21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1913 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2018 alsmede de voortgangsrapportage handelsakkoorden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 9 NOVEMBER 2018

Op 9 november 2018 vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Brussel. Op de agenda staan de modernisering van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO) en de stand van zaken van de lopende onderhandelingen ten aanzien van de multilaterale hervorming van het Investor-State Dispute Settlement (ISDS), de vrijhandelsakkoorden met Nieuw-Zeeland, Indonesië en Vietnam, alsook het associatieakkoord met Mercosur.

Tijdens de Raad zal het Voorzitterschap ook een toelichting geven op de voortgang van een aantal lopende wetgevingstrajecten op het terrein van internationale handel, te weten het voorstel voor een EU-kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen, het voorstel voor een horizontale Verordening voor bilaterale vrijwaringsmechanismes en de modernisering van de «Dual Use»-Verordening. Daarnaast zal de Commissie het jaarlijkse rapport over de implementatie van EU-handelsakkoorden presenteren.

Voorts zal tijdens de lunch worden gesproken over de stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en de Verenigde Staten.

WTO Modernisering

Tijdens de Raad zal de Commissie rapporteren over de lopende initiatieven rondom de modernisering van de WTO. De EU hecht aan het multilaterale handelssysteem, neemt een actieve rol in bij de modernisering ervan en is op meerdere fronten actief. De Commissie werkt met internationale partners aan concrete voorstellen op basis van het moderniseringspaper (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1906). De Raad is eensgezind in haar steun voor de moderniseringsvoorstellen van de Commissie. De eerste prioriteit van de Commissie ligt bij het vinden van een oplossing voor het WTO-beroepslichaam (Appellate Body). Hiertoe heeft de Commissie een voorstel opgesteld. De oplossingen die de EU hierin voorstelt zijn voornamelijk procedureel van aard en doen geen afbreuk aan de onafhankelijke en juridisch bindende aard van geschillenbeslechting. Ook werkt de EU samen met de VS en Japan in trilateraal verband aan een voorstel over transparantie. In dit voorstel worden verschillende maatregelen genoemd ter verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van notificaties. Eén van de voorstellen ziet toe op het creëren van de mogelijkheid om nader te ontwikkelen sancties op te leggen aan WTO-leden die willens en wetens herhaaldelijk in gebreke blijven ten aanzien van hun notificatieverplichtingen. Gedacht kan worden aan naming and shaming of het uitsluiten van deze leden voor voorzitterschapsposities van WTO-comités. Daarnaast probeert de EU met China tot een gemeenschappelijke WTO-agenda te komen. Een eerste bespreking van de EU-China werkgroep vond op 10 oktober jl. plaats. Tot slot, is de EU betrokken bij een Canadees initiatief om met constructieve partijen te spreken over oplossingen.

Tijdens de RBZ handel geeft de Commissie een terugkoppeling van de eerste gesprekken die op basis van deze voorstellen zijn gevoerd. Nederland steunt de proactieve houding van de Commissie in de WTO en steunt de inzet van de Commissie. Nederland hecht grote waarde aan betrokkenheid van het brede WTO-lidmaatschap om zo de benodigde legitimiteit voor het moderniseringsproces te waarborgen.

Stand van zaken lopende onderhandelingen

Eurocommissaris Malmström zal tijdens de Raad ingaan op de lopende onderhandelingen met Nieuw-Zeeland, Indonesië, Mercosur en Vietnam, alsook de multilaterale hervorming van Investor-State Dispute Settlement (ISDS).

De onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met Nieuw-Zeeland zijn afgelopen zomer gestart nadat de Raad op 22 mei 2018 het onderhandelingsmandaat had vastgesteld. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot 12 oktober 2018 in Wellington waarbij alle voorziene hoofdstukken van het handelsakkoord zijn besproken. De Commissie zal als gebruikelijk een verslag van de onderhandelingen publiceren op haar website. De volgende onderhandelingsronde is voorzien in februari 2019 en zal plaatsvinden in Brussel.

Met Indonesië onderhandelt de Commissie sinds juli 2016 over een handelsakkoord. De zesde onderhandelingsronde tussen de EU en Indonesië vond plaats van 15 tot 19 oktober 2018 in Palembang, Indonesië. Tijdens de vorige ronde van 9 tot 13 juli 2018 in Brussel hebben de partijen voor het eerst een markttoegangsaanbod uitgewisseld. Nederland streeft naar een gebalanceerd akkoord, waarin onder andere samenwerking op het terrein van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede lagere invoertarieven voor zuivelproducten, gesneden bloemen en machines zijn meegenomen. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk dat in de onderhandelingen goede afspraken worden gemaakt over handel en duurzame ontwikkeling. Zo moet een toekomstig akkoord kunnen bijdragen aan de verduurzaming van palmolieproductie. Onderhandelingen over handel en duurzame ontwikkeling bevinden zich echter nog in een vroeg stadium.

Van 10 tot en met 14 september 2018 heeft in Montevideo de laatste onderhandelingsronde plaatsgevonden tussen de EU en Mercosur over een associatieakkoord met daarin een handelsakkoord. Uit deze en voorgaande onderhandelingsrondes in juni en juli, bleek dat er geen akkoord kon worden gesloten voor de Braziliaanse verkiezingen in oktober 2018. De EU en Mercosur hebben nog geen overstemming kunnen bereiken over de resterende openstaande punten, waaronder: markttoegang voor zuivel, auto’s en auto-onderdelen, maritieme diensten en bescherming van geografische aanduidingen. Verder hoopt Mercosur op verbeterde markttoegang voor rundvlees. De Europese Commissie heeft aangegeven zich in te blijven zetten om een akkoord af te kunnen sluiten. De datum van de volgende onderhandelingsronde is nog onbekend.

De onderhandelingen over het handelsakkoord en investeringsakkoord met Vietnam zijn afgerond. Het handelsakkoord is een veelomvattend en gebalanceerd akkoord. Wanneer het akkoord in werking treedt, worden bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden gradueel afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord tussen de EU en Singapore. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System. Alvorens de EU over kan gaan tot ondertekening dient de Raad hiermee in te stemmen en dient het Europees Parlement geïnformeerd te worden. Op 17 oktober 2018 heeft de Commissie een Raadsbesluit ter ondertekening voorgelegd. Indien de Raad hiermee instemt, kan het akkoord ondertekend worden. Na ondertekening volgt het goedkeuringsproces. Het Europees Parlement dient beide akkoorden goed te keuren. Vervolgens kan het handelsakkoord in werking treden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het eerst nog door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.

Voorts zal de Commissie de Raad informeren over de stand van zaken van de United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL)-besprekingen over de multilaterale hervorming van ISDS. De UNCITRAL-werkgroep heeft de bestaande zorgen over ISDS geïdentificeerd. Op technisch niveau zal van 29 oktober tot en met 2 november 2018 worden gesproken over de wenselijkheid van hervorming en over mogelijke oplossingen om geïdentificeerde zorgen te adresseren. De agenda en bijbehorende stukken zijn openbaar.1 Belanghebbenden en geïnteresseerde partijen, zoals maatschappelijke organisaties, kunnen deelnemen aan de besprekingen. De EU en het kabinet streven, conform het vastgestelde en gepubliceerde EU-onderhandelingsmandaat, naar de oprichting van een multilateraal investeringshof (nr. 12981/17).

Commissie rapport over implementatie vrijhandelsakkoorden

De Commissie zal tijdens de Raad een presentatie geven van het jaarlijkse rapport over de implementatie van alle EU-handelsakkoorden die in werking zijn. Dit rapport is in november 2017 voor het eerst gepubliceerd en gaat in op hoe de verschillende handelsakkoorden in de praktijk functioneren. In het rapport wordt onder andere aandacht besteed aan besprekingen in het kader van handel en duurzame ontwikkeling, gebruik van tariefcontingenten door Europese ondernemers en bijeenkomsten van verschillende comités onder de handelsakkoorden. Dit jaar wordt ook stilgestaan bij de implementatie van het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA), het handelsakkoord tussen de EU en Canada dat sinds 21 september 2018 een jaar voorlopig wordt toegepast. Op het moment van schrijven is het rapport nog niet beschikbaar.

Nederland steunt het initiatief van de Commissie en heeft zelf onderzoek laten uitvoeren door Ecorys naar de belemmeringen die Nederlandse bedrijven ervaren bij het gebruik van handelsakkoorden. Uw Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstukken 31 985, nr. 58). Ook vindt Nederland het belangrijk dat wordt stilgestaan bij de implementatie van afspraken over handel en duurzame ontwikkeling. Onder andere lidstaten is hier ook brede steun voor.

Terugkoppeling wetgevingsprocessen

Europese investeringstoetsing

Op 13 september 2017 publiceerde de Commissie haar voorstel voor een Verordening inzake de toetsing van Foreign Direct Investments (FDI) in de EU (voorstel nummer COM(2017)487). Nadat de Raadspositie ten aanzien van het voorstel op 13 juni 2018 in COREPER (Comité van Permanente Vertegenwoordigers bij de EU) was vastgesteld en het Comité inzake Internationale Handel van het Europees Parlement (INTA) op 28 mei de positie van het Europees Parlement had geformuleerd, kon de triloog op 10 juli 2018 van start gaan. Het Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voortgang in de triloog. De Raad, de Commissie en het Europees Parlement zetten in op een afronding van de triloog en aanname van de Verordening tijdens de huidige legislatuur.

Horizontale Verordening over bilaterale vrijwaring

Op 24 oktober 2018 is in het COREPER de Raadspositie vastgesteld ten aanzien van het voorstel voor een horizontale Verordening over bilaterale vrijwaring2. Het INTA-comité van het Europees Parlement heeft op 11 oktober 2018 haar standpunt ten aanzien van het voorstel bepaald.3 Dit is op 22 oktober 2018 door het Europees Parlement in de plenaire vergadering aangenomen.

Op basis van de definitieve standpunten van de Raad en het Europees Parlement kunnen de triloogonderhandelingen over de definitieve wetgeving naar verwachting begin november van start gaan.

Modernisering Dual Use Verordening

Eurocommissaris Malmström zal tijdens de Raad de lidstaten oproepen om na twee jaar onderhandelen snel met een gemeenschappelijk standpunt te komen over de modernisering van de Dual Use Verordening. Over één van de belangrijkste wijzigingen in het Commissievoorstel (nr. 2016/0295), te weten het onder exportcontrole brengen van cybersurveillance technologie om mensenrechtenschendingen tegen te gaan, bestaat geen overeenstemming tussen de lidstaten. Kern van de tegenstand tegen het Commissievoorstel is gelegen in de verwachte gevolgen voor de industrie en de nationale veiligheid, alsmede in de samenloop met bestaande multilaterale exportcontrole regimes. Voorts bestaat bredere zorg over de uitvoerbaarheid van het Commissievoorstel. Uw Kamer is hierover op 29 augustus 2018 geïnformeerd (Kamerstuk 22 112, nr. 2686). Nederland is actief pleitbezorger van snelle besluitvorming, inclusief uitbreiding van de Verordening naar cybersurveillance technologie. Daartoe voert Nederland intensief bilateraal overleg met die lidstaten die bedenkingen hebben bij de modernisering en met leden van het Europees Parlement.

Overig

Lunch EU-VS handelsbetrekkingen

Ten slotte biedt de RBZ handel gelegenheid om op politiek niveau de EU-VS handelsbetrekkingen te bespreken. De Commissie zal terugblikken op de gesprekken die in oktober zijn gevoerd door de executive working group over de implementatie van de verklaring tussen de voorzitter van de Europese Commissie Juncker en president Trump van 25 juli 2018. De volgende ontmoeting tussen Eurocommissaris Malmström en de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger (United States Trade Representative) Lighthizer is voorzien voor de tweede helft van november.

Het kabinet heeft altijd ingezet op voortzetting van de dialoog tussen de EU en de VS, gericht op verbetering van de onderlinge handelsrelatie. Het kabinet verwelkomt deze dialoog dan ook als een constructieve stap voorwaarts. Nederland zal in de RBZ handel aandringen op maximale transparantie. Mochten de verkennende gesprekken leiden tot formele onderhandelingen dan heeft de Commissie een mandaat van de Raad nodig.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – oktober 2018

Deze bijlage bevat EU-handelsakkoorden die nog niet in werking zijn getreden en waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een Milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zicht op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (landing zones) geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot in december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.4 Het doel van het akkoord is onder meer afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21ste onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.5 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Een interim-EPA is beperkt in reikwijdte (vaak alleen bepalingen over goederen en ontwikkelingssamenwerking en is gericht op een beperkt aantal landen in de regio) terwijl een volledige EPA doorgaans betrekking heeft op meerdere onderwerpen, waaronder handel in goederen en diensten, investeringen, intellectueel eigendom, duurzaamheid en aanbestedingen, en een gehele regio beslaat.

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In Centraal Afrika zijn de onderhandelingen over een volledige EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Kameroen op dit moment een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 16 landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de ECOWAS) over een EPA. De juridische revisie van de uitkomst is door beide partijen afgerond en de EPA dient nog door Nigeria en Mauritanië ondertekend te worden. Gambia heeft op 8 augustus 2018 ondertekend. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer de ECOWAS-lidstaten het akkoord allemaal getekend hebben en wanneer minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In afwachting van een volledige EPA, zijn de reeds bestaande interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust in september 2016 tot stand gekomen. Beide interim-EPA’s worden voorlopig toegepast (Ivoorkust per 3 september 2016 en Ghana per 15 december 2016).

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de 5 landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. De EPA wacht nu op ondertekening door de EAC-landen, waarna het akkoord geratificeerd dient te worden. Tanzania heeft tot op heden echter aangegeven nog niet klaar te zijn om te tekenen, omdat het land eerst meer informatie wil over de gevolgen van Brexit op het EPA-proces. Daarom wordt zowel in EAC-verband als tussen de EU en Tanzania overleg gepleegd om de impasse te doorbreken. Na ratificatie door de EAC-lidstaten zal het akkoord na goedkeuring van het Europees Parlement voorlopig toegepast worden.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd gaande. In afwachting van een volledige EPA is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een interim-EPA van kracht.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

Na bijna 15 jaar onderhandelen is er eind 2014 een akkoord bereikt met de 6 landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio (de Southern African Development Community, SADC) over een EPA. De EPA is in juni 2016 tot stand gekomen en wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. In de EU-lidstaten zal, aangezien het een gemengd akkoord betreft, de nationale goedkeuringsprocedure worden opgestart.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvatte diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking voor landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013. Er is geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming. In oktober 2012 trad daarnaast een separaat akkoord in werking op het gebied van landbouw en visserij. Op 21 december 2016 heeft het EU-Hof geoordeeld dat het associatieakkoord géén betrekking heeft op producten uit de Westelijke Sahara. De Commissie heeft daarop op 11 juni 2018 voorstellen aan de Raad voorgelegd, waarmee de geografische reikwijdte van twee protocollen (import, oorsprongsregels) bij het associatieakkoord met Marokko wordt uitgebreid naar de Westelijke Sahara. De Raad heeft op 16 juli 2018 het besluit tot ondertekening namens de Unie vastgesteld en is nog in afwachting van de vereiste goedkeuring door het Europees Parlement om het besluit tot sluiting van het akkoord vast te kunnen stellen.

Daarnaast hebben onderhandelingen plaatsgevonden over een nieuw EU-visserijprotocol met Marokko en wijziging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, zodat deze tevens van toepassing is op de wateren grenzend aan de Westelijke Sahara. Dit was nodig omdat het EU-hof heeft geoordeeld dat de visserijpartnerschapsovereenkomst niet van toepassing is op de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara. De Europese Commissie heeft voorstellen voor Raadsbesluiten tot ondertekening en sluiting van de gewijzigde partnerschapsovereenkomst en het protocol aan de Raad voorgelegd. Nederland bestudeert deze voorstellen momenteel.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. EU-tekstvoorstellen zijn online te vinden.6 Dit geldt tevens voor de resultaten van een consultatie met belanghebbenden.7 De tweede onderhandelingsronde vond 28-31 mei jl. plaats in Tunis. Tijdens deze ronde is onder meer gesproken over het EU-tekstvoorstel over het midden- en kleinbedrijf en het voorstel over energie en grondstoffen. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.8 De volgende onderhandelingsronde vindt naar verwachting begin december plaats in Brussel.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen begonnen tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)9 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN- mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om verder te gaan op de weg van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober 2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang van investeringen en transparantie, duurzaamheidsafspraken te maken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand EU-investeringsakkoord. De 18e onderhandelingsronde vond plaats op 12 en 13 juli jl. in Brussel. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd op haar website.10 De volgende ronde staat tentatief gepland voor 29 en 30 oktober 2018 in Beijing.

De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen over een Partnership and Cooperation Agreement. Onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege het verschil in de verwachtingen tussen beide partijen.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.11 Op dit moment is nog geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 9 tot 13 juli 2018 in Brussel. Het verslag van deze ronde is online gepubliceerd.12 De EU en Indonesië hebben tijdens deze ronde een eerste markttoegangsaanbod uitgewisseld. Daarnaast is onder andere voortgang geboekt op gebied van handel en duurzame ontwikkeling en handel in diensten. Van 15 tot 19 oktober 2018 vond de zesde onderhandelingsronde plaats in Palembang, Indonesië. De EU heeft tijdens deze ronde onder andere een tekstvoorstel voor transparantie gedeeld met Indonesië. Ook hebben discussies plaatsgevonden over het eerste markttoegangsaanbod voor diensten en investeringen. Het verslag van deze ronde is nog niet gepubliceerd. Een 7e onderhandelingsronde staat voorlopig gepland voor 11 tot 15 maart 2019 in Brussel.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Japan (EU-Japan Economic Partnership Agreement):

De EU en Japan hebben vanaf 2013 onderhandeld over een handelsakkoord. Op 8 december 2017 zijn die onderhandelingen afgerond. Op 18 april 2018 heeft de Europese Commissie voorstellen aan de Raad voorgelegd ter sluiting en ondertekening van het handelsakkoord. Ondertekening van het verdrag heeft op 17 juli 2018 plaatsgevonden tijdens de EU-Japan Top. Het verdrag moet thans door het Europees Parlement en door het Japanse Lagerhuis en Hogerhuis goedgekeurd worden. Daarna zal het verdrag in werking treden. Over het mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten is tussen Japan en de EU (nog) geen overeenstemming bereikt.

Naar aanleiding van het EU-Japan EPA is de Europese Commissie op 5 september 2018 formeel gestart met de procedure voor het nemen van een «adequacy decision» waarmee wordt erkend dat in Japan een vergelijkbaar niveau van bescherming van persoonsgegevens en van privacy geldt als in de EU. In Japan is een vergelijkbare procedure gaande. Met die besluiten zal de grootste ruimte ter wereld voor vrij verkeer van data ontstaan.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van 12 jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig nog geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie (samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Momenteel wordt dit advies verwerkt in de memorie van toelichting en vervolgens zal de memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

Kirgizië (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Samenwerking omvat drie pilaren: politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het APS+-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. Kirgizië is geen lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Ten aanzien van handel stelt de Commissie in het mandaat voor om enkele principes uit het WTO-kader, zoals meest-begunstigde-behandeling, tevens van toepassing te verklaren op de handel tussen de EU en Kirgizië. De tekst is gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan. Er is geen sprake van tariefliberalisatie omdat daarover alleen met de Euraziatische Unie als geheel onderhandeld kan worden. De onderhandelingen met Kirgizië over de modernisering van het PCA zijn in december 2017 gestart met eerst een politieke ronde. Tot nu toe hebben twee handelsonderhandelingsrondes plaatsgevonden in februari en juni 2018. De volgende onderhandelingsronde staat gepland voor 23–25 oktober 2018.

Libanon (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2006 trad een associatieakkoord tussen de EU en Libanon in werking. Sindsdien kunnen industriële goederen en de meeste landbouwproducten tariefvrij geïmporteerd worden in de EU. In 2011 kreeg de Commissie een mandaat om de onderhandelingen te beginnen over verbreding en verdieping van het akkoord. Er is echter geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

De onderhandelingen over het handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. De Europese Commissie en Maleisië verkennen momenteel de mogelijkheid om een nieuwe onderhandelingsronde te plannen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.13 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

Het EU-Singapore akkoord is op 18 oktober 2018 ondertekend. Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Het akkoord biedt belangrijke kansen voor het bedrijfsleven en zal ook een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Wanneer het EU-Singapore akkoord in werking treedt, worden bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden gradueel afgebouwd. Daarnaast biedt het akkoord nieuwe kansen voor de export van diensten. Voor Nederland springen hierbij maritieme, juridische en telecomdiensten in het oog. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het akkoord bevat het Investment Court System, naar het voorbeeld van het handelsakkoord tussen de EU en Canada, CETA. Het investeringsakkoord tussen de EU en Singapore zal de bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomst tussen Nederland en Singapore vervangen. Voordat het in werking kan treden, dient het handelsakkoord eerst te worden goedgekeurd door het Europees Parlement. De inwerkingtreding van het handelsakkoord zal naar verwachting in 2019 plaatsvinden. Daarentegen wordt de inwerkingtreding van het investeringsakkoord later verwacht, aangezien dit akkoord zowel door het Europees Parlement als door de nationale parlementen van de EU-lidstaten dient te worden goedgekeurd alvorens het in werking kan treden.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Nu Thailand heeft aangekondigd in november 2018 weer verkiezingen te zullen houden, inventariseert de EU de mogelijkheid om de onderhandelingen te heropenen. Conform de Raadsconclusies van 2017 mogen de onderhandelingen slechts heropend worden op het moment dat er een democratisch gekozen regering is.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

De onderhandelingen over het handelsakkoord met Vietnam zijn afgerond. Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend en gebalanceerd akkoord. Wanneer het akkoord in werking treedt, worden bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden gradueel afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System. Ondertekening van het akkoord door beide verdragspartijen (EU en Vietnam) zal naar verwachting begin 2019 plaatsvinden. Alvorens de EU over kan gaan tot ondertekening dienen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad hiermee in te stemmen. De Europese Commissie heeft op 17 oktober 2018 ingestemd met de ondertekening. Na ondertekening volgt de ratificatieprocedure. Het Europees Parlement dient beide akkoorden goed te keuren. Vervolgens kan het handelsakkoord in werking treden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het eerst nog door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (één of meerdere Association Agreements):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in bij voorkeur één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De afgelopen onderhandelingsronde vond plaats op 2 tot en met 5 juli 2018. Hierbij is op bilaterale basis met de verschillende micro-staten gesproken over de belangrijkste nog openstaande hoofdstukken. T.a.v. Monaco is onder meer gesproken over milieu en het vrij verkeer van werknemers. Met San Marino is onder andere gesproken over sociale zekerheid, arbeid & gezondheid en gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Staatssteun en concurrentie stond bij alle drie de micro-staten op de agenda. Grootste uitdaging voor een akkoord met Andorra betreft afspraken over tabak. Monaco heeft moeite om in te stemmen met het volledige vrij verkeer van vestiging. Nederland is voorstander van een zo groot mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt, bij voorkeur door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten gezamenlijk. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement, CEPA):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Deze CEPA komt in plaats van het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de Europese Unie hadden als onderdeel van een Associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane- unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk de afspraken uit het DCFTA in stand te laten.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De volgende onderhandelingsronde zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2018 plaatsvinden. Azerbeidzjan is op dit moment nog geen lid van de WTO. De WTO-toetredingsonderhandelingen zijn gaande.

Noorwegen (Bilateral Agreement on Trade in Basic Agricultural Products)

De EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn onderdeel van de Europese Economische Ruimte (EER). Dit betekent een interne markt voor goederen, diensten, kapitaal en werknemers. Handel in landbouwgoederen is echter uitgezonderd van de EER. Op grond van artikel 19 paragraaf 4 van de EER-overeenkomst dienen de partijen iedere twee jaar de handel in landbouwgoederen te evalueren, met als doel op termijn volledige marktintegratie. Op 18 november 2014 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie om met Noorwegen te onderhandelen over nieuwe tariefliberalisaties. Op 5 april 2017 is een principeovereenkomst bereikt tussen de EU en Noorwegen. Hierin is afgesproken dat de EU en Noorwegen voor 36 productcategorieën, bijvoorbeeld maïs voor diervoeder, diverse bessen en cider, hun wederzijdse invoerheffingen volledig afschaffen. Voor vlees, zuivelproducten, granen, groenten en sierplanten zal Noorwegen de EU additionele tariefcontingenten toekennen, bijvoorbeeld een aanvullend quotum van 1.600 ton voor runderen en 1.200 ton voor kaas. De EU zal Noorwegen onder meer een 700 ton quotum toekennen voor verschillende soorten kippenvlees. Het akkoord zal worden geformaliseerd door een briefwisseling. Op 17 oktober 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Raadsbesluit gedaan. Op 20 november 2017 heeft de Raad het Raadsbesluit 2017/2182 vastgesteld, waarmee de Raad haar akkoord geeft met deze briefwisseling. Op 17 april 2018 is ook het Europees Parlement akkoord gegaan. Op dit moment wordt er gewacht op formele goedkeuring door Noorwegen, waarna de tariefliberalisaties op korte termijn van kracht kunnen worden.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland en het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane- unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad wordt bereikt over vaststelling van het mandaat. Voor Nederland is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat in Turkije hand in hand gaan.

Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as part of a close partnership)

Op 23 maart 2018 heeft de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling (ER Artikel 50) richtsnoeren vastgesteld (EUCO XT 20001/18) voor gesprekken tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) over het kader van de toekomstige betrekkingen na de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie («Brexit»). De richtsnoeren zijn gelijk na aanname gepubliceerd. Deze richtsnoeren geven in algemene termen een beeld van de mogelijkheden voor de nieuwe, toekomstige relatie op basis van de huidige «rode lijnen» van het VK en de eigen uitgangspunten van de EU. De nieuwe relatie zal een breed scala aan onderwerpen bevatten, van handel tot andere sociaaleconomische onderwerpen zoals luchtvaart, visserij, en interne en externe veiligheid. Conform de Nederlandse inzet koppelen de richtsnoeren de ambitie voor de nieuwe handelsrelatie aan garanties voor een gelijk speelveld. Ook stellen de richtsnoeren helder dat de EU bereid is haar aanbod te heroverwegen als de positie van het VK zich ontwikkelt.

Op 12 juli 2018 heeft het VK een beleidsdocument over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK (White Paper) gepubliceerd. Het kabinet heeft het White Paper verwelkomd, omdat hiermee de onderhandelingspositie van het VK eindelijk is verduidelijkt. Uit het White Paper blijkt echter dat het VK wenst dat goederen uit het VK een interne marktbehandeling genieten, zonder dat het VK hoeft te voldoen aan alle relevante EU-regelgeving voor goederen. Het VK lijkt bereid te zijn alleen die EU-regelgeving te volgen die nodig is om grenscontroles onnodig te maken (productstandaarden), maar niet EU-regelgeving over arbeid, milieu en dierenwelzijn (productiestandaarden). Daarmee zijn deze voorstellen van het VK in hun huidige vorm niet in het Europese en Nederlandse belang omdat hiermee het gelijk speelveld wordt ondergraven en het VK een oneerlijk concurrentievoordeel zou krijgen. Ook uw Kamer heeft bij herhaling het belang van gelijk speelveld onderschreven. De VK-voorstellen voldoen daarnaast niet aan de EU-randvoorwaarden zoals die zijn opgenomen in de ER-richtsnoeren. Belangrijke randvoorwaarden zijn de integriteit van de interne markt – en dus geen sectorale deelname daaraan, en de ondeelbaarheid van de vier vrijheden – en dus geen cherry picking daarbinnen. De interne markt is de grootste verworvenheid van de Europese Unie en het is juist ook voor Nederland zeer schadelijk als we die zouden verzwakken.

Doel van de besprekingen is te komen tot een politieke verklaring bij het terugtrekkingsakkoord. Deze politieke verklaring zal bij het terugtrekkingsakkoord worden gevoegd en hiernaar zal in dat akkoord worden verwezen. Over een vrijhandelsovereenkomst kan pas worden onderhandeld als het VK geen EU-lidstaat meer is en derde land is geworden, in beginsel vanaf 30 maart 2019. Dit vergt een additioneel mandaat voor de Europese Commissie. Gezien de economische verwevenheid is het voor het kabinet van groot belang dat de Europese Unie en het VK ambitieuze afspraken maken over de toekomstige relatie.

C.4 Noord-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

Het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) is tijdens de EU-Canada Top van 30 oktober 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. Het kabinet heeft de goedkeuringswet voor advies naar de Raad van State gestuurd. CETA treedt pas volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de 28 EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. In 2008 zijn de onderhandelingen over de Cariforum-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart. De EPA wordt sinds 2008 voorlopig toegepast en Nederland heeft dit akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd.

Mexico Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 21 april jl. is er een politiek akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. Er wordt nu onderhandeld over de laatste openstaande punten en verdere «finetuning» van de tekst. Daarna breekt de laatste fase, juridische revisie van de tekst aan. De verwachting dat eind dit jaar nog een finaal akkoord kan worden gesloten tussen de Commissie en Mexico lijkt niet langer realistisch, eerder moet gedacht worden aan de eerste helft van 2019. Het betreft een «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom worden voorgelegd aan de EU-lidstaten ter ratificatie.

Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, als zuivel, pluimvee, eierproducten, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de Europese Unie voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten (Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP)):

De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de TTIP-onderhandelingen gestart, nadat de Raad in juni 2013 het mandaat aan de Europese Commissie had verleend. Tijdens de informele RBZ Handel op 23 september 2016 heeft de Europese Commissie vastgesteld dat afronding van de onderhandelingen in 2016 niet meer mogelijk is. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de onderhandelingen is geboekt.14 De onderhandelingen liggen stil: er is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

C.5 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

In november 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Australië de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectenbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.15 De Raad heeft het mandaat op 22 mei 2018 vastgesteld. De eerste onderhandelingsronde vond plaats van 2 tot 6 juli jl. in Brussel. De Commissie heeft het verslag van de besprekingen gepubliceerd op haar website16. De volgende onderhandelingsronde is voorzien in november.

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Op 29 oktober 2015 hebben de voorzitter van de Europese Raad, de president van de Europese Commissie en de premier van Nieuw-Zeeland de wens uitgesproken om onderhandelingen over een handelsakkoord op te starten. De Europese Commissie heeft dit voorjaar een effectbeoordeling uitgevoerd, inclusief een publieke consultatie, om de belangrijkste mogelijkheden te identificeren van een eventueel handelsakkoord. Op 13 september 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan om de onderhandelingen te openen, inclusief een voorstel voor een mandaat.17 De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 22 mei jl. vastgesteld. De eerste onderhandelingsronde vond plaats van 16 tot en met 20 juli jl. De Commissie heeft een verslag van de onderhandelingen gepubliceerd op haar website18. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot 12 oktober jl. in Wellington en de Commissie heeft aangegeven zoals gebruikelijk binnen enkele weken een verslag van de onderhandelingen te zullen publiceren op haar website. De volgende onderhandelingsronde is voorzien in februari 2019 en zal plaatsvinden in Brussel.

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

Op basis van een mandaat uit 2002 zijn in hetzelfde jaar de onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Op dit moment zijn de onderhandelingen met de gehele regio over een EPA nog altijd bezig. Voor Papoea-Nieuw-Guinea en Fiji is, in afwachting van een volledige EPA, een interim-EPA van kracht. Samoa heeft aangegeven toe te willen treden tot deze interim-EPA met Papoea-Nieuw-Guinea en Fiji. Dit toetredingsverzoek dient te worden goedgekeurd door alle partijen.

Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.19 Er hebben tot nu toe drie onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waarvan de laatste in juni.20 De onderhandelingen verlopen voorspoedig, de verwachting is volgend jaar tot overeenstemming te komen.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijenovereenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013.

De Europese Commissie publiceert jaarlijks een rapport over de implementatie van het handelsakkoord.21 De EU heeft in 2014, op verzoek van Ecuador, onderhandelingen met het land gevoerd over aansluiting bij het EU- Colombia/Peru handelsakkoord. Deze onderhandelingen zijn in 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.22 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Uit deze onderhandelingsrondes blijkt dat dat er geen akkoord kan worden gesloten voor de Braziliaanse verkiezingen in oktober 2018. Openstaande punten blijven markttoegang voor zuivel, auto’s en auto-onderdelen, maritieme diensten en bescherming van geografische aanduidingen. Andersom hoopt Mercosur op een betere markttoegang voor rundvlees. De Europese Commissie heeft aangegeven zich in te blijven zetten om tot een akkoord te komen. De datum van de volgende onderhandelingsronde is nog onbekend. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes staan online.23


X Noot
9

De volgende landen zijn lid van ASEAM: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
20

Het verslag van de laatste onderhandelingsronde en de EU tekstvoorstellen zijn beschikbaar op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/countries/chile/

X Noot
22

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

Naar boven