21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2164 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 29 mei 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 29 MEI 2020

Introductie

Op vrijdag 29 mei vindt de volgende digitale, en daarmee informele, bijeenkomst plaats van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering. Hoge Vertegenwoordiger Borrell zal onder Current Affairs naar verwachting ingaan op de laatste ontwikkelingen in de internationale respons tegen de COVID-19 en ook zal er kort gesproken worden over Afghanistan. Daarnaast zal de Raad van gedachten wisselen over de impact van COVID-19 op Azië en de Pacific, evenals de EU-China relatie.

Current Affairs

COVID-19

Het grootste gedeelte van de gestrande Nederlandse reizigers is inmiddels teruggekeerd naar Nederland. De regering blijft zich maximaal inspannen om de resterende gestrande reizigers naar Nederland te laten terugkeren, waaronder ook de reizigers die zich nog in Marokko bevinden. Inmiddels hebben 5 speciale repatriëringsvluchten vanuit Marokko plaatsgevonden, waarmee circa 1650 reizigers naar huis zijn teruggekeerd. Nederland blijft zich maximaal inspannen voor vervolgvluchten in de komende dagen en weken, onder meer door in Europees verband de repatriëring van EU-burgers te bespoedigen.

Het kabinet komt ook graag terug op de gewijzigde motie met Kamerstuk 21 501-20, nr. 1539 van de leden Omtzigt en Bouali over een grondig internationaal en onafhankelijk onderzoek naar COVID19 op redelijk korte termijn. Het kabinet steunt deze wens naar een breed onderzoek naar de oorsprong van en de respons op COVID-19 en heeft hiertoe in EU verband steun gezocht. Tijdens de World Health Assembly, de jaarvergadering van de WHO, is met brede steun – ook van China – een resolutie aangenomen, die oproept tot een onafhankelijke evaluatie op het eerste gepaste moment1. Deze resolutie was een initiatief van de EU en is in lijn met het standaard beleid van de WHO aangaande gezondheidscrises.

Daarnaast wordt WHO DG Tedros door middel van de resolutie opgeroepen om samen te werken met de World Health Organisation for Animal Health (OIE) en de Food and Agricultural Organisation om de zoönotische oorzaak van het virus te identificeren. Het spreekt voor zich dat hierbij alle betrokkenen hun volledige medewerking moeten verlenen en op verzoek onafhankelijke onderzoekers, waaronder functionarissen van de WHO, toe moeten laten. Nederland zal bij de uitvoering van de resolutie zoveel mogelijk optrekken in EU-verband.

Afghanistan

De Raad zal de laatste ontwikkelingen in Afghanistan bespreken. President Ghani en voormalig Chief Executive Officer Abdullah hebben op 17 mei jl. een politiek akkoord gesloten, waarbij Abdullah vanuit de Afghaanse regering leiding heeft over het intra-Afghaanse vredesproces. Hiermee is een maandenlange politieke impasse beëindigd. Nederland verwelkomt dit akkoord en zal in de Raad benadrukken dat nationale eenheid in Afghanistan van groot belang is. Daarnaast zal de Raad naar verwachting de Afghaanse regering en de Taliban oproepen om te starten met een inclusief intra-Afghaans vredesproces. Nederland zal hierbij bepleiten dat verworvenheden van de afgelopen 19 jaar niet verloren dienen te gaan, in het bijzonder op het gebied van gelijke rechten voor vrouwen. Daarnaast zal Nederland aangeven dat aandacht voor alle slachtoffers essentieel is voor een duurzame oplossing van het conflict.

Impact COVID-19 op Azië en Pacific

De Raad zal komen te spreken over de verwachte impact van COVID-19 in Azië en de Pacific. Het kabinet acht het van belang om vooral nu te blijven investeren in samenwerking met landen in Azië en de Pacific en de meest kwetsbare en fragiele landen te steunen in hun COVID-19 respons. Hierbij blijft het realiseren van de SDG’s en de doelen van het Parijs Akkoord onverminderd van belang.

EU – China relaties

De Raad zal, mede op initiatief van Nederland, van gedachten wisselen over de EU-China relatie, in het bijzonder over de gevolgen van de pandemie op de betrekkingen op de korte en middellange termijn. Het kabinet is van mening dat de EU deze crisis moet aangrijpen om het systeem van mondiale waardeketens toekomstbestendiger en robuuster te maken en grotere strategische autonomie te bewerkstelligen. Een te grote afhankelijkheidsrelatie van derde landen, zoals China, is niet in het belang van de EU. Om dat te realiseren is het cruciaal dat de EU zoveel mogelijk met één stem blijft spreken.

Ook zullen de lidstaten van gedachten wisselen over de mogelijkheid de eerder uitgestelde EU-China top per videoconferentie te voeren. Het kabinet zal, gelet op de urgentie tot samenwerking bij de bestrijding van de pandemie, het belang onderstrepen van overleg op hoog niveau tussen de EU en China, al dan niet via videoconferentie. Daarnaast spreekt de Raad over de voorbereiding van de speciale EU27-China top die voorzien is op 14 september in Leipzig.

Bij de voorbereiding van beide toppen zal het kabinet het belang blijven onderstrepen met China tot afspraken te komen op het gebied van handel/investeringen (o.a. de noodzaak tot Chinese betrokkenheid bij de hervorming van de WTO en het vergroten van een economisch gelijk speelveld, mensenrechten, klimaat en het realiseren van de SDG’s.

Tot slot zal het kabinet ingaan op de motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 735, nr. 279), die verzoekt de mensenrechtensituatie van de Oeigoeren en (in de motie geconstateerde) intimidatie van inwoners van de EU aan de orde te stellen en te pleiten voor een gezamenlijke EU-positie op dit dossier.

Naar boven