21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1789 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2017

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele lunch van handelsministers van 13 oktober 2017 in Brussel.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

VERSLAG INFORMELE LUNCH HANDELSMINISTERS D.D. 13 OKTOBER 2017

Op 13 oktober 2017 vond onder het Estse voorzitterschap van de Raad een informele lunch van de EU ministers voor handel plaats. Er werd gesproken over het «handelspakket» uit de Staat van de Unie zoals gepresenteerd door Commissievoorzitter Juncker op 14 september 2017. Daarnaast spraken de ministers over de voorbereiding op de WTO ministeriële conferentie, die van 10-13 december 2017 zal plaatsvinden in Buenos Aires, Argentinië, en de handhaving van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden.

«Handelspakket» Staat van de Unie

Onder het Estse voorzitterschap is informeel van gedachten gewisseld over de volgende aspecten van de Staat van de Unie van Commissievoorzitter Juncker gerelateerd aan handel:

  • Aanbevelingen aan de Raad met betrekking tot de opening van onderhandelingen over handelsovereenkomsten met Australië en Nieuw-Zeeland.

  • Een aanbeveling aan de Raad met betrekking tot de opening van onderhandelingen voor de oprichting van een multilateraal hof voor de beslechting van investeringsgeschillen.

  • De oprichting van een adviesgroep inzake EU-handelsovereenkomsten.

  • Een voorstel voor een Europees kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen.

De Commissie opende de discussie met de boodschap dat zij blijft inzetten op een open, op regels gebaseerd, handelssysteem. Het handelsbeleid van de EU zal blijven stoelen op gedeelde Europese waarden. In de totstandkoming van handelsbeleid zijn transparantie en inclusiviteit het uitgangspunt. De Commissie zoekt daarbij samenwerking met gelijkgezinde landen die deze uitgangspunten van de EU over handelsbeleid delen. De Commissie zet dan ook in op een snelle afronding van het handelsakkoord met Japan en duidelijke vooruitgang in de onderhandelingen met Mexico en Mercosur. Daarnaast zou de Commissie graag onderhandelingen openen met Australië en Nieuw Zeeland, die zij duidelijk aanmerkt als gelijkgezinde landen en partners in het streven naar een open, progressief en op regels gebaseerd handelsbeleid.

Een nieuwe architectuur voor handelsakkoorden

In haar voorstellen voor mandaten voor onderhandelingen over handelsakkoorden met Australië en Nieuw- Zeeland heeft de Commissie niet ingezet op afspraken over investeringsbescherming. Op grond van de uitspraak van het EU-Hof in de Singapore-zaak zet de Europese Commissie daarmee in op een handelsakkoord dat volledig binnen de EU-bevoegdheid valt (een zogenaamd EU-only akkoord). De Commissie wil graag met de lidstaten in gesprek over de wijze waarop zij afspraken over investeringsbescherming willen maken met derde landen, bijvoorbeeld via aparte EU-investeringsverdragen. De Commissie geeft daarbij aan dat nationale parlementen betrokken dienen te blijven bij handelsakkoorden via de controle die zij uitoefenen op de positie die de lidstaat inneemt in de Raad.

Ten aanzien van de akkoorden waarover op dit moment onderhandeld wordt, zoals Mercosur, Mexico en Chili, stelt de Commissie expliciet dat deze associatieakkoorden een gemengd karakter zullen hebben, zodat EU en lidstaten gezamenlijk bevoegd zijn. Dat geldt ook voor een eventueel akkoord over een multilateraal investeringshof.

De Commissie wil de besluitvorming versterken en transparanter maken door de publicatie van concept-mandaten en door de instelling van een expertgroep over handelsakkoorden, waarin vertegenwoordigers van bedrijfsleven en belangenorganisaties plaatsnemen. De expertgroep adviseert de Commissie gedurende het onderhandelingsproces.

De lidstaten reageerden op de presentatie van de Commissie door unaniem het belang van transparantie in handelsbeleid te onderstrepen. Desalniettemin, toonde een aanzienlijk aantal lidstaten zich geen voorstander van het Commissievoorstel om vanaf nu alle conceptmandaten voor nieuwe onderhandelingen openbaar te maken voordat deze in de Raad zijn besproken. Een aantal lidstaten gaf aan per mandaat publicatie te willen bezien. Slechts een enkele lidstaat toonde zich voorstander van publicatie van alle (concept-)mandaten en teksten.

Meerdere lidstaten pleitte voor snelle afronding van de onderhandelingen met Mercosur, Japan en Mexico. Een aanzienlijk deel van de lidstaten sprak steun uit voor het starten van de onderhandelingen met Australië en Nieuw-Zeeland en de onderhandelingen over een multilateraal investeringshof.

Over de wijze waarop handelsakkoorden in de nasleep van de uitspraak van het Hof van Justitie over het handelsakkoord met Singapore dienen te worden vormgegeven bleken de lidstaten uiteenlopende opvattingen te hebben.

Enkele lidstaten sprak expliciet steun uit voor de benadering van de Europese Commissie om naar aanleiding van de Singapore uitspraak over te gaan op EU-only akkoorden en afspraken over investeringsbescherming buiten het mandaat te houden. De meeste lidstaten wezen daarbij wel op het belang om de nationale parlementen voldoende te betrekken.

Een aantal lidstaten sprak de wens uit dat er ruimte blijft voor afspraken over investeringsbescherming op EU-niveau. Hierbij liepen de meningen uiteen of deze afspraken parallel in een apart investeringsakkoord dienen te worden onderhandeld of in het huidige mandaat voor een diep en omvattend handels- en investeringsakkoorden zouden moeten worden opgenomen. Deze laatste optie zou de akkoorden – conform de Singapore uitspraak – tot gemengde akkoorden maken. Een aantal lidstaten toonde zich voorstander van een aparte afweging per akkoord, afhankelijk van de eigenschappen en wensen van de onderhandelingspartner. Een enkele lidstaat wees erop dat onze onderhandelingspartner zonder afspraken over investeringsbescherming wellicht minder handelsconcessies zou willen doen. Een paar lidstaten vroeg de ruimte om nationale bilaterale investeringsakkoorden af te sluiten.

Nederland gaf aan dat er ten aanzien van een groot aantal aspecten van het «handelspakket» geen standpunt kan worden ingenomen totdat een nieuw kabinet is geïnstalleerd. Nederland gaf wel aan dat zij transparantie en betrokkenheid van nationale parlementen zag als een voorwaarde voor een handelsbeleid dat op voldoende draagvlak in de samenleving kan rekenen.

Ook een aantal andere lidstaten konden nog geen positie innemen. Net als in Nederland was de interne gedachtevorming over de wijze waarop de nieuwe architectuur van handelsakkoorden dient te worden vormgegeven naar aanleiding van de Singapore uitspraak nog niet afgerond. Er was dan ook een duidelijke wens de discussie op een later tijdstip voort te zetten.

Een Europees kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen

Ten aanzien van het voorstel voor een Europees kader voor investeringsscreening liepen de meningen sterk uiteen. Italië, Frankrijk en Duitsland, die eerder dit jaar de discussie een impuls gaven met een openbare brief aan de Europese Commissie over strategische investeringen uit derde landen, toonden zich uitgesproken voorstanders van het voorstel en pleitten voor snelle vooruitgang. Zij werden gesteund door een klein aantal lidstaten die zich constructief toonde. Een aanzienlijke groep lidstaten plaatste kritische kanttekeningen bij het voorstel. Deze laatste groep erkende weliswaar de zorgen die er zijn over staatsgestuurde investeringen, maar plaatste vraagtekens bij de noodzaak en toegevoegde waarde van het huidige voorstel van de Commissie, vond dat het voorstel een verkeerd en protectionistisch signaal afgeeft aan onze handels- en investeringspartners, waarschuwde voor extra administratieve lasten of gaf aan dat het huidige voorstel onder de nationale bevoegdheid van de lidstaten valt. Sommige lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan nog geen positie te hebben bepaald ten aanzien van het voorstel.

Overige onderwerpen

Een tweetal lidstaten maakte expliciet bezwaar tegen het voorstel van de Commissie voor EU-wetgeving over internationale aanbesteding (IPI). De behandeling van dit voorstel in de Raad bevindt zich al enige jaren in een impasse omdat een meerderheid van de lidstaten zich niet kan vinden in het voorstel van de Europese Commissie.

Een aantal landen vroeg de Commissie met voorstellen te komen op het terrein van digitale handel en dataflows. Daarnaast vroeg een aantal lidstaten aandacht voor specifieke belangen in de onderhandelingen, bijvoorbeeld op het terrein van landbouw.

Voorbereiding WTO Ministeriële Conferentie in december 2017

Als tweede onderwerp lichtte de Commissie de stand van zaken toe in de voorbereidingen op de 11e WTO Ministeriële Conferentie die van 10–13 december 2017 zal plaatsvinden in Buenos Aires, Argentinië. In voorbereiding op deze conferentie vond op 9-10 oktober 2017 een bijeenkomst plaats met handelsministers van een groot deel van de WTO-leden in Marrakesh, Marokko. De Commissie lichtte toe dat de voorbereidingen voor de Ministeriële Conferentie doorlopen, maar te kampen hebben met een gebrek aan betrokkenheid van bepaalde hoofdrolspelers. Met name de VS beperken zich tot een oproep om hervorming van het systeem en tonen weinig inzet voor een substantieel onderhandelingsresultaat tijdens de Ministeriële Conferentie.

Inhoudelijk zijn de onderhandelingen over de onderwerpen visserijsubsidies en publieke opkoopprogramma’s ten behoeve van voedselzekerheid op dit moment het meest kansrijk om tot overeenstemming te komen. De EU zet daarnaast in op afspraken over binnenlandse landbouwsteun, binnenlandse regelgeving van diensten en e-commerce. Een aantal opkomende landen blijft echter terughoudend om voortgang te maken ten aanzien van onderwerpen die niet in de oorspronkelijke Doha-agenda waren opgenomen.

Verschillende lidstaten spraken steun uit voor de inspanningen van de Commissie en verzochten om goede betrokkenheid van de lidstaten in de aanloop naar de Ministeriële Conferentie in december. De zorg om de Amerikaanse opstelling wordt breed gedeeld. Een enkele lidstaat vroeg om terughoudendheid in de opstelling van de Commissie en bescherming van de Europese landbouwbelangen.

Handel en duurzaamheid

Tot slot ging de Commissie kort in op handel en duurzaamheid en het in juli 2017 verspreidde non-paper over implementatie en handhaving van duurzaamheidshoofdstukken in handelsakkoorden.1 Duidelijk is dat de EU de monitoring van duurzaamheidsafspraken wil versterken. De vraag is of ook sancties kunnen bijdragen aan een betere implementatie. De ervaringen van de VS en Canada duiden daar niet op. De lidstaten drongen erop aan snel werk te maken van de afspraken in het duurzaamheidshoofdstuk in CETA.


X Noot
1

Het non-paper is te vinden op trade.ec.Europa.eu/doclib/html/155686.htm

Naar boven