21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2020

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 5 en 6 maart 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN (GYMNICH) VAN 5 en 6 MAART 2020

Op donderdag 5 en vrijdag 6 maart 2020 vindt de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) plaats in Zagreb, Kroatië. Het betreft een informele Raad; discussies zijn niet conclusief en er zullen geen Raadsbesluiten of mededelingen uit voortvloeien. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze Raad. Op de agenda staan werkmethoden van de Raad, de relatie tussen de EU en Turkije en de relatie tussen de EU en Rusland.

Werkmethodologie Raad

De informele Raad Buitenlandse Zaken begint met een discussie over de werkmethoden van de Raad Buitenlandse Zaken ten behoeve van het vergroten van de effectiviteit van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheids Beleid (GBVB) van de Unie. Het kabinet heeft zich hier herhaaldelijk voor ingezet. Voorafgaand aan de Raad van 9 december jongstleden heeft de Minister van Buitenlandse Zaken samen met zijn Deense en Tsjechische collega’s onder meer een artikel gepubliceerd met enkele suggesties daartoe.

Tijdens Gymnich zal het kabinet wederom de wens uiten dat de Hoge Vertegenwoordiger door middel van snel uit te brengen verklaringen adequaat reageert op buitenlandpolitieke ontwikkelingen. Ook zal het kabinet wijzen op de noodzaak binnenlandspolitieke zorgen te vertalen naar extern optreden van de Unie om zo draagvlak voor de Unie te versterken. In de veranderende geopolitieke context is het daarbij ook van belang dat de Unie zijn economische macht naar politieke invloed op het wereldtoneel weet te vertalen. Het kabinet is tevens voorstander van een meer strategische aansturing van het externe beleid door de Europese Raad en een sterkere coherentie en samenhang tussen de verschillende onderwerpen op het gebied van het Europees externe beleid. Tot slot wenst het kabinet het debat te voeren over de besluitvormingsprocedures binnen de Raad om de patstelling in de besluitvorming tegen te gaan. Het kabinet staat open voor discussie over invoering van besluitvorming per gekwalificeerde meerderheid voor EU-posities over mensenrechten in multilaterale fora, instelling van sanctieregimes en de uitvoering van civiele missies, langs de lijnen van het BNC-fiche1 dat het kabinet op 19 oktober 2018 naar uw Kamer stuurde.

Relatie EU-Turkije

Tijdens deze informele Raad is een discussie voorzien over de toekomst van de relatie tussen de EU en Turkije. Hierbij zal naar verwachting aandacht zijn voor een breed spectrum van onderwerpen, waaronder de interne politieke ontwikkelingen in Turkije (o.a. mensenrechten en rechtsstatelijkheid), het Turkse optreden in de regio (o.a. in Syrië, Libië en het Oostelijk Middellandse Zeegebied), de rol binnen de NAVO en Europese dossiers zoals migratie, het EU-toetredingsperspectief en de modernisering van de douane-unie.

Nederland deelt, net als vele andere lidstaten, grote belangen met Turkije, met name op het gebied van veiligheid, migratie en handel. Om die reden blijft het kabinet van mening dat het voor Nederland en de EU van groot belang is de dialoog met Turkije te continueren. Tegelijkertijd vindt het kabinet dat de EU zich op prioritaire terreinen stevig kan opstellen, met name ten aanzien van het Turkse buitenlandbeleid, mensenrechten en rechtsstaat.

Relatie EU-Rusland

De ministers zullen een informele discussie voeren over de EU-relatie met Rusland. Langs de lijnen van de recent verschenen Ruslandbrief2 zal Nederland in de discussie steun uitspreken voor de vijf «guiding principles» van het huidige EU-Ruslandbeleid. Nederland zet zich in voor een eensgezind EU-beleid richting Rusland en steunt de restrictieve maatregelen die de EU heeft genomen in reactie op het Russische optreden in Oekraïne. Daarbij moet de EU pal staan voor haar eigen veiligheidsbelangen en waarden. Tegelijkertijd blijven dialoog en selectieve samenwerking met Rusland nodig waar dit de belangen van Nederland en de Unie dient, zoals veiligheid, bestrijding van georganiseerde misdaad en klimaatverandering. De Raad zal naar verwachting tevens spreken over de mensenrechtensituatie in Rusland. Het kabinet zal in deze discussie de Nederlandse zorgen uiten, in het bijzonder met betrekking tot de druk op mensenrechtenverdedigers en mensenrechtenorganisaties en de mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië.

Nederland zal bovendien aandacht vragen voor de start van het MH17-strafproces op 9 maart aanstaande.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nr. 2714

X Noot
2

Kamerstuk 35 373, nr. 1

Naar boven