21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2057 MOTIE VAN DE LEDEN VAN HELVERT EN VAN DER GRAAF

Voorgesteld 10 oktober 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat tijdens de aanstaande Raad Buitenlandse Zaken een reactie van de EU op de huidige ontwikkelingen in Syrië worden geformuleerd;

overwegende dat Nederland in de aanstaande Raad Algemene Zaken een afwijkende positie inneemt aangaande het openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië;

constaterende dat de Minister van Buitenlandse Zaken verhinderd is om naar beide belangrijke vergaderingen te gaan vanwege een handelsmissie naar India;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat ondanks de afwezigheid van de Minister van Buitenlandse Zaken Nederland op ministerieel niveau vertegenwoordigd wordt tijdens deze aanstaande RBZ en RAZ,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Helvert

Van der Graaf

Naar boven