21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 10 januari 2020.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 10 JANUARI 2020

Op 10 januari 2020 vond in Brussel een ingelaste Raad Buitenlandse Zaken plaats om de actuele situatie in Irak te bespreken. Minister Blok nam namens Nederland deel aan deze Raad. De Raad sprak tevens over actuele ontwikkelingen in Libië.

Current Affairs

Libië

Hoge Vertegenwoordiger Borrell gaf een briefing over de laatste stand van zaken en zijn meest recente inspanningen. Veel lidstaten spraken steun uit voor het Berlijn-proces onder leiding van Duitsland en spraken de hoop uit dat een conferentie met alle partijen op korte termijn kan plaatsvinden. Ministers wezen daarbij op het belang van handhaving van het VN-wapenembargo.

De Raad sprak eveneens informeel met Speciaal VN-Gezant voor Libië, Ghassan Salamé. Salamé schetste een somber beeld. Door de instroom van milities uit Syrië en Soedan neemt de voedingsbodem voor terrorisme toe. Ook brengt het conflict de grote aantallen vluchtelingen in het land in gevaar en groeit de kans dat Libiërs zelf zullen vluchten voor het geweld. Daarnaast zorgt de toegenomen buitenlandse inmenging voor een groeiende schaal van het conflict, waarmee een groot risico ontstaat voor fragiele landen in de hele regio.

Salamé lichtte toe dat het VN-geleide proces bestaat uit drie sporen: het scheppen van stabiliteit door dialoog tussen militaire partijen, het normaliseren van de economie door hulp aan bedrijven en een inter-Libische politieke dialoog. De EU financiert hiervoor een conferentie in Genève.

Ministers waren eensgezind over het belang van behoud van EU-eenheid en spraken hun waardering uit voor de rol van Hoge Vertegenwoordiger Borrell en zijn recente inspanningen. De Raad ondersteunde de ambitie van Hoge Vertegenwoordiger Borrell om te zoeken naar mogelijkheden voor concrete acties om de uitkomsten van het Berlijnproces kracht bij te zetten.

Ontwikkelingen in Irak

De Raad sprak over de opgelopen spanningen in Irak, het onderwerp waarvoor deze extra RBZ was ingelast. Hoge Vertegenwoordiger Borrell gaf een kort overzicht van de recente ontwikkelingen en zijn inspanningen met actoren in de regio en daarbuiten. Veel lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun waardering uit voor de rol en inspanningen van HV Borrell en benadrukten dat de EU een grotere rol moet spelen in de regio. Hierbij is het optreden van Hoge Vertegenwoordiger Borrell eveneens essentieel en de Raad ondersteunde het mede door Nederland geopperde idee van een spoedig bezoek van de Hoge Vertegenwoordiger aan Bagdad en de regio.

Nederland sprak, samen met veel lidstaten, zorgen uit over de recente escalatie van geweld in Irak en benadrukte het belang van de-escalatie. Daarbij is EU-eenheid essentieel, evenals het openhouden van communicatiekanalen met Iran, de VS en andere actoren in de regio waaronder de Iraakse overheid. Nederland en andere lidstaten vroegen vooral aandacht voor het werk van de anti-ISIS coalitie en het belang om dit voort te kunnen zetten. De Raad concludeerde dat de strijd tegen ISIS een prioriteit blijft en veroordeelde unaniem iedere aanval op strijdkrachten van de anti-ISIS coalitie.

Secretaris-Generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, kort aanwezig aan het begin van de discussie, ging in op de situatie van de afgelopen dagen. Daarnaast onderstreepte hij het belang van trans-Atlantische eenheid en benadrukte hij dat, los van de anti-ISIS coalitie, ook NAVO- en EU-missies niet kunnen functioneren zonder Amerikaanse steun. In dit licht werd aandacht besteed aan de door het Iraakse parlement aangenomen resolutie die buitenlandse troepen in Irak ongewenst verklaart. SG NAVO wees erop dat deze niet bindend is en dat de Iraakse overheid geen stappen heeft genomen om deze resolutie uit te voeren.

De Raad onderstreepte het belang van stabiliteit voor Irak en de regio en benadrukte dat het risico op teloorgang van de tot nu toe ingezette middelen en inspanningen in de strijd tegen ISIS en ter bevordering van de stabiliteit van Irak, moet worden geminimaliseerd.

JCPOA

De Raad sprak in dit kader ook over het nucleaire akkoord met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA). Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het essentiële belang van dit akkoord met Iran. Hierbij werd door de Raad benadrukt dat hoe dan ook moet worden voorkomen dat Iran een kernwapen ontwikkelt en dat het JCPOA daarbij de beste optie is. Veel lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun zorg uit over de vijfde schending van Iran onder het akkoord, waarmee Iran onder meer uranium tot 20% kan gaan verrijken. De Iraanse aankondiging dat de samenwerking met het Internationaal Atoomagentschap voortgaat, biedt daarbij nog een lichtpunt voor voortgaande samenwerking onder het nucleair akkoord. De E3 gaf daarbij aan te overwegen het geschillenbeslechtingsmechanisme in werking te stellen, niet met als doel het akkoord op te zeggen maar juist met het doel het akkoord in stand te houden en alle mogelijke instrumenten ervan te benutten om Iran terug te laten keren naar volledige implementatie van het akkoord.

Vliegtuigongeluk Teheran

Naar aanleiding van de tragische gebeurtenis met het toestel van Ukraine International Airlines in Iran op 8 januari jl. sprak de Raad condoleances uit voor de 176 slachtoffers en hun nabestaanden. Ook onderstreepte de Raad het belang van een allesomvattend en onafhankelijk onderzoek, en riep Iran op om volledige medewerking te verlenen.

Hormuz

Conform de motie van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 29 521, nr. 392) heeft Nederland zich in de Raad uitgesproken voor zo breed mogelijke politieke en militaire steun van Europese lidstaten voor de missie in de Straat van Hormuz. Een aantal lidstaten sloot zich aan bij deze oproep.

Naar boven