21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2062 MOTIE VAN DE LEDEN PLOUMEN EN VAN OJIK

Voorgesteld 10 oktober 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog geen mogelijkheid tot berechting is volgens de standaarden van het internationaal recht van IS-strijders en sympathisanten in Irak en Syrië en deze mogelijkheid niet binnen afzienbare tijd gerealiseerd zal worden;

overwegende dat er een reëel risico bestaat dat de gevangen IS-strijders en hun families zullen ontsnappen uit de kampen in Noordoost-Syrië;

overwegende dat hergroepering van strijders onder IS-vlag een groot risico is voor de veiligheid in de regio en voor de veiligheid van Nederland;

overwegende dat de overheid een taak heeft tot bescherming van kinderen wanneer ouders hiertoe niet in staat zijn, zoals opgenomen in het VN-Kinderrechtenverdrag;

verzoekt de regering, in Europees verband te komen met een plan van aanpak om hergroepering van IS-strijders te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ploumen

Van Ojik

Naar boven