21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1701 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2016

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 november 2016.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 14 NOVEMBER 2016

Verenigde Staten

De Raad sprak op initiatief van de Hoge Vertegenwoordiger informeel over de actualiteit rondom de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Nederland gaf daarbij aan dat het kabinet de nieuwe Amerikaanse regering op zijn daden zal beoordelen. Tegelijkertijd wees Nederland op de gemeenschappelijke belangen en waarden en het belang van samenwerking op het gebied van onder andere veiligheid, economie en klimaat.

Turkije

De Raad sprak uitgebreid over de situatie in Turkije. De Hoge Vertegenwoordiger gaf een overzicht van de recente ontwikkelingen die nog steeds de nasleep vormen van de mislukte couppoging, waaronder de recentelijk hernieuwde discussie over de herinvoering van de doodstraf en de arrestatie van HDP-leiders en journalisten. Zij informeerde de Ministers dat de Raad van Europa rekening houdt met een forse toename van het aantal Turkse burgers dat via het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een zaak poogt aan te spannen tegen de Turkse staat. Tijdens de daaropvolgende discussie uitten vrijwel alle lidstaten hun zorgen over de ontwikkelingen in Turkije. Tegelijkertijd was er brede steun voor het voortzetten van de dialoog met Turkije, dat een belangrijke strategische partner en NAVO-lid is.

Veel aandacht ging uit naar het Turkse kandidaat-lidmaatschap van de EU. Commissaris Hahn wees op de recente voortgangsrapportage over het kandidaat-lidmaatschap van Turkije. Een meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan dat de herinvoering van de doodstraf een rode lijn is die het einde zou betekenen voor het Turkse kandidaat-lidmaatschap van de EU.

Nederland, gevolgd door andere lidstaten, sprak steun uit voor een strategische discussie in deze Raad over de relatie met Turkije. De impact van recente gebeurtenissen gaat verder dan de kwestie van uitbreiding. Nederland wees erop dat de EU ten aanzien van Turkije een aantal doelen heeft, die soms lastig met elkaar zijn te verenigen (druk op Turkije hoog houden, eenheid binnen de Unie bewaren, communicatie en het belang fundamentele waarden hoog te houden, Turkije als NAVO-partner en de strategische doelen van de Unie ten aanzien van Turkije). Nederland pleitte met het oog op de zorgelijke ontwikkelingen in Turkije voor het opschorten van het Instrument voor Pre-accessiesteun (IPA) of in ieder geval een groter deel ervan in te zetten voor rechtstaatontwikkeling. Dit kreeg bijval van enkele lidstaten. Commissaris Hahn merkte overigens op dat opschorting van IPA alleen mogelijk is indien de toetredingsonderhandelingen worden opgeschort.

Nederland benadrukte verder het belang van een actieve rol voor de Raad van Europa en wees daarbij op de verwachte kritische rapporten van de Mensenrechtencommissaris en de Venetiëcommissie die later dit jaar verschijnen. Ook bepleitte Nederland de openbaarmaking van het rapport van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering (CPT).

De Hoge Vertegenwoordiger herhaalde in haar conclusie de noodzaak om eenheid binnen de EU te bewaren en een heldere en gebalanceerde boodschap te blijven uitdragen naar Turkije. Een collectief engagement van de EU met de Turkse regering en oppositie is daarbij van belang. De Hoge Vertegenwoordiger gaf aan de mogelijkheden te willen bezien om de Turkse regering te steunen bij het adresseren van terroristische uitdagingen. Zij benadrukte daarbij wel dat de EU erop moet blijven staan dat ook met de oppositie in Turkije een dialoog kan worden blijven gevoerd.

Oostelijk Partnerschap

De Raad besprak de stand van zaken in het Oostelijk Partnerschap, mede met het oog op de Top in november 2017. De discussie diende volgens de Hoge Vertegenwoordiger vier doelen: een politiek signaal over het belang van het Oostelijk Partnerschap, een start van de voorbereidingen op de Top in 2017, het opmaken van de balans sinds de vorige Top in 2015 en het benadrukken van concrete resultaten. Commissaris Hahn ging in op de concrete resultaten en de zichtbaarheid die dat moet opleveren voor de EU in de landen van het Oostelijk Partnerschap. De Commissie en de EDEO werken aan een aantal resultaten die de concrete voordelen van het partnerschap voor burgers in deze landen moeten verduidelijken. Dit zal de geloofwaardigheid van de EU in deze landen ook bevorderen. In de discussie werd het belang en de relevantie van het Oostelijk Partnerschap benadrukt, juist in onzekere tijden. De nadruk ligt daarbij op concrete voortgang met hervormingen in de partnerlanden. De EU zou echter ook de afspraken van haar kant na moeten komen, met name op het gebied van visumvrijstelling. De Hoge Vertegenwoordiger herhaalde in haar conclusie het belang dat de landen van het Oostelijk Partnerschap concrete resultaten tonen ten aanzien van het hervormingsproces. De Raad zal in de eerste helft van 2017 opnieuw over het Oostelijk Partnerschap spreken.

Zuidelijke nabuurschapsregio

De Raad sprak over het belang van de zuidelijke nabuurschapsregio voor de EU waarbij de discussie vooral inging op de situatie in Syrië en Libië. De Raad stond stil bij de situatie in Syrië en het voortdurende geweld in het land. De Hoge Vertegenwoordiger noemde daarbij de inspanningen die de EU rol kunnen vergroten, op humanitair en politiek vlak. Zij informeerde de Raad over haar contacten met partners in de regio, vooral met Qatar, Iran en Saoedi-Arabië. Daarnaast was zij voornemens te spreken met Libanon, de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte en Jordanië, in nauw overleg met vertegenwoordigers van de Syrische oppositie en de VN Speciaal Gezant, De Mistura. In haar gesprekken met landen in de regio bleek in een aantal hoofdsteden aanzienlijke interesse in een dialoog over de toekomstige wederopbouw van Syrië en de wijze waarop het land op termijn zal worden bestuurd. Op het humanitaire spoor was weinig voortgang te melden sinds de discussie tijdens de Raad in oktober. Commissaris Hahn lichtte toe dat voorlopige schattingen van de kosten van wederopbouw in Syrië circa de EUR 270 miljard zullen bedragen. Hij kondigde aan op korte termijn de regio te bezoeken om met (potentiële) donoren te spreken.

In de discussie deelden veel Ministers de inschatting dat het erop lijkt dat Rusland en het Syrische regime een militaire doorbraak willen forceren, ondanks herhaalde oproepen tot een politieke oplossing. Een aantal Ministers bleef sceptisch over contacten met het Assad regime, zelfs als het ging om inspanningen om humanitaire toegang te bevorderen. De Hoge Vertegenwoordiger werd aangemoedigd te blijven engageren met partners in de regio.

De Raad stond verder stil bij de situatie in Libië. De Hoge Vertegenwoordiger schetste daarbij dat de positie van de Presidency Council (PC) en het Government of National Accord (GNA) nog niet geconsolideerd is en als gevolg daarvan kwetsbaar blijft. Tegelijkertijd concludeerde zij dat het Libyan Political Agreement het raamwerk blijft voor het vinden van een duurzame politieke oplossing in Libië. De EU zal, in nauwe samenwerking met VN-gezant Kobler, steun blijven verlenen aan premier Serraj en het GNA.

EU Global Strategy – Implementation Plan on European Security and Defence

Tijdens de gezamenlijke sessie van de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie op 14 november jl. is het Implementation plan on Security and Defence unaniem verwelkomd. De Raad concludeerde unaniem dat de huidige politieke en veiligheidscontext waarin Europa zich bevindt noopt tot nauwere defensiesamenwerking binnen de Unie. Het implementatieplan geeft hier gevolg aan en uw Kamer ontvangt, conform toezegging van de Minister van Defensie tijdens het AO op 8 november jl., separaat een appreciatie van dit plan.

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini onderstreepte tijdens de discussie dat de lidstaten de drijvende kracht zijn in dit proces. Het EU-ambitieniveau is in samenhang met de lidstaten bepaald. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini is voornemens om de voorstellen uit het plan voortvarend uit te werken, onder meer ten aanzien capaciteitsontwikkeling, het verdiepen van defensiesamenwerking, het herzien van structuren het verbeteren van de planning en aansturing van GVDB-missies en operaties, de mogelijke vormen van financiering van missies en operaties, permanent gestructureerde samenwerking (PESCO) en het versterken van samenwerking met partners zoals de NAVO en de VN. De Hoge Vertegenwoordiger en meerdere lidstaten beklemtoonden het belang om de ambities uit het implementatieplan te ondersteunen met de benodigde financiële middelen. Dit is ook vastgelegd in de raadsconclusies.

Verschillende lidstaten onderstreepten dat de NAVO het primaire kader in Europa blijft voor de collectieve verdediging. Nederland merkte daarbij op dat de EU tot nauwere defensiesamenwerking moet komen om efficiënter op te kunnen treden, maar moet waken voor onnodige duplicatie met de NAVO. Voorts onderstreepte Nederland dat de EU beter dient te communiceren wat zij doet om de veiligheid van Europa te versterken en de manier waarop dit gebeurt. Ook benadrukte Nederland het belang van betere samenwerking tussen civiele en militaire missies van de EU en haar partners die gelijktijdig in dezelfde regio zijn ontplooid, zoals in de Hoorn van Afrika.

Naar verwachting zal Hoge Vertegenwoordiger Mogherini het plan aan de staatshoofden en regeringsleiders voorleggen tijdens de Europese Raad van 15 en 16 december. Ook het Europese Defensie actieplan van de Europese Commissie en de uitwerking van de EU-NAVO verklaring van 8 juli jl. zullen dan worden gepresenteerd. Het merendeel van de uitgewerkte voorstellen uit het implementatieplan wordt vervolgens in het voorjaar van 2017 verwacht en zullen dan ter besluitvorming aan de lidstaten worden voorgelegd. Tot slot wees de Hoge Vertegenwoordiger erop dat de uitwerking van de EU Global Strategy ook op de andere terreinen van de strategie voortvarend wordt opgepakt conform de raadsconclusies van 17 oktober jl. In juni 2017 wordt de eerste voortgangsrapportage van de uitvoering van de EU Global Strategy verwacht. Daarin zal de Hoge Vertegenwoordiger ook nadrukkelijk stil staan bij de voortgang op veiligheids- en defensiegebied.

Overig

Stafleden EULEX Kosovo geheel van corruptieaantijgingen geklaard

Het kabinet informeert u hiermee eveneens over de uitkomst van het onderzoek naar corruptieaantijgingen tegen vier stafleden van de missie EULEX Kosovo, zoals toegezegd door de Minister van Buitenlandse Zaken tijdens het algemeen overleg op 4 november 2015. Op 7 november jl. besloot het Kosovaarse Openbaar Ministerie het strafrechtelijk onderzoek naar omkoping door vier verdachten te sluiten. Het Openbaar Ministerie verklaarde dat er bewijs is gevonden waaruit blijkt dat voormalig EULEX rechter Francesco Florit geen steekpenningen heeft aangenomen of heeft aangeboden en dat hij daarmee van alle aantijgingen is geklaard. De lokale autoriteiten sluiten hiermee aan bij de bevindingen van de onafhankelijke commissie onder leiding van Prof. Jean-Paul Jacqué die eerder tot de conclusie kwam dat er geen sprake was van corruptie.

Naar boven