21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1927 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2018

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken inclusief Art. 50 van 12 november 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD ALGEMENE ZAKEN ARTIKEL 50 VAN 12 NOVEMBER 2018

RAAD ALGEMENE ZAKEN

Voorbereiding Europese Raad 13-14 december

De RAZ heeft de ontwerpagenda van de ER van 13-14 december besproken. De inhoudelijke voorbereiding van deze ER vindt pas plaats tijdens de RAZ van 11 december a.s.

Nederland heeft in de RAZ gepleit voor bespreking van de Interne Markt op de komende ER en heeft aangekondigd een bijdrage te zullen leveren voor de conclusies. Het Nederlandse pleidooi werd ondersteund door 16 lidstaten die stelden dat de Interne Markt belangrijk is voor het concurrentievermogen van de EU en voor de industrie, er zou dan ook meer aandacht moeten zijn voor het succes van het Interne Markt beleid. Lidstaten plaatsten verder accenten op het belang van een koppeling met digitaal beleid en de dienstensector.

De RAZ besprak als onderdeel van de voorbereiding van de ER ook de maatschappelijke consultaties met betrekking tot de toekomst van de EU, die afgelopen maanden in lidstaten zijn georganiseerd. Een aantal lidstaten ging in op de wijze waarop deze consultaties nationaal zijn uitgevoerd, en de mogelijkheid om de uitkomsten te bespreken tijdens de ER. Vooralsnog staan de uitkomsten van de maatschappelijke consultaties tentatief genoemd als informatiepunt op de agenda van de ER. In Nederland is invulling gegeven aan de consultaties door onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het Verwey Jonker Instituut. Het kabinet zal uw Kamer apart informeren over deze uitkomsten.

Nederland heeft verzocht om conclusies over klimaat naar aanleiding van de publicatie van de lange termijn klimaatstrategie die de Commissie heeft aangekondigd voor eind november, en waarom de ER van maart dit jaar heeft verzocht. De Nederlandse wens kreeg beperkte steun.

MFK

De RAZ besprak de voortgang in de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) op basis van een door het Oostenrijks Voorzitterschap opgestelde notitie1. Deze notitie noemt belangrijke openstaande punten bij het opstellen van het onderhandelingsdocument tot nu toe. Dit document moet uiteindelijk alle budgettaire en horizontale uitgangspunten en opties beslaan die integrale, politieke besluitvorming vereisen. Vele lidstaten namen het woord en gaven hun visie op de belangrijke elementen die dit document, en daarmee een toekomstig akkoord over het MFK, moet bevatten. Het krachtenveld lijkt nagenoeg stabiel. De posities lopen op verschillende punten uiteen, bijvoorbeeld over de mate waarin sterkere reflectie van nieuwe prioriteiten modernisering en bezuinigingen op andere beleidsterreinen impliceert. Verschillende lidstaten zijn voorstander van een kleinere begroting als gevolg van Brexit, daar waar andere lidstaten juist behoud van voldoende middelen verdedigen. Conform de eigen onderhandelingsinzet stelde Nederland dat een moderne en financieel houdbare begroting ambitieuze modernisering en bezuinigingen vraagt. Ook bepleitte Nederland dat het nieuwe MFK fondsen sterker moet koppelen aan de migratieafspraken, rechtsstatelijkheid en structurele hervormingen onder het Europees Semester. De RAZ van december zal zich opnieuw over de voortgang in de onderhandelingen en vormgeving van het onderhandelingsdocument buigen. Naar verwachting zal vervolgens ook de ER de voortgang bespreken.

Europees semester 2019

Het Oostenrijkse EU-voorzitterschap en het inkomende Roemeense EU-voorzitterschap presenteerden de roadmap voor het Europees Semester 2019. De roadmap zet de bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden uiteen. De inkomend voorzitter kondigde aan in 2019 thematische discussies te willen organiseren over milieu en concurrentievermogen, wat moet leiden tot ER-conclusies in het voorjaar. De Commissie stelde dat voor alle lidstaten de economische groeiprognoses positief zijn, maar dat er zowel interne als externe risico’s bestaan waarop de EU zich dient voor te bereiden. In het herfstpakket dat de Commissie op 21 november presenteert zal prioriteit liggen op het aantrekken van investeringen om groei te bevorderen. Daarnaast blijft de hervormingsagenda essentieel, inclusief adequaat begrotingsbeleid. Er waren verder geen interventies van lidstaten.

Commissie werkprogramma 2019

De Commissie gaf een presentatie van het Commissie werkprogramma 2019, met de titel «Beloften nakomen en de toekomst voorbereiden». Dit werkprogramma bouwt voort op State of the Union toespraak van de Voorzitter van de Commissie, en de intentieverklaring van de Commissie. De nadruk in het werkprogramma ligt op het leveren van resultaten ten aanzien van de strategische prioriteiten. Daarbij noemde de Commissie onder anderen de voorstellen in het licht van Brexit, het werk op de betere regelgeving agenda, migratie, en desinformatie. Nederland heeft deze benadering van de Commissie onderschreven, gezien de verkiezingen van het Europees Parlement in mei. Tegelijkertijd heeft Nederland gesteld de voorgenomen voorstellen van de Commissie voor aanpassing van stemregels op het gebied van belastingen en sociaal beleid niet te steunen, conform de wens van de Kamer, zoals uitgedrukt in de motie Maeijer. Uw Kamer wordt geïnformeerd over de kabinetsappreciaties van Commissie voorstellen via BNC-fiches.

Subsidiariteit

De Commissie heeft een presentatie gegeven over haar mededeling over het rapport van de door Commissievoorzitter Juncker in 2017 ingestelde Taskforce inzake subsidiariteit, evenredigheid en minder en efficiënter optreden. De taskforce heeft negen aanbevelingen gedaan, waaronder een voorstel tot de toepassing van een «assessment grid» en een grotere rol voor regionale en lokale overheden. Uw Kamer heeft in september een kabinetsappreciatie ontvangen van dit rapport.2 De Commissie gaf aan haar subsidiariteitstoets voortaan in een standaard structuur te presenteren. Verder zal zij bestaande wetgeving (incl. delegatie- en uitvoeringshandelingen) gaan toetsen op subsidiariteit. De Commissie sprak de hoop uit dat de Raad en het Europees Parlement hun wetgevingsvoorstellen/amendementen ook op subsidiariteit zullen gaan toetsen. Verder zou de Commissie graag mogelijkheden voor meer transparantie in het besluitvormingsproces onderzoeken. De inzet van de Commissie kon op steun rekenen bij de lidstaten. Nederland heeft waardering uitgesproken voor het werk van de Commissie en voor de follow-up die het EU-voorzitterschap hieraan geeft. Daarnaast heeft Nederland gepleit voor een flexibelere omgang van de 8 weken termijn waarbinnen nationale parlementen subsidiariteitsbezwaren kunnen indienen (Protocol 2, artikel 6) om het nationale democratische proces meer ruimte te bieden voor reflectie van nationale parlementen. Andere lidstaten intervenieerden niet op dit punt. Verder heeft Nederland gepleit voor meer transparantie van het wetgevingsproces. Het Oostenrijkse voorzitterschap heeft aangegeven na te gaan denken over verdere opvolging van de mededeling in het licht van de uitkomsten van de conferentie in Bregenz op 15 en 16 november jl.

Jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog

In aanwezigheid van de directeur van het EU-Grondrechtenagentschap voerde de Raad zijn jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog, waarbij een groot aantal lidstaten het woord voerde. Het Voorzitterschap had als thema «Vertrouwen in Publieke Instituties en de Rechtsstaat» gekozen. Nederland benadrukte tijdens de dialoog het belang van respect voor de rechtsstaat voor het vertrouwen dat burgers hebben in hun instituties. Het is van groot belang dat lidstaten werken aan versterking van dat vertrouwen, onder meer door het bevorderen van goed bestuur, transparantie en een vrije pers. Voor iedere regering die democratie serieus neemt, dient mediavrijheid en de veiligheid van journalisten een topprioriteit te zijn, zo onderstreepte Nederland in zijn bijdrage. In 2016 is afgesproken dat de dialoog in 2019 onder Fins voorzitterschap opnieuw zal worden geëvalueerd.

Rechtsstaat/Polen Artikel 7

De Commissie gaf een korte uiteenzetting van de actuele situatie in Polen met betrekking tot de rechtsstaat sinds de vorige RAZ d.d. 16 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1910), en stelde helaas geen positieve ontwikkelingen te kunnen rapporteren. Daarbij kwamen ook de recente voorlopige maatregelen aan de orde die het Europees Hof van Justitie heeft opgelegd in het kader van de kortgedingprocedure die onderdeel uitmaakt van de inbreukprocedure van de Commissie inzake de Poolse Wet op het Hooggerechtshof. Polen gaf aan te werken aan opvolging van deze opgelegde voorlopige maatregelen. De Commissie heeft het voorzitterschap gevraagd een derde hoorzitting met Polen te agenderen voor de komende RAZ in december om de aanhoudende zorgen rond de rechtsstaat in Polen wederom in het kader van de Raad te bespreken. Nederland zal een derde hoorzitting steunen. Het Oostenrijkse voorzitterschap concludeerde dat in het kader van de voorbereidingen op de RAZ van december op dit onderwerp zal worden teruggekomen.

Waarden van de Unie/Hongarije Artikel 7

Voorafgaand aan de RAZ werd het Europees Parlement in de gelegenheid gesteld om zijn met redenen omklede voorstel inzake Hongarije toe te lichten. Nederland had hiervoor samen met andere lidstaten tijdens de vorige Raad voor gepleit, en was op deze bijeenkomst op ministerieel niveau vertegenwoordigd. Tijdens de formele Raadsvergadering zelf gaf de Commissie, conform het verzoek van het Voorzitterschap gedaan tijdens de vorige RAZ, een kort overzicht van de lopende inbreukprocedures tegen Hongarije. Hongarije deelde zijn schriftelijke reactie op het met redenen omklede voorstel van het Europees Parlement dat de artikel 7-procedure tegen Hongarije heeft ingeleid. Nederland en een aantal andere lidstaten uitten zorgen over de situatie in Hongarije, en vroegen het Oostenrijkse voorzitterschap met een voorstel te komen voor verdere behandeling in Raadsverband. Nederland heeft tevens aangegeven dat lastercampagnes tegen individuen die opkomen voor de rechtsstaat onacceptabel zijn. De voorzitter concludeerde dat in het kader van de voorbereidingen op de RAZ van december op dit onderwerp zal worden teruggekomen.

RAAD ALGEMENE ZAKEN IN ARTIKEL 50 SAMENSTELLING

Tijdens de RAZ in Artikel 50 samenstelling lichtte hoofdonderhandelaar Barnier de stand van zaken in de Brexit-onderhandelingen toe. Hij gaf aan dat de onderhandelingen zich in een kritieke fase bevinden. Het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Commissie namens de EU27 onderhandelden de afgelopen weken intensief over de laatste openstaande punten van het terugtrekkingsakkoord en de inhoud van de geannoteerde schets van de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK. Dit had echter nog niet geleid tot een akkoord tussen de onderhandelaars. Gezien de gevoeligheid van de onderhandelingen kon hij niet gedetailleerd in gaan op de openstaande punten.

Wel ging de Europese Commissie in op de verdere procedure in het geval de onderhandelaars een voorlopig akkoord bereiken. De tekst van het terugtrekkingsakkoord en de geannoteerde schets van de politieke verklaring worden in dat geval gepubliceerd onder verantwoordelijkheid van de onderhandelaars. Daarna volgt bespreking met de lidstaten in de Raad en met het Europees Parlement. Als de heer Barnier als onderhandelaar vaststelt dat «decisive progress» is behaald, kan de heer Tusk een extra ER convoceren. Er zal dan ook meteen een proces in gang gezet worden om de geannoteerde schets samen met de lidstaten om te zetten in een politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK.

Ten aanzien van de voorbereidingen van een no deal scenario, kondigde hoofdonderhandelaar Barnier de publicatie op korte termijn aan van een mededeling over de voorbereidingen op de terugtrekking van het VK uit de EU.3

De Raad sprak zijn steun uit voor het harde werk van de heer Barnier en zijn team en onderstreepte het belang van de eenheid van de EU27 in deze kritieke fase van de onderhandelingen. Veel lidstaten, waaronder Nederland, vroegen voldoende tijd om eventuele teksten gedetailleerd te kunnen bestuderen en met de Commissie door te spreken, mede met het oog op het informeren van nationale parlementen. Het Oostenrijkse voorzitterschap gaf aan bereid te zijn tot het organiseren van een extra RAZ in artikel 50 samenstelling als daartoe aanleiding is in de onderhandelingen. Voor wat betreft de voorbereidingen op een no deal scenario verwelkomden de lidstaten de reeks preparedness seminars op technisch niveau in de Raadswerkgroep in Artikel 50 samenstelling en riepen zij de Commissie op nadere invulling te geven aan een coördinerende rol in de voorbereidingen op dit scenario.

Toezegging informeren pretoetredingssteun Turkije

Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om vervolg te geven aan de toezegging uw Kamer te informeren over de besteding van Europese gelden die via de Turkse overheid lopen (Kamerstuk 23 987, nr. 215), en aan de toezegging uw Kamer te informeren over de concrete programmering voor Turkije voor 2018 zodra de cijfers bekend zijn (zie onder andere Kamerstuk 21 501-03, nr. 121). De Commissie heeft inmiddels precieze voorstellen voor de pretoetredingssteun aan Turkije in 2018 gedaan.

Het jaarprogramma 2018 bedraagt EUR 98,4 mln en bevat de volgende componenten: co-financiering van Turkse deelname aan Erasmus+ (EUR 63 mln); studiebeurzen voor Turken om in EU-lidstaten studies gerelateerd aan het EU-acquis te volgen (EUR 12 mln); steun aan fundamentele rechten in Turkije door (1) het tegengaan van schendingen van het EVRM en (2) bescherming van slachtoffers van mensenhandel (EUR 10 mln in totaal); en projecten voor verbetering van energie-efficiëntie en gebruik van hernieuwbare energiebronnen (EUR 13,4 mln). De Commissie stelt voor deze steun via de Turkse overheid te laten lopen, middels de speciaal voor het beheer van EU-middelen opgerichte Central Finance and Contracts Unit (CFCU).

Daarnaast stelt de Commissie voor EUR 12,4 mln aan steun voor aan het maatschappelijke middenveld in Turkije middels het Civil Society Facility and Media Programme, zonder tussenkomst van de Turkse overheid.

Vier meerjarenprogramma’s (in totaal EUR 145 mln) geven steun aan werkgelegenheid, onderwijs en sociaal beleid (EUR 40 mln), transport (EUR 22,7 mln), concurrentievermogen en innovatie (EUR 33,3 mln), en milieu en klimaat (EUR 49 mln). De steun gaat ook via het CFCU.

De programma’s zijn alle gekort ten opzichte van de oorspronkelijke allocaties. Het totaalbedrag van IPA-middelen voor Turkije in 2018 is nagenoeg gehalveerd, en komt op EUR 255,8 mln, na een korting van EUR 253 mln. Tevens zijn de programma’s voor een belangrijk deel ingezet voor de bevordering van de rechtstaat, fundamentele vrijheden en maatschappelijk middenveld in Turkije. De Commissie geeft daarmee uitvoering aan het verzoek van de ER van 19 en 20 oktober 2017 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1260).


X Noot
2

Kamerbrief van 7 september 2018 (Kamerstuk 22 112, nr. 2690).

X Noot
3

COM(2018) 880 final, gepubliceerd op 14 november 2018, Mededeling: Preparing for the withdrawal of the United Kingdom from the European Union on 30 March 2019: a Contingency Action Plan.

Naar boven