21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1825 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2018

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 26 februari 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 26 FEBRUARI 2018

Moldavië

De Raad Buitenlandse Zaken zal spreken over Moldavië. De discussie zal zich naar verwachting richten op de voortgang van de hervormingen in het land. Alhoewel de Moldavische regering stappen zet om op economisch terrein hervormingen door te voeren, is er ten aanzien van democratisering, verbetering van de mensenrechtensituatie en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld nog sprake van te weinig vooruitgang. Nederland zal inzetten op een duidelijke boodschap over de noodzaak van structurele hervormingen op deze gebieden. In dat kader onderstreept Nederland het belang van de koppeling van EU-steun aan voortgang in dit hervormingsproces (conditionaliteit).

MOVP

De Raad Buitenlandse Zaken zal na de besprekingen in december en januari de discussie over de gezamenlijke EU-inzet ten aanzien van het Midden-Oosten Vredesproces voortzetten. Het kabinet blijft bezorgd over de ontwikkelingen ter plaatse, en het gebrek aan vooruitzicht op verwezenlijking van de twee-staten oplossing.

Nadat premier Netanyahu en president Abbas waren uitgenodigd, in respectievelijk december en januari, zijn nu de ministers van Buitenlandse Zaken van Egypte, Jordanië, Marokko, Saudi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, en de Palestijnse Autoriteit en de Secretaris-Generaal van de Arabische Liga uitgenodigd voor een informele bijeenkomst. Dit biedt de Raad de gelegenheid met Arabische partners te overleggen over de recente ontwikkelingen. Dit overleg past bij de inzet van de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie Mogherini, om als EU samen met de Kwartetpartners en regionale actoren gezamenlijk op te trekken voor het behoud en de verwezenlijking van de twee-statenoplossing op basis van de grenzen van 1967. Tevens biedt de bijeenkomst een gelegenheid om de crisis in Gaza en de financiële tekorten bij UNRWA te bespreken. De Nederlandse inzet hierbij is het verbreden van de donorbasis van UNRWA. Het Kabinet zal uw Kamer, zoals ook herhaald tijdens het VAO RBZ van 15 februari (Handelingen II 2017/18, nr. 53, VAO Raad Buitenlandse Zaken), blijven informeren over de ontwikkelingen rondom UNRWA.

Nederland en de EU dringen bij partijen aan op het respecteren van mensenrechten en internationaal humanitair recht, als hoeksteen voor vrede en veiligheid. Vanuit die overweging volgt Nederland de zaak tegen Ahed Tamimi nauwgezet.

Venezuela

De Raad zal verder discussiëren over de gezamenlijke inzet en verder te nemen stappen richting Venezuela. Met het mislukken van de dialoog tussen de Venezolaanse regering en de oppositiepartijen en de aankondiging van vervroegde presidentsverkiezingen die gepland staan voor 22 april a.s. wordt de democratie verder ondermijnd. De inzet van Nederland richt zich op het verder opvoeren van druk vanuit de EU in aanloop naar de presidentsverkiezingen. Uitbreiding van EU maatregelen en condities stellen aan de verkiezingen behoren daarbij tot serieuze opties. Nederland zet ook in op gezamenlijk optrekken met landen en organisaties uit de regio.

Inleiding HV

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini zal tijdens haar inleiding naar verwachting ingaan op een aantal actuele ontwikkelingen. Momenteel is nog onduidelijk welke thema’s onder dit punt aan de orde zullen komen. Zoals besproken tijdens het debat met uw Kamer op 15 februari zal Nederland zijn zorg uitspreken over de Turkse militaire operatie in Afrin. Nederland zal het belang van een goede onderbouwing van het beroep op artikel 51 van het VN Handvest onderstrepen, en aangeven dat het Turkije oproept om concrete onderbouwing te geven voor dit beroep op zelfverdediging. Nederland zal tevens bij de EU lidstaten nagaan in hoeverre zij dit pleidooi steunen. Nederland zal ook expliciet aandacht vragen voor bescherming van de burgerbevolking en cultureel erfgoed.

VNVR laatste ontwikkelingen

Terugblik

In de eerste helft van de maand februari, onder voorzitterschap van Koeweit, was de verslechterde situatie in Syrië een centraal onderwerp. Tijdens een openbare briefing op 5 februari uitte het Koninkrijk, net als veel andere VNVR-leden, grote zorgen over de berichtgeving over nieuwe aanvallen met chemische wapens in de afgelopen weken. Het Koninkrijk riep het Syrische regime op om de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de aanvallen. Over het voorstel van Rusland om een nieuw onderzoeksmechanisme tegen de inzet van chemische wapens op te richten, gaf het Koninkrijk aan dat het voorstel niet voldoet aan de basisprincipes van onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Op 8 februari vond een ingelaste bespreking plaats over de humanitaire crisis in het land, on op 14 februari werd het politieke spoor besproken. Daar bleek dat Syrie zelf, als enige land, geen rol ziet voor buitenlanders bij het vorm geven aan een nieuw constitutioneel comite, hoewel gezant De Mistura op basis van de overlegronde in Sotsji daaraan werkt. Het Koninkrijk heeft in dat verband gepleit voor 30% deelname van vrouwen. Voorts uitte het Koninkrijk zijn grote bezorgdheid over de Turkse militaire operatie in Afrin. Het Koninkrijk drong erop aan dat Turkije een valide onderbouwing verstrekt van het inroepen van het recht op zelfverdediging in verband met de inval bij Afrin, en dat Turkije het internationaal recht respecteert. Het Koninkrijk heeft daarbij ook expliciet aandacht gevraagd voor bescherming van burgers en cultureel erfgoed. Het Koninkrijk heeft zich in overleg met andere VNVR-leden over een humanitaire ontwerpresolutie uitgesproken voor een humanitair staakt-het-vuren in Syrië, waarbij die uiteraard niet zou gelden voor de strijd tegen IS. Een dergelijke resolutie blijft vooralsnog helaas buiten bereik vanwege de opstelling van met name Rusland.

Op 5 februari kwam het sanctiecomité voor Noord-Korea voor de eerste keer onder Nederlands voorzitterschap bijeen. Op 9 februari organiseerde het Koninkrijk (als voorzitter van het sanctiecomité) samen met het Panel of Experts een open briefing over de meest recente resoluties. Het jaarlijkse rapport van het Panel of Experts wordt naar verwachting medio maart gepubliceerd na bespreking in het comité. Het Koninkrijk zal naast de outreach-activiteiten in VNVR-verband, ook in EU-verband en bilateraal landen aanspreken op naleving van het sanctieregime.

De dreiging van terrorisme voor internationale vrede en veiligheid stond ook prominent op de agenda. Op 8 februari werd de VNVR gebrieft over de ontwikkelingen m.b.t. terroristische organisatie Islamitische Staat, waarover de Secretaris-Generaal op 31 januari een rapport uitbracht. Het Koninkrijk benadrukte in deze briefing onder meer het belang van accountability voor misdaden gepleegd door IS. De Veiligheidsraad sprak op 13 februari ook over bescherming van kritieke infrastructuur tegen terroristische aanslagen.

Mede dankzij de inzet van het Koninkrijk werd de VNVR gebriefd over de Rohingya-crisis in Myanmar, waarover een extra zitting op13 februari werd ingelast, met focus op veilige en vrijwillige terugkeer van vluchtelingen. Het Koninkrijk benadrukte het belang van accountability voor mensenrechtenschendingen, waaronder gender-gerelateerd geweld, en greep gelegenheid aan om te pleiten voor VNVR-missie begin maart.

De VS organiseerde samen met het Koninkrijk, Zweden, VK, Frankrijk, Equatoriaal-Guinea en Ivoorkust een bijzondere bijeenkomst over de situatie t.a.v. de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo besproken.

Vooruitblik

Voorzitter Koeweit heeft op 21 februari een high-level briefing over de doelstellingen en beginselen van het VN-Handvest geagendeerd.

Voor het Midden-Oosten is een volgende bespreking van de humanitaire situatie in Syrië voorzien op 28 februari. De Veiligheidsraad zal ook spreken over de VN-missie in Irak (missie UNAMI, 20 februari), het MOVP (briefing op 20 februari, waarbij naar verwachting ook de Palestijnse president Abbas aanwezig zal zijn) en de situatie in Jemen (27 februari). Het Koninkrijk spant zich ten zeerste in om tot een krachtige stellingname van de Veiligheidsraad over de urgente humanitaire crisis in Jemen te komen.

Ten aanzien van de Afrika zal de Veiligheidsraad nog spreken over de Centraal-Afrikaanse Republiek (missie MINUSCA, 22 februari), Zuid-Soedan (missie UNMISS, 27 februari) en de situatie in Burundi (briefing op 26 februari). Het Koninkrijk zal zich uitspreken voor meer aandacht van de Veiligheidsraad voor de fragiele situatie in Burundi en implementatie van eerder aangenomen resoluties. Naar verwachting zal op 27 februari ook het mandaat voor de missie in Guinée-Bissau (UNIOGBIS) worden verlengd, volgend op de briefing en consultaties die op 14 februari plaatsvonden.

Inzake Noord-Korea sancties zal het Koninkrijk als voorzitter van het VN-sanctiecomité voor Noord-Korea op 26 februari in consultaties met andere Veiligheidsraadleden rapporteren over de activiteiten in de afgelopen periode.

Vooruitlopend op de voorziene verlenging van het VN-mandaat van UNMISS op 15 maart a.s. in de VNVR maakt het kabinet tevens gebruik van de gelegenheid om uw Kamer mede namens de Minister van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid te informeren over het besluit om de Nederlandse bijdrage aan VN-vredesmissie UNMISS tot 28 februari 2019 te verlengen, met een plafond van 6 stafofficieren en 15 Individual Police Officers (IPO’s). De bijdrage van maximaal 15 IPO’s blijft vooralsnog opgeschort, maar het kabinet zal deze inzet heroverwegen indien de medische randvoorwaarden dat toelaten. UNMISS legt zich conform het mandaat toe op het beschermen van de burgerbevolking, het monitoren van mensenrechtenschendingen, het faciliteren van humanitaire toegang en het ondersteunen van het vredesproces in Zuid-Sudan. Nederland zet zich in de VNVR in voor het uitrusten van VN-vredesmissies met robuuste mandaten die hen in staat stellen tot o.a. een pro-actieve bescherming van burgers in conflict en het faciliteren van vrije en ongehinderde humanitaire toegang.

Naar boven