21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1975 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2019

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 maart 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 maart 2019

China

De Europese Ministers van Buitenlandse Zaken zullen van gedachten wisselen over de EU-Chinarelatie ter voorbereiding van de EU-Chinatop die op 9 april in Brussel plaatsvindt. Het kabinet steunt een stevige EU-positie voor de Top, waarin voor Nederland cruciale punten als markttoegang, mensenrechten, WTO, klimaat, cyberveiligheid en geopolitieke kwesties op adequate wijze worden geadresseerd. Het kabinet hecht eraan dat voorafgaand aan de EU-Chinatop, zoals reeds voorzien, een mensenrechtendialoog plaatsvindt, om onder meer de situatie van de Oeigoeren te bespreken.

Het kabinet staat een meer strategische benadering van de EU-relatie met China voor en bepleit dat – in lijn met de door uw Kamer geuite wens – ook in Brussel. De EU-strategie voor China uit 2016 biedt daarvoor goede aanknopingspunten maar zal ook regelmatig tegen het licht moeten worden gehouden.

Moldavië

De Raad zal spreken over Moldavië. De discussie zal zich naar verwachting richten op het verloop van de parlementsverkiezingen van 24 februari jongstleden en op de noodzaak voor Moldavië de afgesproken hervormingen door te voeren. Volgens de OVSE zijn de verkiezingen zonder grote incidenten verlopen en werden fundamentele rechten overwegend gerespecteerd. Tegelijkertijd zijn er zorgen over berichten van intimidatie van oppositiekandidaten en omkoping, alsook het gebrek aan een gelijk speelveld voor oppositiepolitici. Het kabinet acht implementatie van hervormingen op gebied van rechtsstatelijkheid en corruptiebestrijding in Moldavië essentieel en blijft inzetten op conditionaliteit, dat wil zeggen op een koppeling van EU-steun aan voortgang in dit hervormingsproces.

Venezuela

De Hoge Vertegenwoordiger zal tijdens de Raad spreken over de recente ontwikkelingen in Venezuela in relatie tot de International Contact Group. De groep heeft, naar aanleiding van de eerste technische missie in februari, besloten de doelstellingen onder te verdelen in twee trajecten. Het eerste traject is gericht op het onderzoeken van de mogelijkheden om tot eerlijke en transparante presidentsverkiezingen te komen. Het tweede traject is gericht op het onderzoeken van de mogelijkheden van humanitaire hulpverlening. Hierbij worden internationaal geldende humanitaire beginselen in acht genomen en wordt uitdrukkelijk gekeken naar mogelijkheden om met internationale organisaties samen te werken. Gelet op de Koninkrijksdimensie van de crisis in Venezuela neemt Nederland deel aan het tweede traject en de hiertoe opgerichte werkgroep. Bij beide trajecten speelt het Maduro-bewind een belangrijke rol. Nederland onderkent om die reden het belang van het behoud van een dialoog met het Maduro-bewind, maar zet zich tegelijkertijd in voor het verhogen van de druk op het Maduro-bewind, onder meer via Europese persoonsgerichte sancties.

Op 6 maart is de Duitse ambassadeur in Caracas persona non grata verklaard. Nederland wijst dit besluit nadrukkelijk af. In een verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger van 7 maart wordt het besluit scherp veroordeeld en betuigt de EU volledige solidariteit met Duitsland.

Jemen

Op verzoek van Frankrijk zal gesproken worden over de situatie in Jemen. In het bijzonder zal men stilstaan bij de uitdagingen rondom de implementatie van de Stockholm-akkoorden en de manier waarop de EU dit proces kan ondersteunen. VN Gezant Griffiths blijft optimistisch en stelt dat er geen sprake is van een toename van geweld rondom onder meer Hodeidah. Nederland zal het belang van een inclusieve politieke oplossing blijven benadrukken en zal ook opnieuw aandacht vragen voor de noodzaak om vrouwen te betrekken bij het vredesproces. Nederland zal, o.a. conform de motie van het lid Van Ojik c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1368), opnieuw aandringen op een restrictief wapenexportbeleid.

Overig

Syrië Brussel III conferentie

Het kabinet maakt graag van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de zogenoemde «Brussel-III»-conferentie die van 12–14 maart aanstaande plaatsvindt over de toekomst van Syrië en de regio. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal deelnemen aan de ministeriële dag op 14 maart. De Nederlandse inzet voor de conferentie is meerledig. Allereerst is het van belang voor Nederland dat gemeenschappelijke EU-standpunten, bijvoorbeeld ten aanzien van wederopbouw en terugkeer van vluchtelingen, ferm overeind blijven. Juist nu Assad op een militaire overwinning afstevent maar van duurzame vrede allerminst sprake is, is het herbevestigen van de EU-standpunten van groot belang. Voorts zal Nederland het belang van een door de VN geleid politiek proces onderstrepen. Daarnaast is ook aandacht nodig voor «accountability» en het vergroten van de impact van de EU-lidstaten op dit terrein. Nederland is medeorganisator van een side-event over accountability. Ook zal Nederland aandacht vragen voor de effecten van het voortdurende conflict op de landen in de regio en de noodzaak tot het stimuleren van het creëren van werkgelegenheid en inclusieve economische groei. Tot slot acht Nederland het van belang dat er niet alleen óver Syrië wordt gesproken maar ook met Syriërs over de toekomst van hun land. In dat licht zet Nederland in op de participatie van het Syrische maatschappelijke middenveld bij de conferentie.

Verslag EU-LAS Top 24–25 februari 2019

Daarnaast maakt het kabinet graag van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de eerste Top tussen de EU en de Arabische Liga (LAS) die op 24 en 25 februari plaatsvond in Sharm el-Sheikh. De Top werd voorgezeten door EU-president Tusk en Egyptisch president Sisi, geflankeerd door Secretaris-Generaal van de LAS en Commissievoorzitter Juncker. Er werd gesproken over grensoverschrijdende uitdagingen zoals migratie, klimaatverandering en veiligheid, alsook over regionale conflicten (ref. gezamenlijke slotverklaring1). Nederland onderstreepte het belang van samenwerking op het gebied van klimaat en migratie en benadrukte de noodzaak van het respecteren van mensenrechten voor duurzame vrede en veiligheid in de regio. De volgende Top tussen de EU en Arabische Liga zal in 2022 in Brussel plaatsvinden.

Naar boven