21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2123 MOTIE VAN DE LEDEN WEVERLING EN AMHAOUCH

Voorgesteld 5 maart 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat als gevolg van het nieuwe coronavirus de handelsstroom tussen de Europese Unie en China grotendeels is opgedroogd, terwijl veel Nederlandse bedrijven afhankelijk zijn van deze handel;

overwegende dat de bescherming van de volksgezondheid de prioriteit moet hebben bij het vormen van beleid ten aanzien van het nieuwe coronavirus, maar dat de nadelige effecten op de economie en de wereldhandel eveneens bijzondere aandacht verdienen;

verzoekt de regering om, na publicatie door het CBS op 13 maart van de handelscijfers die mogelijk meer inzicht geven in het effect van het virus op de buitenlandse handel, in kaart te brengen welke sectoren en ondernemers in Nederland in het bijzonder getroffen worden door de handelsimpact van het coronavirus en om in overleg te treden met de brancheverenigingen over deze gevolgen, zonder concessies te doen aan de bescherming van de volksgezondheid, en de Kamer hier zo spoedig mogelijk over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Weverling

Amhaouch

Naar boven