te bepalen.
Voor de vragen over de bevindingen van het ambassadekantoor te Minsk in de beperkte verkiezingswaarnemingsmissie verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 6.
De recente gebeurtenissen zullen hun weerslag hebben op de relatie tussen de EU en Wit-Rusland in het kader van het OP. Tegelijkertijd geeft het OP de EU een instrument in handen om met de Wit-Russische autoriteiten in gesprek te blijven gaan over onder andere bevordering van de rechtsstaat en eerbiediging van mensenrechten, onder andere via de reguliere mensenrechtendialoog. Hoewel het partnerschap nog niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd is het wel goed de dialoog met Wit-Rusland te blijven voeren.
Nederland steunt het inroepen van het OVSE Moskou Mechanisme. Dit mechanisme biedt de mogelijkheid een internationale missie van onafhankelijke experts naar Wit-Rusland te sturen om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen. Dit zal dan een onafhankelijk rapport opleveren waarin de situatie in Belarus beschreven zal worden. Gesprekken hierover zijn gaande in Wenen. Om dit mechanisme te activeren is er, naast de Nederlandse steun, steun van negen andere landen nodig.
Het respecteren van de democratische burgerrechten van de bevolking en het houden van vrije en eerlijke verkiezingen zijn basisvoorwaarden voor de legitimiteit van een regering in de ogen van zijn bevolking. Het kabinet roept de Wit-Russische regering dan ook op om aan deze voorwaarden te voldoen.
Het kabinet hecht veel waarde aan het ondersteunen van hervormingsprocessen in Wit-Rusland en zet daar via zowel bilaterale als Europese sporen op in. Nederland voert sinds jaar en dag het Matra/Mensenrechtenprogramma uit in Wit-Rusland. Via het mensenrechtenfonds worden o.a. projecten op het vlak van persvrijheid, de positie van LGBTI, vrijheid van meningsuiting, en de positie van mensenrechtenverdedigers uitgevoerd. Ook de versterking van het maatschappelijk middenveld via het Matra-fonds maakt deel uit van de bilaterale inzet en draagt bij aan meer pluriformiteit in de Wit-Russische politieke en sociaal-maatschappelijke context. Het bevorderen van people-to-people contacten is daarbij essentieel.
Vanwege de constante druk die de overheid van Wit-Rusland op het maatschappelijk middenveld legt – en op de organisaties die dit ondersteunen – worden deze programma’s uitgevoerd vanuit de Nederlandse ambassade in Warschau. Daarvoor is per jaar circa EUR 1 miljoen (Matra EUR 300.000 en Mensenrechtenfonds EUR 700.000) beschikbaar om activiteiten op het gebied van het maatschappelijk middenveld te ondersteunen.
Het kabinet is bereid om de mogelijkheid te onderzoeken de Matra-inzet en Mensenrechtenfondsinzet in Wit-Rusland te versterken gelet op de uitzonderlijke politieke situatie en de katalyserende rol die het maatschappelijk middenveld daarin speelt. Zoals opgenomen in het antwoord op vraag 1 zal het kabinet de Commissie daarnaast oproepen te onderzoeken of binnen de aan Wit-Rusland gecommitteerde middelen een herallocatie kan plaatsvinden die ten goede komt aan het maatschappelijk middenveld en andere hervormingsgezinde krachten in Wit-Rusland.
Op de vraag of de in 2016 versoepelde sancties opnieuw gaan worden ingevoerd, verwijst het kabinet naar het antwoord op vraag 1.
Turkije
Wat betreft het eigenmachtige optreden van de Turkse regering in de oostelijke Middellandse Zee, vragen de leden van de fractie van GroenLinks de Minister naar zijn visie op de mogelijkheden om Turkije te laten inbinden. Kan op de meest korte termijn van EU-zijde een diplomatiek initiatief worden verwacht om de spanningen die het Turkse optreden veroorzaakt te verminderen?
9. Antwoord van het kabinet
Voor de beantwoording op deze vraag wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2.
Inbreng van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken, het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli 2020 en de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 11 augustus 2020 inzake recente ontwikkelingen in Wit-Rusland.
Wit-Rusland
De leden van de SP-fractie hebben grote zorgen over de ontwikkelingen in Wit-Rusland rond de presidentsverkiezingen van afgelopen zondag. Grootschalige repressie, beperkte of geen toegang tot internet, tekenen van ernstige onderdrukking, toepassing van buitensporig geweld en gebruik van verdovingsgranaten door de politie tegen vreedzame demonstranten en journalisten, arbitraire arrestaties. Het is goed dat de Minister de zorgen van deze leden deelt en het geweld tegen vreedzame demonstranten veroordeelt. De leden van de SP-fractie zouden nog wel een aantal aanvullende acties van de Minister willen zien. Is de Minister bereid om ook het geweld tegen journalisten te veroordelen en vrijlating van alle politiek gevangenen te verzoeken? Heeft de Minister hierover al contact gehad met de Wit-Ruslandsische autoriteiten? Zo nee, waarom niet en wil hij dat alsnog doen?
De leden van de SP-fractie vragen wanneer de Minister wil besluiten om de uitslag van de verkiezingen, die volgens de Minister oneerlijk zijn verlopen, ongeldig te verklaren? Hoe realistisch is het te verwachten dat de autoriteiten van Wit-Rusland nu wel zullen overgaan tot eerlijke publicatie van de verkiezingsresultaten zoals de Minister verlangt? Welke criteria en voorwaarden hanteert de Minister bij het al dan niet besluiten tot erkenning van de verkiezingsuitslag? Wanneer zijn de stemmen van de presidentsverkiezingen in Wit-Rusland volgens de Minister op een eerlijke en accurate wijze geteld? Welke voorwaarden stelt de Minister aan dit proces? Wat als dit proces niet tot stand komt? Zal de Minister dan overgaan tot het niet erkennen van de verkiezingsuitslag? Waarom wel of niet? Welke feiten zijn de Minister bekend over de uitslag van de presidentsverkiezingen? Wat zijn de verkiezingsresultaten voor oppositiekandidate Svetlana Tichanovskaja en zittend president Alexander Loekasjenko? Hoe groot is de steun voor de zittende president volgens informatie van de Minister? Hoe groot is het verzet tegen de verkiezingsuitslag?
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister bereid is om de ontwikkelingen in Wit-Rusland in de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te bespreken en het initiatief te nemen om samen met tenminste negen andere landen, het Moskou mechanisme in werking te stellen voor uitvoering van een internationaal gedragen onderzoek naar de gebeurtenissen in Wit-Rusland?
De leden van de SP-fractie vragen welke gevolgen de huidige ontwikkelingen hebben voor de kritische dialoog met Wit-Rusland via de EU in het Oostelijk Partnerschap? Wat is de inzet van de Minister aanstaande vrijdag tijdens de informele RBZ? De Minister kiest voor een stapsgewijze benadering, met ruimte om de druk op de autoriteiten van Wit-Rusland op te voeren. Welke te onderscheiden stappen ziet het kabinet voor zich? Welke sanctiemogelijkheden zal de Minister bepleiten? Is de Minister bereid hierbij sancties die de bevolking treffen, bij voorbaat uit te sluiten?
10. Antwoord van het kabinet
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 1, deelt het kabinet de zorgen van de SP-fractie. De EU, en daarmee Nederland, heeft de Wit-Russische autoriteiten reeds opgeroepen alle gearresteerden vrij te laten en de fundamentele vrijheden (incl. persvrijheid) te respecteren. De Hoge Vertegenwoordiger heeft daarbij het onacceptabele geweld en de repressie t.a.v. de vrijheid van de media, vergadering en meningsuiting veroordeeld. Zoals genoemd acht het kabinet het cruciaal dat de EU in dezen gezamenlijk optreedt. Dit heeft de voorkeur boven bilaterale actie.
Zoals ook aangegeven onder vraag 6 beoordeelt het kabinet de verkiezingen niet als vrij en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De voorlopige verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Het is niet aan het kabinet om te speculeren over de waarschijnlijkheid van verschillende scenario’s. De criteria voor een eerlijk en vrij verkiezingsproces, waaronder het tellen van de stemmen, zijn uitgebreid gespecificeerd door het «Office for Democratic Institutions and Human Rights» (ODIHR) van de OVSE. Het kabinet onderschrijft deze normen. Ook Wit-Rusland heeft zich als OVSE-lid aan deze voorwaarden te houden. Het kabinet ziet het als EU gezamenlijk besluiten over concrete maatregelen als de meest aangewezen manier om de druk op de Wit-Russische regering op te voeren.
Voor zover op moment van schrijven bekend is de voorlopige officiële uitslag 80% van de stemmen voor Loekasjenko tegen 10% voor oppositieleider Svetlana Tichanovskaja. Gezien de dagenlange en massale protesten tegen de uitslag, is het aannemelijk is dat de steun voor de oppositie in werkelijkheid vele malen groter is. Het kabinet acht deze voorlopgie cijfers dan ook niet geloofwaardig. Het is voor het kabinet onmogelijk vast te stellen wat de verhoudingen dan wel zijn.
Zie inzake de veranderende relatie tussen de EU en Wit-Rusland in het kader van het Oostelijk Partnerschap het antwoord op vraag 8.
Nederland steunt het inroepen van het OVSE Moskou Mechanisme zoals genoemd in de beantwoording van vraag 8. Gesprekken hierover zijn reeds gaande in Wenen. Ook na de verkiezingen van 2010 in Wit-Rusland is dit instrument ingeroepen. Destijds werd de aangestelde rapporteur de toegang tot het land geweigerd. Desondanks is een rapport opgesteld door de in het kader van het Moskou Mechanisme aangestelde experts van grote waarde, omdat het dient als basis waarop Wit-Rusland aangesproken kan worden.
Zie voor de verschillende stappen rondom het verkiezingsproces vraag 9. Het kabinet zal in de Raad pleiten voor gerichte maatregelen tegen verantwoordelijken voor het geweld en de verkiezingsfraude. Daarbij zal het kabinet er voor waken geen maatregelen te treffen die de bevolking treffen.
Turkije
Turkije verricht proefboringen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Afgelopen week is ook weer door Turkije gebombardeerd in Irak waarbij volgens berichten twee Iraakse militairen zouden zijn omgekomen. Turkije bezet ook altijd nog delen van Noord-Syrië en voert in de regio expansiepolitiek met interventies in Libië en het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Dit alles draagt bij aan groeiende spanningen in de regio en escalatie met buurlanden. De spanningen tussen Turkije, Griekenland en Cyprus zijn de afgelopen weken toegenomen. De leden van de SP-fractie vragen welke stappen van betrokken partijen volgens de Minister hebben bijgedragen aan escalatie? Jarenlange gesprekken en waarschuwingen van de EU ten spijt, gaat Turkije verder met de acties in het oostelijk deel van de Middellandse Zee, met als resultaat verhoogde militaire aanwezigheid van Griekenland en Frankrijk. Hoe denkt de Minister nog vast te kunnen houden aan de-escalatie, gezien de escalerende acties van de Turkse regering? Wat is de inzet van de Minister komende vrijdag?
11. Antwoord van het kabinet
Er bestaat reeds geruime tijd onenigheid tussen Turkije en Griekenland over maritieme grenzen tussen beide landen. De EU heeft de afgelopen 2 jaar herhaaldelijk Turkije aangesproken op gasboringen in gebied dat Griekenland en Cyprus als hun exclusieve economische zone beschouwen. De spanningen zijn recentelijk opnieuw opgelopen na de Griekse aankondiging van een bilaterale maritieme demarcatie-overeenkomst met Egypte op 6 augustus jl. Turkije, dat van mening is dat geen rekening is gehouden met Turkse belangen, heeft onder begeleiding van zijn marine opnieuw een schip gezonden, waarna de Griekse marine in staat van paraatheid is gebracht. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast aanvullende proefboringen aangekondigd. Het kabinet steunt oproepen van de Hoge Vertegenwoordiger Borrell en diverse EU-lidstaten tot de-escalatie van de huidige spanningen en tot directe dialoog tussen Turkije en Griekenland. Duitsland heeft de afgelopen weken een actieve rol gespeeld om een proces van directe dialoog tussen Griekenland en Turkije over maritieme afbakening tot stand te brengen, waarbij voortgang werd geboekt. Ook Hoge Vertegenwoordiger Borrell benadert de partijen actief om bilaterale besprekingen weer te starten. Het kabinet is er voorstander van dat de Raad voor Buitenlandse Zaken deze initiatieven steunt. Het afzien van acties die deze spanningen vergroten zijn cruciaal met het oog op de-esclatie.
Libanon
De ongekend grote explosie in de haven van Beiroet is een grote ramp voor Libanon. Met veel menselijk leed, doden en enorme economische schade in een land dat gebukt gaat onder grote politieke, sociale en economische problemen. Wat is de Minister bekend over de als gevolg van de explosie aangerichte schade? De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de internationale gemeenschap, waaronder ons land, alles in het werk moet stellen om hulp te bieden aan de Libanese bevolking. Afgelopen zondag is op initiatief van de Franse president Macron een donorconferentie georganiseerd voor Libanon. Wat zijn de uitkomsten van deze conferentie geweest? De leden van de SP-fractie juichen de door Nederland ingezette (nood)hulp toe. De Minister schrijft dat voor substantiële hulp aan Libanon hervormingen worden geëist. De Libanese regering is als gevolg van massale volkswoede inmiddels afgetreden, is het niet aan de Libanese bevolking om hun eigen toekomst te bepalen, zo vragen de leden van de SP-fractie? Welke mogelijkheden ziet de Minister hiertoe? Kan de Minister concretiseren welke hervormingen hij voorstaat? En ziet hij dergelijke eisen niet als een belemmering voor snelle opbouw van het land na deze dramatische explosie en verwoesting?
12. Antwoord van het kabinet
De schade als gevolg van de explosie is enorm. OCHA rapporteerde op 11 augustus 220 doden en 110 vermisten. Daarnaast zijn er ongeveer 6.000 gewonden gevallen. Ook de schade aan de infrastructuur is buitengewoon groot: de overheid schat dat zo’n 300.000 mensen dakloos zijn geraakt in Beiroet en omgeving, waarvan naar schatting 80.000 kinderen. De haven van Beiroet is grotendeels onbruikbaar geworden en er zijn tenminste drie ziekenhuizen en 12 centra voor primaire gezondheidszorg door de explosie zwaar beschadigd of zelfs geheel onbruikbaar. De indirecte schade van de explosie op de voedselvoorraad en humanitaire hulp is ook significant. Door de ontploffing is naar schatting 120.000 (metrische) ton aan voedselvoorraden vernietigd en zijn graansilo’s zwaar beschadigd. 80% van de Libanese voedselvoorziening wordt geïmporteerd en 85% van de graanvoorraden werd in de haven opgeslagen. Volgens ECHO is de resterende graanvoorraad nog genoeg voor 4 – 6 weken. Ook hulpgoederen aan Syrië komen aan via de Libanese haven en zullen andere routes moeten zoeken. De haven van Tripoli – het primaire alternatief voor de haven van Beiroet – heeft maar een derde van de capaciteit van Beiroet. Dit heeft ook negatieve impact op de aanvoerlijnen.
Tijdens de donorconferentie van 9 augustus jl. is bijna USD 300 mln. en grote hoeveelheden materiele steun beloofd. Er is ook nadruk gelegd op het belang van coördinatie, om te zorgen dat de hulp op efficiënte wijze op de juiste plek terecht komt. Er is afgesproken dat dit onder VN-leiderschap dient te gebeuren. Er zijn door de VN vier prioriteiten gesteld, namelijk: zorg, voedsel, de rehabilitatie van scholen en de rehabilitatie van gebouwen. De buurlanden hebben hun hulp aangeboden: Cyprus stelde zijn havens en luchthavens beschikbaar voor de respons, Jordanië bood zichzelf aan als logistieke hub.
Nederland heeft tijdens de donorconferentie benadrukt dat het van groot belang is dat tegemoet wordt gekomen aan de eisen van de Libanese bevolking. De demonstraties van de afgelopen week en de massale demonstraties in oktober vorig jaar maken duidelijk dat corruptie, de economische crisis en het gebrek aan rekenschap het vertrouwen in het politieke leiderschap ernstig hebben geschaad. Zonder hervormingen die daar verandering in brengen zal dat vertrouwen niet hersteld worden en zal de situatie eerder verslechteren dan verbeteren. Meer substantiële steun gericht op de langere termijn zal in dat geval niet effectief ingezet kunnen worden en het risico meedragen dat de bestuurlijke en politieke problemen juist in stand worden gehouden.
Inbreng van de fractie van de PvdA
De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over de situatie in Wit-Rusland. Het is overduidelijk dat de verkiezingen niet eerlijk zijn verlopen. Met geweld en intimidatie zijn vervolgens protesten onderdrukt. De belangrijkste oppositiekandidaat heeft het land moeten ontvluchten en duizenden mensen zitten vast in Loekasjenko’s gevangenissen. Deze gebeurtenissen dienen door Nederland en de EU streng veroordeeld te worden. Erkent het kabinet dat het regime van Loekasjenko iedere legitimiteit ontbeert, en zal het kabinet de gang van zaken in Wit-Rusland met de sterkste bewoordingen veroordelen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of het kabinet de door het regime afgekondigde verkiezingsuitslag accepteert. Gaat Nederland ondubbelzinnig de uitslag als onrechtmatig dan wel ongeldig bestempelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen heeft dit? Wat is de inzet van Nederland in deze: hertelling, nieuwe verkiezingen of wellicht andere mogelijkheden? In hoeverre heeft Nederland zicht op de daadwerkelijke resultaten van de verkiezingen? In hoeverre hebben Nederland en de internationale gemeenschap zicht gehad op het verloop van de verkiezingen? Is de Minister bereid in te zetten op nieuwe verkiezingen, met internationale waarnemers en met deelname van oppositiekandidaten die nu in de gevangenis zitten?
De leden van de PvdA-fractie achten het noodzakelijk dat het geweld zo snel mogelijk stopt. Welke mogelijkheden ziet het kabinet om hiertoe druk uit te oefenen, zodat mensen in Wit-Rusland vreedzaam kunnen demonstreren? Door welke organisaties wordt dit geweld uitgevoerd? Welke personen dragen hiervoor verantwoordelijkheid? In hoeverre worden de betrokken organisaties en personen reeds gesanctioneerd en welke mogelijkheden bestaan er om sancties op te leggen en uit te breiden?
De leden van de PvdA-fractie of de Minister bereid is in Europees verband er voor te pleiten sancties zo snel mogelijk te intensiveren? Ligt er reeds een plan klaar voor uitbreiding van sancties, en in hoeverre is Nederland betrokken bij het ontwerp van een nieuw sanctieregime? Heeft de Minister in de voorbereiding al contact gehad met collega’s om aanscherping sancties te bepleiten? Hoe ligt het speelveld? Is Nederland bereid om Wit-Rusland per onmiddellijk uit het EU Oostelijk Partnerschap te zetten?
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de positie van Nederland is ten aanzien van Europese lidstaten die het Loekasjenko regime steunen, zoals Hongarije. Welke gevolgen kan dit hebben voor Europese besluitvorming? Indien de Europese resultaten ten aanzien van een versterkt sanctieregime tegenvallen, is Nederland dan bereid unilateraal strengere maatregelen te treffen? Is het kabinet zich ervan bewust dat Nederland een van de belangrijkste handelspartners voor Wit-Rusland is, en daarmee een relatief belangrijke rol kan spelen in het onder druk zetten van het regime, mede omdat vrienden van het regime aanzienlijke posities in de economie bezetten? Worden er door Buitenlandse Zaken en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RWO) nog handelsmissies naar Wit-Rusland georganiseerd, en zo ja, in hoeverre wordt dit heroverwogen? In hoeverre wordt geld door het regime gecreëerd door via Nederland olie door te verkopen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of het kabinet enig beeld heeft van de omvang van het geweld en het aantal opgepakte mensen. Is bekend welke mensen gevangen zitten, en waar zij gevangen zitten? Er zijn berichten dat gevangenen regelmatig worden mishandeld, en dat hen voedsel wordt onthouden. In hoeverre kloppen deze berichten? Wat wordt door Nederland en de EU gedaan om de slachtoffers te helpen, gevangen vrij te krijgen en de misdaden te exposeren? Hebben Nederland, andere landen en/of NGO’s toegang tot gevangenissen om de situatie te inspecteren?
13. Antwoord van het kabinet
Het kabinet deelt de zorgen van de PvdA fractie en veroordeelt het geweld, de intimidatie en de arrestaties. Nederland zal zich in de Raad inzetten voor een gezamenlijke veroordeling door de EU.
Zoals ook aangegeven onder vraag 6 erkent het kabinet de verkiezingen niet als vrij en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden. De voorlopige verkiezingsuitslag ontbeert derhalve legitimiteit. Zoals aangegeven onder vraag 12 heeft het kabinet geen geverifieerde informatie over de verkiezingsuitslag buiten het feit dat het waarschijnlijk is dat deze geen accuraat beeld geeft van de stemverhoudingen.
Het zicht van Nederland en de internationale gemeenschap op het verloop van de verkiezingen is zeer beperkt. De OVSE is niet in staat gesteld waarnemers te sturen. Daardoor moest gevaren worden op de observaties van een klein aantal onafhankelijk waarnemers, journalisten en burgers. Daarnaast was er de beperkte diplomatieke waarnemingsmissie waaraan ook de Nederlandse Tijdelijk Zaakgelastigde deelnam. Zie vraag 8 voor meer details over de stapsgewijze inzet die het kabinet voorstaat ten aanzien van de verkiezingsuitslag, hertellingen en het houden van nieuwe verkiezingen.
Voor zover bekend maken zijn op dit moment voornamelijk politie en ordetroepen betrokken bij het neerslaan van de demonstraties.
Zoals gesteld in antwoord op vragen van de fractie van de SP en GroenLinks geeft het Oostelijk Partnerschap (OP) de EU een instrument in handen om met de Wit-Russische autoriteiten in gesprek te gaan over onder andere bevordering van de rechtsstaat en eerbiediging van mensenrechten, onder andere via de reguliere mensenrechtendialoog. De gebeurtenissen van de afgelopen tijd laten zien dat het partnerschap overduidelijk nog niet tot louter bevredigende resultaten heeft geleid. Tegelijkertijd biedt het OP ook een platform aan onder andere Wit-Russische maatschappelijke organisaties, journalisten, parlementsleden en rechters om in gesprek te gaan met hun collega’s uit de EU. Daar ziet het kabinet veel meerwaarde in. Derhalve acht het kabinet het beëindigen van de relaties met Wit-Rusland in het kader van het OP niet opportuun. Wel moet worden bezien in hoeverre de voordelen van het OP voor de Wit-Russische autoriteiten zo veel mogelijk kunnen worden beperkt ten faveure van het maatschappelijk middenveld en hervormingsgezinde krachten.
Wat betreft de vraag van de PvdA over Hongarije merkt het kabinet op dat tijdens de Raad zal moeten blijken welke positie de verschillende lidstaten ten aanzien van verschillende voorstellen zullen innemen.
Wat betreft de economische relaties met Wit-Rusland kan worden gemeld dat dit land op plaats 87 staat wat betreft landen waarnaar ons land goederen exporteert (cijfers 2019). Er vinden geen handelsmissies plaats. Wel behandelen RVO en het ambassadekantoor in Minsk op ad-hoc basis informatieverzoeken van bedrijven, bijvoorbeeld op het vlak van over landbouw. Aangezien enkele pijpleidingen door Wit-Rusland lopen, speelt dit land ook een rol bij de doorvoer van energie vanuit Rusland naar de EU.
Door middel van een door de (hele) EU opgestelde en ingediende resolutie heeft de internationale gemeenschap, vertegenwoordigd in de VN-mensenrechtenraad, nog in juli zorg uitgesproken over de situatie van journalisten en over gevangenisomstandigheden. De Raad riep Wit-Rusland op om zijn internationaalrechtelijke verplichtingen na te komen. Door de resolutie werd ook het monitor-werk van de Speciale Rapporteur weer met een jaar verlengd. De rapporteur constateerde op basis van ontvangen gegevens dat ook in 2019 zaken van het gebruik van geweld tegen arrestanten of gedetineerden meestal niet worden onderzocht, een enkele recente zaak daargelaten.
Het is moeilijk vast te stellen hoeveel mensen zijn gearresteerd. Naar opgave van het Wit-Russische Ministerie van Binnenlandse Zaken zou het om circa 6700 mensen gaan; en het worden er elke dag meer. Het geweld op straat vindt naar inschatting hoofdzakelijk zijn oorsprong in het ongekend harde optreden van de ordetroepen tegen doorgaans vreedzaam betogende burgers. De berichten dat gevangenen worden mishandeld en dat hen voedsel wordt onthouden zijn bekend; het is vanwege de massale arrestaties echter lastig om deze berichten te verifiëren en de omvang ervan vast te stellen. vanwege de enorme schaal waarop burgers gearresteerd zijn. De Wit-Russische autoriteiten worden aangesproken op de ontwikkelingen, zo hebben alle EU-vertegenwoordigers in Minsk, waaronder Nederland, op 13 augustus jl. de overheid in het openbaar opgeroepen het geweld te stoppen, en de politieke gevangenen vrij te laten. Bilaterale bijeenkomsten vinden op dit moment niet of nauwelijks meer plaats, mede omdat de autoriteiten van Belarus slechts sporadisch reageren op de gebruikelijke kanalen. Nederland geeft m.h.o.o. de effectiviteit de voorkeur aan gezamenlijk EU-optreden.
Voor de beantwoording van de vraag over sancties verwijst het kabinet naar het antwoord op vraag 1.
In hoeverre is er zicht op de situatie buiten Minsk, niet alleen in steden als Vitebsk en Gomel, maar ook op het platteland? Welke mogelijkheden hebben Nederland en de internationale gemeenschap om zich hiervan een beeld te ontwikkelen, en indien nodig ondersteuning te verlenen?
De belangrijkste oppositiekandidaat Tichanovskaja heeft moeten uitwijken naar Litouwen, nadat haar man eerder al gevangen was genomen. In de aanloop naar de verkiezingen zijn ook andere leden van de oppositie geïntimideerd en het leven onmogelijk gemaakt. Wat gaat de Minister doen om politici en anderen in de oppositie te ondersteunen? Hoe wordt hun veiligheid buiten Wit-Rusland gewaarborgd? Is Nederland bereid om mensen die Wit-Rusland om politieke redenen ontvluchten op te nemen, en wat gaat het kabinet doen om deze personen te helpen?
Na 26 jaar Loekasjenko regime is het maatschappelijk middenveld in Wit-Rusland vernietigd. De meeste mensen in Wit-Rusland hebben nog nooit in een vrij en democratisch land gewoond. De leden van de PvdA-fractie vragen wat Nederland doet om het maatschappelijk middenveld te versterken, en wat Nederland doet om organisaties en personen die streven naar vrijheid en democratie in Wit-Rusland te ondersteunen. De leden van de PvdA-fractie vragen om hiervoor meer middelen vrij te maken. Voorts vragen zij in hoeverre Nederland kan helpen bij democratie-educatie. Bijvoorbeeld door omgekeerde verkiezingsobservaties voor jongeren uit Wit-Rusland om hier te zien hoe vrije verkiezingen werken, of door trainingen te geven aan activisten en anderen.
De leden van de PvdA-fractie constateren dat onafhankelijke nieuwsgaring en een vrij internet onontbeerlijk zijn om te komen tot een vrij en democratisch Wit-Rusland. In hoeverre kunnen, al dan niet West-Europese, journalisten werken in Wit-Rusland, en wat wordt er gedaan om hen te beschermen? Een correspondent van NRC is gewond geraakt in Minsk, wat heeft Nederland gedaan om haar en andere journalisten te beschermen? In hoeverre kan Nederland helpen met het opzetten van internetverbindingen in Wit-Rusland die niet worden gecensureerd of gecontroleerd door het regime?
De leden van de PvdA-fractie vragen welke gevolgen de gebeurtenissen hebben voor het visa-beleid ten aanzien van Wit-Rusland. Enerzijds moet het regime zoveel mogelijk in de bewegingsvrijheid beknot worden. Anderzijds is het essentieel dat gewone mensen uit Wit-Rusland in aanraking komen met onze samenleving, om zo deze beelden mee te nemen naar het eigen land. Deelt het kabinet deze observatie en hoe wordt hier vervolg aan gegeven?
14. Antwoord van het kabinet
De internationale gemeenschap in Wit-Rusland is relatief klein en het is lastig om in een land, dat vijf keer zo groot is als Nederland, een gedetailleerd beeld van de situatie in de rurale gebieden te krijgen, zeker omdat de afgelopen dagen het internet in Wit-Rusland niet werkte. In EU-kader wordt er evenwel samengewerkt om de beschikbare informatie van zowel de grote steden als daarbuiten bij elkaar te krijgen zodat we ons een zo goed mogelijk beeld van de situatie kunnen vormen.
Zoals gemeld in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2187) zijn op 1 juli de visumfacilitatieovereenkomst en terugkeer- & overnameovereenkomst tussen de EU en Wit-Rusland in werking getreden. De visumfacilitatieovereenkomst is wederkerig en voorziet onder andere in minder verplichte ondersteunende documenten bij visumaanvragen en lagere visumleges voor Wit-Russische onderdanen. De overeenkomst verlaagt de barrière voor Wit-Russische burgers om naar de EU te reizen. Van visumliberalisering is op dit moment geen sprake.
Het kabinet zal zich blijven uitspreken tegen het vastzetten van politici op politieke gronden en zal zich zowel in EU-verband als bilateraal inzetten voor de vrijlating van politieke gevangenen. Daartoe zet NL momenteel in op het verhogen van de druk op de Wit-Russische autoriteiten, voor meer details over de Nederlandse inzet verwijs ik u naar vraag 1.
De veiligheid van Wit-Russische oppositieleden in het buitenland zijn de verantwoordelijkheid van het land waar zij zich op dat moment bevinden. Personen uit Wit-Rusland die zich in Nederland bevinden en menen in aanmerking te komen voor internationale bescherming kunnen in ons land asiel aanvragen. In een asielprocedure beoordeelt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op individuele basis of een persoon in aanmerking komt voor een tijdelijke verblijfsvergunning asiel in Nederland.
Wat betreft de vragen van de PvdA-fractie inzake wat Nederland doet om het maatschappelijk middenveld te versterken, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.
Journalisten werken vaak onder moeilijke omstandigheden in Wit-Rusland. Voor het bevorderingen van vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, waaronder begrepen het werk van journalisten, heeft Nederland in 2.019 EUR 400.000 ingezet vanuit het Mensenrechtenfonds. Nederland financiert ook het legal defense fund van de Nederlandse NGO Free Press Unlimited. Mediaprofessionals uit de hele wereld (ook Nederlandse journalisten in het buitenland) kunnen hier aanspraak op maken wanneer zij geconfronteerd worden met juridische bedreigingen.
Nederland heeft onmiddellijk consulaire hulp verleend aan de in Minsk gewond geraakte correspondent van NRC Handelsblad. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft constant contact met haar gehouden vanaf het moment dat ze gewond raakte tot het moment dat ze veilig in Nederland terugkeerde.
Inbreng van de fractie van de Partij voor de Dieren
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus. Zij beschouwen de gebeurtenissen in Wit-Rusland als verontrustend en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich ernstige zorgen over het toenemende geweld van de Wit-Russische autoriteiten jegens de demonstranten en het oplopende aantal arrestaties. Ondanks hard optreden van de politie en dreigementen van president Loekasjenko gaan de protesten tegen de verkiezingsuitslag in Wit-Rusland onverminderd door. Inmiddels is het aantal officieel bevestigde arrestaties opgelopen tot 6.000 en zijn er zeker twee doden gevallen. Op beelden is te zien dat grote aantallen, vaak jonge, mensen de straat opgaan en voor hun rechten opkomen, en dat de Wit-Russische autoriteiten veel en excessief geweld tegen demonstranten en arrestanten gebruiken. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie sluiten zich aan bij de veroordeling van het kabinet van het gewelddadige optreden van de autoriteiten. De leden vragen het kabinet bij de autoriteiten van Wit-Rusland te blijven aandringen op de vrijlating van gevangen genomen demonstranten.
De verkiezingen worden door velen in Wit-Rusland en daarbuiten als niet eerlijk en vrij beschouwd. In zijn brief van 11 augustus jl. zegt de Minister «duidelijke aanwijzingen» te hebben gekregen dat de verkiezingen niet volgens internationale standaarden zijn verlopen. Tevens heeft het Nederlandse ambassadekantoor in Minsk deelgenomen aan een diplomatieke waarnemersmissie waarbij onregelmatigheden zijn bemerkt. Kan het kabinet toelichten om wat voor onregelmatigheden het gaat? Kan het kabinet bevestigen dat de verkiezingen frauduleus van aard zijn geweest?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hechten veel waarde aan de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. De leden zijn dan ook zeer verontrust door de berichten over vermiste en gearresteerde journalisten. Journalisten die nog voor kritische online media durven te werken, worden volgens ooggetuigen gericht onder vuur genomen door veiligheidstroepen. Ziet het kabinet een rol voor de Nederlandse ambassade in het beschermen van journalisten, die met gevaar voor hun veiligheid waken over onafhankelijke berichtgeving? Kan de Minister zijn Europese collega’s wijzen op de EU-richtsnoeren voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers en er op aandringen hun ambassades en missies bescherming te laten bieden aan zowel mensenrechtenverdedigers als journalisten?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over de effectiviteit van de stapsgewijze aanpak in EU-verband die de Minister aankondigt in zijn brief. Dit beleid heeft de repressie in het land in de afgelopen 26 jaar niet doen afnemen. Waarom denkt de Minister dat deze aanpak nu wel effectief zal zijn? Kan de Minister toelichten of de Hongaarse positie een gezamenlijke EU-inzet in gevaar brengt? Waarom wil de Minister een EU-reactie afwachten en niet, zoals Denemarken, Estland, Finland, IJsland, Letland, Litouwen, Noorwegen en Zweden hebben gedaan, zelfstandig een positie innemen? Ziet het de Minister de kans om met deze landen op te trekken, als overeenstemming binnen de EU-27 niet mogelijk blijkt? Voorts vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie om een reactie van de Minister op het plan dat Polen, Litouwen en Letland gezamenlijk hebben ontwikkeld om de situatie in Wit-Rusland te de-escaleren.
15. Antwoord van het kabinet
Voor de vragen over de bevindingen van het ambassadekantoor te Minsk in de beperkte verkiezingswaarnemingsmissie verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 6. Daarnaast zijn er verschillende berichten vanuit burgers, onafhankelijke waarnemers en journalisten die duiden op verkiezingsfraude. Niet alleen op de verkiezingsdag zelf maar ook in de aanloop naar de verkiezingen door grootschalige repressie, een gebrek aan vrije media en de grote druk op (en arrestatie van) oppositiepolitici. Zoals ook aangegeven in de Kamerbrief en de EU-27 verklaring van 11 augustus jl. erkent het kabinet de verkiezingen niet als vrij en eerlijk, noch als zijnde in lijn met internationale standaarden.
Wat betreft de vragen over de rol van de Nederlandse ambassade in het beschermen van journalisten, verwijs ik u graag naar de beantwoording van vraag 14. Nederland onderschrijft het belang van de richtsnoeren inzake de bescherming van mensenrechtenverdedigers, en zal ze, voor zover nodig, nogmaals onder de aandacht brengen.
De relatie tussen de EU en Wit-Rusland krijgt vooral gestalte in het kader van het Oostelijk Partnerschap (OP). De inzet van de EU binnen het OP is daarbij vooral gericht op het bijdragen aan stabiliteit, welvaart en vrede langs de randen van de Europese Unie. De Nederlandse beleidsinzet ten opzichte van Wit-Rusland is flankerend aan die van de Unie, prioriteit voor het kabinet ligt vooral bij rechtsstaatontwikkeling, anti-corruptiemaatregelen en mensenrechten. Het kabinet is van mening dat deze beleidsinzet, hoewel geen garantie tot succes, op de lange termijn de juiste is.
Wat betreft de vraag over de verklaring van de Baltische en Noordse landen verwijst het kabinet u naar de beantwoording van vraag 6. Deze verklaring is volledig in lijn met de EU-verklaring.
Wat betreft de vraag over het plan van Polen, Litouwen, Estland en Letland, alsook de positie van Hongarije, zie eveneens de beantwoording van vraag 6.
Inbreng van het lid van Kooten-Arissen
Het lid van Kooten-Arissen heeft kennisgenomen van het nieuws rondom de verkiezingen in Wit-Rusland en heeft naar aanleiding daarvan de volgende vragen aan de Minister van Buitenlandse Zaken:
1) De Minister had kunnen zien aankomen wat er stond te gebeuren met de verkiezingen en de nasleep daarvan in Wit-Rusland. Wat heeft de Minister gedaan om als lid van de OVSE bij te dragen aan vrije en democratische verkiezingen in Wit-Rusland?
16. Antwoord van het kabinet
Het organiseren van eerlijke en vrije verkiezingen is eerst en vooral de verantwoordelijkheid van de deelnemende Staat zelf, die zich hierbij kan laten adviseren door de OVSE. Het kabinet betreurt dat de Wit-Russische overheid de OVSE niet in staat heeft gesteld een waarnemers naar Wit-Rusland te laten komen om het verkiezingen (en de aanloop naar verkiezingsdag) te monitoren. Mede namens Nederland heeft de EU en het Duitse EU-voorzitterschap in de aanloop naar 9 augustus diverse malen aangedrongen op eerlijke en vrije verkiezingen in Wit-Rusland, het respecteren van fundamentele rechten van kiezers en geprotesteerd tegen het uitsluiten van oppositiekandidaten. Ook hebben zij diverse malen namens de 27 lidstaten van de EU aangedrongen tijdig de OVSE uit te nodigen.
2) Heeft de Minister op enige tijd contact gehad met andere leden van de EER/EU/OVSE/VN voorafgaand aan de verkiezingen in Wit-Rusland om bij te dragen dan wel de regering van Wit-Rusland te wijzen op het belang van vrije en democratische verkiezingen? En heeft de Minister hier voorwaarden aan verbonden?
17. Antwoord van het kabinet
Zowel binnen de EU, OVSE als VN-verband heeft Nederland samen met andere landen Wit-Rusland opgeroepen eerlijke en vrij verkiezingen te organiseren. Een voorbeeld is het nationale statement van Nederland tijdens de mensenrechtenraad op 10 juli jl. Zie ook het statement van de Hoge Vertegenwoordiger op 7 augustus jl. De vereisten voor eerlijke en vrije verkiezingen staan uiteengezet in de richtlijnen van de OVSE.
3) Heeft de Minister kennisgenomen van het feit dat oppositiekandidaten voorafgaand aan de verkiezingen zijn opgepakt, gevlucht of in ballingschap zijn gegaan? Hoe heeft de Minister hierop gereageerd en welke stappen heeft de Minister genomen.
18. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op deze vraag zie de beantwoording van vraag 16 en 17.
4) Op basis waarvan erkent de regering de huidige verkiezingsuitslag, ondanks dat de ambassade spreekt over «ongeregeldheden»?
19. Antwoord van het kabinet
De kabinetspositie over het al dan niet erkennen van de verkiezingsuitslag vindt u in de beantwoording van vraag 6.
5) Is de Minister op de hoogte dat er door de EU verschillende embargo’s van kracht zijn op Wit-Rusland?
20. Antwoord van het kabinet
Ja. In EU-verband zijn sancties van kracht tegen Wit-Rusland, inclusief een wapenembargo en een verbod op de export van goederen die kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie.
6) Is de Minister op de hoogte dat verschillende journalisten foto’s hebben gedeeld waarop te zien is dat er wapens en ammunitie worden gebruikt die direct herleidbaar zijn naar Europese landen, zoals vele gevonden lege kogelhulzen die in Polen zijn gemaakt en wapens (machinepistolen en geweren) uit Duitsland.
21. Antwoord van het kabinet
Het kabinet is niet bekend met deze foto’s en heeft op dit moment geen aanwijzingen dat het EU-wapenembargo tegen Wit-Rusland wordt geschonden, wat niet uitsluit dat er op beperkte schaal smokkel plaatsvindt.
7) Wat gaat de Minister aanvullend doen om toe te zien dat de embargo’s effectief worden gehandhaafd aangezien dit nog steeds fout gaat?
22. Antwoord van het kabinet
Alle vergunningaanvragen voor wapenexport worden getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake Wapenexport (2008/944/GBVB). Tijdens deze toets wordt onder andere gekeken of de transactie waarvoor een vergunning wordt aangevraagd inbreuk maakt op een wapenembargo dat door de VN, EU of OVSE is afgekondigd (criterium 1). Ook wordt er getoetst of er een duidelijk risico is dat de goederen een ongewenste eindbestemming krijgen, bijvoorbeeld dat ze via een derde land illegaal naar een embargoland worden gesmokkeld (criterium 7).
In de Raadswerkgroep voor conventionele wapens (COARM) worden regelmatig ervaringen en best practices uitgewisseld ten aanzien van de handhaving van wapenembargo’s. Nederland heeft zich in 2019 in de Raadswerkgroep uitgesproken voor meer aandacht naar en uitwisseling van informatie ten behoeve van de handhaving van wapenembargo’s. Nederland zal in de eerstvolgende Raadswerkgroep van september 2020 specifiek aandacht vragen voor de handhaving van het wapenembargo ten aanzien van Wit-Rusland.
8) Aannemende dat Loekasjenko noch gaat aftreden noch nieuwe verkiezingen uitschrijft, terwijl van fraude sprake lijkt, is het zaak verdere stappen te ondernemen en daarmee de druk op de Wit-Russische regering op te voeren. Is de Minister dat met het lid van kooten-Arissen eens? Welke middelen zijn hiervoor nationaal voorhanden? Waarom wil de Minister perse de maatregelen van de EU afwachten? In wiens belang is dat?
23. Antwoord van het kabinet
Voor het antwoord op deze vraag zie de beantwoording van vraag 1.
9) Is de Minister bereid om nieuwe verkiezingen af te dwingen, op de zeer korte termijn georganiseerd in samenwerking met en onder het toeziend oog van de OVSE? Zo nee, waarom niet? En waarom zou dat niet in het belang zijn van de Wit-Russische burgers en onze uitgedragen democratische waarden en vrijheden?
24. Antwoord van het kabinet
Het is niet aan het kabinet om verkiezingen in een andere staat af te dwingen.
10) Kan de Minister duidelijk uiteenzetten welke stappen hij kan nemen die direct de veiligheid voor burgers garandeert in Wit-Rusland?
25. Antwoord van het kabinet
De mogelijkheden voor het kabinet om direct de veiligheid van burgers in Wit-Rusland te garanderen zijn beperkt. Nederland wil, in EU-verband, de druk op de Wit-Russische autoriteiten opvoeren met als eerste doel het geweld te stoppen en een vrijlating van de politieke gevangenen te bewerkstelligen.
11) De Nederlandse export naar Wit-Rusland is goed voor tenminste 250 miljoen euro aldus het CBS. Kan de Minister onderzoeken dat daarbij geen goederen zijn uitgevoerd dan wel doorgevoerd die redelijkerwijs gebruikt hebben kunnen worden om de bevolking te onderdrukken? En kan de Minister duidelijk uiteenzetten hoe hier op wordt toegezien?
26. Antwoord van het kabinet
Gezien het wapenembargo worden er geen militaire goederen (of goederen die kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie) vanuit of via Nederland naar Wit-Rusland geëxporteerd. Zie ook de beantwoording onder vraag 22.
12) Wat kan de Minister doen om de veiligheid van journalisten, waaronder Nederlandse, in Wit-Rusland te garanderen? Met in acht te nemen dat inmiddels het aantal gearresteerde internationale journalisten meer dan 50 bedraagt en er geweld is gebruikt tegen verschillende journalisten van waaronder de BBC en AP door de ordetroepen.
27. Antwoord van het kabinet
Het is buitengewoon ernstig dat journalisten worden gehinderd in hun vrijheid verslag te doen van de ontwikkelingen; dat zij gearresteerd worden (met geweld) is volstrekt onacceptabel. Nederland is echter niet in staat om de veiligheid van journalisten op het grondgebied van Wit-Rusland te garanderen. Zoals uiteengezet in vraag 13, heeft de internationale gemeenschap middels een door de (hele) EU opgestelde en ingediende resolutie in de VN-mensenrechtenraad, nog in juli zorg uitgesproken over o.a. de situatie van journalisten. De Raad riep Wit-Rusland op om zijn internationaalrechtelijke verplichtingen na te komen. Nederland steunt eveneens de persvrijheid middels projecten via het mensenrechtenfonds; hiervoor verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 14.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-02-2192.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.