21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1965 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID OUWEHAND TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 1960

Voorgesteld 21 februari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ten tijde van het Oekraïneverdrag van diverse zijden indringend gewaarschuwd is tegen het risico van grootschalige export van Oekraïense kipproducten (vlees en eieren) door met name het bedrijf MHP naar de EU,

overwegende dat Oekraïne tegen veel lagere standaarden kan produceren (bijvoorbeeld door de in de EU verboden legbatterij) en zo oneerlijke concurrentie vormt voor Nederlandse pluimveehouders,

overwegende dat het kabinet verzuimd heeft het «Nee» van de Nederlandse kiezer tegen het associatieverdrag om te zetten in een juridisch bindende verklaring die de grootschalige export van van kipproducten naar de Nederlandse markt voorkomt,

overwegende dat Nederland een bijzondere positie innam en -neemt ten aanzien van het Oekraïneverdrag, gelet op de op haar verzoek opgestelde juridisch bindende verklaring die evenals het verdrag niet bestand blijkt jegens grootschalige export van Oekraïense kipproducten,

overwegende, dat de Europese Commissie gaat heronderhandelen met Oekraïne over het verdrag en in november 2018 al een onderhandelingsinzet heeft voorgesteld aan de Raad van Ministers,

verzoekt de regering, binnen de EU zodanige eisen tot heronderhandeling te stellen, dat de grootschalige import van Oekraïens vlees en eieren nog dit jaar stopt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ouwehand

Naar boven