21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1658 MOTIE VAN DE LEDEN THIEME EN BRUINS

Voorgesteld 15 september 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorlopige inwerkingtreding van het handelsverdrag tussen de EU en Canada (CETA) verstrekkende gevolgen heeft, zeker voor een aantal sectoren,

van mening dat er voorafgaand aan de ratificatie geen sprake kan zijn van voorlopige inwerkingtreding van CETA;

verzoekt de regering, in ieder geval de hoofdstukken die gaan over landbouw, energie, investeringen en regelgevende samenwerking (regulatory cooperation) uit te sluiten van voorlopige inwerkingtreding,

en gaat over tot de orde van de dag.

Thieme

Bruins

Naar boven