21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1963 MOTIE VAN DE LEDEN VAN HELVERT EN VOORDEWIND

Voorgesteld 20 februari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Verenigde Staten Europese landen hebben opgeroepen de ISIS-strijders in gevangenschap terug te nemen en te berechten;

van mening zijnde dat hiermee een nieuw momentum voor actie is gecreëerd;

van mening zijnde dat dit probleem ook geldt voor andere Europese landen;

constaterende dat de bewijzenbanken voor genocide in Syrië en Irak zijn;

van mening zijnde dat lokale berechting, in Syrië en Irak, de voorkeur geniet;

constaterende dat genocide onder het verdrag van Parijs uit 1948 een schending is van internationaal recht en alle partijen verplicht tot berechting en bestraffing;

van mening zijnde dat de internationale gemeenschap de lokale berechting kan versterken via een internationaal mechanisme;

verzoekt de regering, zich in te zetten om draagvlak in de Raad Buitenlandse Zaken te vinden in Europa om tot een voorstel te komen voor een internationaal mechanisme in Syrië en/of Irak ter berechting van gevangen genomen ISIS-strijders en de Kamer over de voortgang te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Helvert

Voordewind

Naar boven